8 SEPTEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 1996 tot vaststelling van de extra betalingen van de zoogkoeienpremie en de speciale premie voor producenten van rundvlees.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 oktober 1996 tot vaststelling van de extra betalingen van de zoogkoeienpremie en de speciale premie voor producenten van rundvlees wordt aangevuld als volgt :
" Een nationaal premiesupplement wordt toegekend aan de producent die in 1995 deelgenomen heeft aan de Landbouw- en Tuinbouwtelling conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 juni 1992 waarbij een jaarlijkse landbouw- en tuinbouwtelling per 15 mei wordt voorgeschreven.
Het nationaal premiesupplement wordt toegekend voor het aantal melkkoeien en het aantal zoogkoeien dat door de producent werd aangegeven onder de respectievelijke codes 521 en 522 van model 1 van de vragenlijst vastgelegd in de bijlage van het koninklijk besluit van 1 juni 1992 bedoeld in het vorige lid.
Het nationale premiesupplement per aangegeven melkkoe bedraagt 653 BEF.
Het nationale premiesupplement per zoogkoe bedraagt 1.419 BEF.
De Minister kan andere bijzondere berekeningswijzen vastleggen.
De betalingen, bedoeld in het eerste lid, die verricht worden na 15 oktober 1996, worden ten laste gebracht van de middelen voorzien bij de wet van 16 december 1996 houdende vierde aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1996 en tweede aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 1996, op de basisallocatie 31.52.20.3155 van het Ministerie van Middenstand en Landbouw binnen de limieten van de niet-gebruikte middelen van deze basisallocatie. "
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" De betaling aan de rechthebbende producenten van het in artikel 1 bedoelde nationale premiesupplement gebeurt door uitgifte van één of meerdere circulaire cheques.
Op straf van uitsluiting dient elk bezwaar per aangetekende brief te worden ingediend bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, Bestuur voor het landbouwproduktiebeheer (DG3) binnen de maand die volgt op de publicatie van dit besluit. "
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 april 1997.
Art. 4. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 september 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN