14 APRIL 1997. - Koninklijk besluit tot uitvoering wat sommige werkgevers van betaalde sportbeoefenaars betreft, van artikel 86 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-07-1997 en tekstbijwerking tot 14-12-2017)
Art. 1-7
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1. de wet : de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;
2. [1 Fedris : het Federaal agentschap voor beroepsrisico's;]1
3. de werkgever : de bij artikel 86 van de wet bedoelde werkgever die betaalde sportbeoefenaars tewerkstelt en die ambtshalve verzekerd is bij [2 Fedris]2;
4. de premie : de bij artikel 86 van de wet bedoelde premie voor ambtshalve verzekering bij [2 Fedris]2.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 178, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 180, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.2. De jaarlijkse premie is gelijk aan 2,5 pct. van het bedrag vastgesteld in artikel 39, eerste lid, van de wet, en aangepast overeenkomstig het derde lid van hetzelfde artikel.
Ze wordt berekend per twaalfden en is verschuldigd voor elke sportbeoefenaar die in de loop van een kalendermaand in dienst was van de werkgever.
Art.3.[1 Fedris]1 stuurt de werkgever de afrekening van de verschuldigde premie per aangetekend schrijven.
De werkgever is ertoe gehouden uiterlijk op de laatste dag van de derde maand, volgend op de maand waarin het aangetekend schrijven door [1 Fedris]1 aan de werkgever wordt verzonden, de premie aan [2 Fedris]2 te betalen.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 179, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 180, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.4.De werkgever die de verschuldigde premie niet betaalt binnen de termijn, zoals omschreven in artikel 3, tweede lid, is aan [2 Fedris]2 de bij artikel 59quater van de wet bepaalde opslagen en verwijlintresten verschuldigd.
Nochtans kan [1 Fedris]1, behalve de bij artikel 10 van het koninklijk besluit van 30 december 1976 tot uitvoering van sommige bepalingen van artikel 59quater van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 voorziene gevallen, ook een volledige vrijstelling van opslagen en intresten verlenen, wanneer de werkgever de verschuldigde premie volledig betaalt binnen de maand volgend op de uiterste betalingsdatum.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 179, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 180, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.5.Binnen de termijn van betaling, zoals omschreven in artikel 3, tweede lid, kan de werkgever aan [1 Fedris]1 een geschreven verzoek tot gehele of gedeeltelijke verzaking aan de invordering van de premie richten. Het [2 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]2 beslist op grond van bewezen overmacht, uitzonderlijke omstandigheden, sociale of billijkheidsredenen om al dan niet gedeeltelijk of geheel van de invordering van de premie af te zien. Dit verzoek tot verzaking schorst de betalingstermijn als bedoeld in artikel 3, tweede lid, tot op datum van kennisgeving van de beslissing van het [2 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]2 aan de werkgever.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 180, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 181, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1972 met uitzondering van artikel 4 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1988.
Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.