8 AUGUSTUS 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 17, § 1, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatchappelijke zekerheid der arbeiders, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 februari 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 1° worden de woorden " het Rijk en de Gemeenschappen en de personen die zij tewerkstellen in een betrekking die arbeidsprestaties meebrengt, verricht : " vervangen door de woorden " het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten aangesloten provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, en de personen die zij tewerkstellen in een betrekking die arbeidsprestaties meebrengt, verricht : ";
2° de 3° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 3° het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen, evenals de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven, die vakantiekolonies, speelpleinen en sportkampen inrichten en de personen die zij als beheerder, huismeester, monitor of bewaker, alléén tijdens de schoolvakanties tewerkstellen. ".
Art.2. Artikel 17bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 juni 1991, wordt aangevuld als volgt :
" Wordt eveneens aan de toepassing van de wet onttrokken, de studenten die de voorwaarden vervullen, bedoeld in de vorige leden, en aan de toepassing van de wet onttrokken werden in toepassing van artikel 17, § 1, voor prestaties die verricht werden in de loop van de maanden juli, augustus of september, of gedurende de aan de beschouwde zomervakantie voorafgaande periode. ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1997.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN