20 NOVEMBER 1997. - Koninklijk Besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 mei 1984 betreffende de organisatie en de werking van het Paleis voor Schone Kunsten.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 mei 1984 betreffende de organisatie en de werking van het Paleis voor Schone Kunsten wordt vervangen door de volgende bepaling : " Nadat hij het gemotiveerd advies van de in artikel 14 bedoelde commissie heeft ingewonnen, bepaalt de raad de algemene normen volgens welke hij de zalen en lokalen ter beschikking stelt van de instellingen en verenigingen en de algemene voorwaarden waaraan het gebruik van de zalen en lokalen is onderworpen.
" Bijzondere voorwaarden kunnen worden bedongen in de overeenkomst die de raad met elke gebruiker sluit ".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Voor de goedkeuring van zijn begroting bepaalt de raad jaarlijks het tarief van de vergoedingen die vanaf één juli van het volgende boekjaar voor het gebruik van de zalen en lokalen verschuldigd zijn.
" § 2. Het in paragraaf 1 vermelde tarief kan verminderingen of kortingen omvatten die, op verzoek van de gebruikers, kunnen toegestaan worden voor :
a) activiteiten die volgens de criteria vastgesteld door de Raad de culturele promotie bij de jeugd, bij de personen van de derde leeftijd of bij andere specifieke bevolkingsgroepen verzekeren;
b) activiteiten waarvoor de organisatoren een door de raad bepaalde minimumbezetting van de zalen en lokalen waarborgen;
c) reeksen van activiteiten, dit zijn activiteiten die ten minste driemaal onder een identieke vorm plaats hebben gedurende een periode van maximum twaalf maanden;
d) de in artikel 5 bedoelde aangesloten verenigingen;
e) de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke instellingen en verenigingen zonder winstoogmerk, voor zover ze, op eigen verzoek van te voren gericht aan de Raad, zijn opgenomen in een lijst die jaarlijks door de Raad is opgesteld en is goedgekeurd door de Minister die het toezicht uitoefent over het Paleis voor Schone Kunsten, omdat ze bijzonder representatief zijn voor de cultuur in de Federale Staat of in de Gemeenschappen.
" § 3. Geen enkele gebruiker kan evenwel genieten van verminderingen of kortingen toegekend in functie van meer dan twee van de in paragraaf 2 van dit artikel vermelde criteria. In voorkomend geval zal het Paleis van Schone Kunsten, onder de in de aanvraag van de betrokken gebruiker aangehaalde criteria, de selectie maken die zijn eigen budgettaire en financiële belangen het minst schaadt.
" § 4. De toegepaste tarieven, evenals de verminderingen, de kortingen en de begunstigden ervan, vormen een bijlage bij de begroting van het Paleis voor Schone Kunsten ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Wetenschapsbeleid en Onze Minister van Begroting zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 november 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Wetenschapsbeleid,
Y. YLIEFF