24 NOVEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot uitvoering, wat de arbeidsongevallenverzekering in de private sector betreft, van sommige bepalingen van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het " handvest " van de sociale verzekerde. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-12-1997 en tekstbijwerking tot 14-12-2017)
Art. 1, 1bis, 1ter, 2-4, 4bis, 5-7
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1. het handvest : het handvest van de sociaal verzekerde, zoals ingevoerd bij de wet van 11 april 1995;
2. (de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49 van de wet;) <KB 2001-11-10/40, art. 39, 003; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
3. [1 Fedris : het Federaal agentschap voor beroepsrisico's;]1
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 182, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 1bis. <Ingevoegd bij KB 2002-03-11/37, art. 9; Inwerkingtreding : 08-04-2002> Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid van het handvest, wordt onder dienstige inlichtingen verstaan, alle inlichtingen die kaderen in het verzoek van de sociaal verzekerde en die zijn individuele toestand verduidelijken inzake het ongeval waarvan hij slachtoffer of rechthebbende is. Deze inlichtingen betreffen inzonderheid de erkenning van het arbeidsongeval, de toekenningsvoorwaarden van de prestaties, de elementen die in aanmerking worden genomen voor de berekening ervan en voor de toepassing van de cumulatieregels.
Art. 1ter.<Ingevoegd bij KB 2002-03-11/37, art. 10; Inwerkingtreding : 08-04-2002> De termijn van 45 dagen, bedoeld in artikel 3, vierde lid van het handvest om dienstige inlichtingen te verstrekken, vangt aan op de datum van ontvangst van het verzoek door [1 Fedris]1 of de verzekeraar.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 183, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.2. De bij de artikelen 7, eerste lid, en 14, eerste lid, van het handvest bedoelde kennisgevingen en vermeldingen zijn niet vereist :
1. wanneer de beslissing uitsluitend het gevolg is van de koppeling van de vergoedingen, renten en bijslagen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen;
2. wanneer het gaat om beslissingen tot betaling van prestaties als die betalingen enkel de herhaalde uitvoering zijn van een eerdere beslissing die is meegedeeld overeenkomstig de artikelen 7, eerste lid, en 14, eerste lid, van het handvest, behalve wanneer ze de aangevraagde prestaties geheel of gedeeltelijk weigeren.
Art.3. De betalingsformulieren, bedoeld in artikel 13 van het handvest, moeten steeds navolgende vermeldingen omvatten :
1. voor de vergoedingen wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid en de eerste betaling van vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid : aard van de prestatie, periode en graad van arbeidsongeschiktheid, basisloon, brutovergoeding, sociale en fiscale afhoudingen, netto vergoeding en desgevallend afzonderlijke vermelding voor de vergoedingen wegens hulp van een ander persoon. Desgevallend wordt vermeld dat het slechts voorlopige vergoedingen betreft.
2. voor de terugbetaling van kosten : aard van de prestaties en datum of nummer van de factuur. Bij globale terugbetaling van verschillende prestaties worden deze vermeldingen gedetailleerd per prestatie of per factuur.
3. voor de uitbetaling in kapitaal : aard van de prestatie, graad van arbeidsongeschiktheid, basisloon, berekeningswijze van het kapitaal, brutovergoeding, sociale en fiscale afhoudingen, netto vergoeding en desgevallend aparte vermelding van de vergoeding wegens hulp van een andere persoon.
Art.4.In afwijking op artikel 14, eerste lid, van het handvest vermelden de beslissingen :
1. de mogelijkheid om de beslissing te betwisten bij de arbeidsrechtbank door middel van hetzij een dagvaardingsexploot dat door een gerechtsdeurwaarder aan de (verzekeringsonderneming) of [1 Fedris]1 wordt betekend, hetzij een proces-verbaal van vrijwillige verschijning; <KB 2001-11-10/40, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
2. het adres van de bevoegde arbeidsrechtbank;
3. de inhoud van de bepalingen van artikel 728 van het Gerechtelijk Wetboek en van artikel 68 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;
4. de refertes van het dossier en van de dienst die het beheert;
5. de mogelijkheid om opheldering te verkrijgen omtrent de beslissing bij de dienst die het dossier beheert of bij een aangewezen voorlichtingsdienst;
6. (de einddatum) binnen dewelke de sociaal verzekerde zijn rechten op de prestaties kan opeisen, evenals de mogelijke wijze van stuiting van de verjaring. <KB 1999-10-27/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 184, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 4bis. <Ingevoegd bij KB 1999-10-27/36, art. 2; Inwerkingtreding : 01-01-1997> De kennisgeving van de beslissing van aanvaarding van het arbeidsongeval die binnen twee weken na de datum van ontvangst van de aangifte gebeurt overeenkomstig de artikelen 7 en 14 van het handvest geldt als ontvangstbewijs.
Art.5.De aanvragen om bijslagen, bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11, van het koninklijk besluit van 10 december 1987 betreffende de bijslagen verleend in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, worden gevalideerd wat hun datum van indiening betreft, wanneer zij worden gericht aan de (verzekeringsonderneming) of [1 Fedris]1, die niet bevoegd zijn. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 184, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.