15 OKTOBER 1997. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van nationale steun voor projecten die de omkadering van de bedrijfsleiders in de productiesectoren groenten en witloof beogen.
Art. 1-6
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. De Minister : de Minister van de federale regering, bevoegd voor Landbouw.
2. Bestuur DG 6 : het Bestuur Onderzoek en Ontwikkeling van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
Art.2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan gedurende een periode van maximaal 6 jaar een steun toegekend worden voor projecten die de omkadering van bedrijfsleiders in de productiesectoren groenten of witloof realiseren.
Om in aanmerking te komen voor deze steun moeten deze projecten aan volgende voorwaarden voldoen :
- ingediend en uitgevoerd worden door de tuinbouwproeftuinen en -centra erkend door de Minister krachtens het koninklijk besluit van 15 december 1975 betreffende de erkenning en subsidiëring van tuinbouwproeftuinen en -centra gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 april 1978 en 29 oktober 1992, die actief zijn in de groenten- of witloofsector;
- de omkadering dient gericht te zijn op de verbetering van de leefbaarheid van de tuinbouwbedrijven door middel van voorlichting en begeleiding onder andere steunend op de registratie van technische en economische gegevens over de gewassen;
- ze moeten een konkrete omschrijving van de voorziene akties, een planning in de tijd en een kostenraming bevatten;
- bij het begin van ieder werkjaar legt elke projecthouder een jaarprogramma en een begroting van de inkomsten en uitgaven voor aan het Bestuur DG 6;
- op het einde van ieder werkjaar dient elke projecthouder een verslag over de uitvoering van het jaarprogramma en een afrekening, houdende de inkomsten en uitgaven van het jaarprogramma, in bij het Bestuur DG 6.
Het Bestuur DG 6 zamelt de vereiste documenten in, onderzoekt ze en legt ze met zijn advies voor aan de Minister, die beslist over de goedkeuring en over het bedrag van de steun.
Art.3. Voor de toekenning van de steun wordt een onderscheid gemaakt tussen de twee volgende luiken :
- het eerste luik omvat de uitbouw van een registratiesysteem van technische en economische gegevens over de gewassen in de sectoren glasgroenten en witloof, dat beheerd wordt door een coördinator. De goedgekeurde kosten hiervoor zijn gedurende de duur van de steunmaatregel ten laste van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
- Het tweede luik omvat de uitbouw van een omkadering van de bedrijfsleiders in de productiesectoren groenten en witloof door de projecthouders.
Het Ministerie van Middenstand en Landbouw neemt de kosten van de goedgekeurde projecten hiervoor gedurende het eerste jaar volledig ten laste. Vanaf het tweede tot en met het zesde jaar van het project wordt de steun per jaar cumulatief met 12% verminderd ten opzichte van het aanvankelijk toegekende bedrag. De vermindering van de steun moet gecompenseerd worden door een evenredige stijgende medefinanciering vanwege de omkaderde bedrijfsleiders.
Art.4. De uitbetaling van de toegekende steun gebeurt jaarlijks als volgt :
1. De drie vierden (75 %) van de jaarlijks toegekende steun wordt uitbetaald als voorschot bij de goedkeuring van het jaarprogramma;
2. Het saldo van de jaarlijks toegekende steun wordt uitbetaald na voorlegging van een jaarverslag over de uitvoering van het project samen met de planning voor het volgend jaar en van de boekhoudkundige bescheiden houdende de bewijsstukken van de gemaakte onkosten voor het jaarprogramma, en na goedkeuring ervan door de Minister.
Art.5. De projecthouders die nalaten de in artikel 4 bedoelde verantwoording te verstrekken of die de aangegane verbintenissen niet of gedeeltelijk nakomen, zullen gehouden zijn de ten onrechte uitgekeerde sommen terug te betalen. Het bedrag van de terug te betalen bedragen wordt, in voorkomend geval vermeerderd met de wettelijke intrest met ingang van de datum van de betaling en zonder aanmaning.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1997.
Brussel, 15 oktober 1997.
K. PINXTEN