Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 OKTOBER 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten.



Inhoudstafel:


Art. 1-20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995014080 



Uitvoeringsbesluit(en):

1999014161  2000014304  2014011296 



Artikels:

Artikel 1. 1° In artikel 1, 14° van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en de exploitatie van GSM-mobilofonienetten, worden de woorden "van de operator" vervangen door de woorden "van een mobilofonie-operator of van een service provider waarmee deze operator een contract heeft gesloten";
  2° artikel 1 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met de volgende leden :
  " 24° DCS-1800 : "Digital Cellular System", variante van het GSM-systeem dat in de 1800 MHz frequentieband werkt en genormaliseerd is door het ETSI.;
  25° DCS-1800-operator : operator die krachtens het koninklijk besluit betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten gemachtigd is een mobilofonie-net volgens de DCS-1800-norm op te zetten en uit te baten;
  26° service provider : onderneming die met een operator een contract heeft gesloten voor de verkoop van diensten die gebruik maken van het net van deze operator;
  27° "roaming" : gebruiksmogelijkheid welke aan de abonnees van een mobilofonie-operator wordt geboden om het net van een andere operator te gebruiken;
  28° interconnectie : geheel van fysische en logische verbindingen tussen twee telecommunicatienetten dat de gebruikers van het ene net in staat stelt te communiceren met de gebruikers van het andere net of gebruik te maken van diensten aangeboden op het andere net;
  29° NIS : Nationaal Instituut voor de Statistiek;
  30° interconnectie-operator : elk behoorlijk gemachtigd operator van een telecommunicatienetwerk waarmee een operator van een mobilofonie-net zijn net, rechtstreeks of onrechtstreeks, verbindt;
  31° huurlijnen-operator : elk behoorlijk gemachtigd operator die de huurlijnendienst aanbiedt. "

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 2, a, worden de woorden "de verbindingen voor interconnectie met buitenlandse PSTN-netten moeten geschieden via het openbaar geschakeld net van BELGACOM" geschrapt;
  2° in § 2, b, worden de woorden "in dat geval, moet de verbinding voor de interconnectie via het openbaar geschakeld net van BELGACOM verlopen" geschrapt;
  3° § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. De operator stelt alles in het werk om de verschillende bijkomende diensten die in de GSM-norm van het ETSI. zijn opgenomen aan te bieden. "

Art.3. De tweede zin in artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Het Instituut wordt ten minste een maand van tevoren op de hoogte gebracht van elke wijziging in de structuur van of de controle op het kapitaal van de operator. Het Instituut deelt de Minister de betreffende wijzigingen mee. "

Art.4. In artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit, worden de tweede en derde zin geschrapt.

Art.5. Artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
  " De dekking van de bevolking wordt door het Instituut bepaald op grond van de demografische spreiding van de bevolking, die wordt vastgesteld door de onderverdeling van België in statistische sectoren door het NIS, welke rekening houdt met de residentiële bevolking. "

Art.6. Artikel 7 van het koninklijk besluit wordt aangevuld met een § 5 luidend als volgt :
  " § 5. De operatoren GSM1 en GSM2 kunnen een vergunning voor het opzetten en de exploitatie van een bijkomend netwerk dat gebruik maakt van het DCS-1800-systeem, bekomen volgens de bepalingen van huidige paragraaf.
  Dergelijke vergunning kan slechts aan een GSM-operator toe worden gekend indien de frequenties die hem zijn toegewezen op 900 MHz overeenkomstig § 1 van dit artikel, de verzadiging naderen na alle gepaste technische oplossingen in het werk te hebben gesteld. Het Instituut beoordeelt deze toestand op grond van door de operator verstrekte gegevens.
  Een dergelijke vergunning wordt in geen enkel geval toegekend voor de datum waarop het Instituut zijn akkoord meedeelt aan de eerste DCS-1800-operator de uitbreidingsfrequentiebanden van het GSM-systeem op 900 MHz te gebruiken overeenkomstig artikel 7, § 6, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonie-netwerken.
  Deze vergunning dekt het gebruik van ten hoogste vijfenzeventig radio-elektrische kanalen die door het Instituut aan de operator worden medegedeeld. Het geheel van deze kanalen wordt de operator geleidelijk ter beschikking gesteld volgens zijn door het Instituut gecontroleerde noden, zodra de vrijmaking ervan zal uitgevoerd zijn door het Ministerie van Landsverdediging overeenkomstig de schikkingen van artikel 8, § 5, van het in het vorige lid van dit artikel bepaalde koninklijk besluit. Een gedeeltelijke inwerkingstelling van deze kanalen kan door het Instituut worden toegestaan vóór de volledige vrijmaking van de betroffen frequenties door het Ministerie van Landsverdediging.
  Het opzetten en de exploitatie van een DCS-1800-netwerk door een GSM-operator op 900 MHz wordt geregeld door de bepalingen van het eerste hoofdstuk van het koninklijk besluit waarvan sprake in het derde lid van deze paragraaf, behoudens de bepalingen van de artikelen 6, 8, §§ 2 en 6, en 15 van het besluit terzake. "

Art.7. Artikel 8 van het koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 8. § 1. De operator stelt in de mate van het mogelijke, alles in het werk om zijn antennes op reeds bestaande steunen zoals daken van gebouwen, pylonen, gevels, te bevestigen.
  § 2. Indien aangetoond is dat een andere behoorlijk vergunde mobilofonieoperator in België er niet in geslaagd is om de nodige vergunningen te verkrijgen die nodig zijn voor het opzetten van een basisstation in een bepaalde zone, verleent de operator die andere mobilofoonoperator toegang tot zijn eigen antennesites in die zone, overeenkomstig de voorwaarden van dit artikel.
  In geval van betwisting van het werkelijke karakter van de onmogelijkheid de nodige vergunningen te verkrijgen, oordeelt het Instituut over dat werkelijke karakter. De beslissing van het Instituut is dwingend voor de verschillende betroffen operatoren.
  § 3. Indien een antennesite niet het eigendom is van de operator die deze site uitbaat, verzet deze zich niet tegen het afsluiten van een akkoord tussen de eigenaar van de site en de andere mobilofonie-operator, waardoor deze laatste de mogelijkheid wordt geboden de betroffen site te gebruiken niettegenstaande elke andersluidende clausule tussen de eigenaar en de DCS-1800-operator die deze site reeds gebruikt.
  § 4. In het geval dat een antenne-site het eigendom is van de operator zal deze niet weigeren te onderhandelen over het afsluiten van een akkoord met de andere mobilofonieoperator waardoor deze de mogelijkheid wordt geboden zijn eigen antennes op de bestaande steun te bevestigen. Deze verplichting tot gezamenlijk gebruik strekt zich uit over de installatie in de aanverwante lokalen, van elektronische uitrustingen van het basisstation in die mate dat het beschikbare gebouw het toelaat de uitrustingen van verschillende operatoren in verschillende lokalen te installeren.
  De bepalingen van het akkoord moeten redelijk, proportioneel en niet-discriminerend zijn : de huur wordt bepaald door de aankoopsom van het terrein, de bouw- en onderhoudskosten.
  De operator kan het gezamenlijke gebruik van zijn antennesite maar weigeren op grond van technische redenen welke behoorlijk gerechtvaardigd worden en als dusdanig door het Instituut worden erkend. Indien de bijkomende plaatsing van antennes aanzienlijke verstevigingswerken aan de bestaande structuur vereist, heeft de operator, eigenaar van de site, het recht zich tegen het gezamenlijke gebruik te verzetten.
  § 5. De bepalingen van § 4 van dit artikel, worden uitgebreid tot de antennesites uitgebaat door de operator en welke het eigendom zijn van een persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks met deze operator is verbonden.
  § 6. Elke betwisting betreffende het gezamenlijke gebruik van antennesites wordt aan het Instituut voorgelegd, met inbegrip van het geval van de onmogelijkheid tot een akkoord te komen overeenkomstig de bepalingen van artikel 75, § 8, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. "

Art.8. In artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de § 1 wordt aangevuld met de volgende leden :
  " Het Instituut kent aan de operator op basis van zijn gerechtvaardigde commerciële behoeften een gepaste capaciteit in het nationale nummeringsplan toe.
  De operator betaalt het jaarlijkse recht tegenover het Instituut overeenkomstig de nummeringscapaciteit welke hem ter beschikking wordt gesteld, ook wanneer hij een beroep doet op service providers.
  De operator verzekert een efficiënt beheer van de hem toegekende nummeringscapaciteit, in het bijzonder wanneer hij een beroep doet op service providers. "
  2° de § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. De operator verzekert de toegang tot de internationale dienst door middel van het prefix 00 en de toegang tot de nooddiensten door middel van het nummer 112. "

Art.9. Artikel 11 van het koninklijk besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " Art. 11. § 1. De operator kan zijn mobilofonie-net, rechtstreeks of onrechtstreeks, op elk ander telecommunicatienet van een behoorlijk gemachtigd operator verbinden, interconnectieoperator genoemd.
  Het geheel van technische en commerciële interconnectiemodaliteiten maakt het voorwerp uit van een interconnectie-overeenkomst tussen de betrokken partijen. De operator deelt aan het Instituut de interconnectie-overeenkomsten mee die hij afsluit met elke andere telecommunicatie-operator. De onderhandelingen met betrekking tot het verwezenlijken van interconnectie-akkoorden worden geregeld door het koninklijk besluit tot regeling van de termijnen en principes die van toepassing zijn op de commerciële onderhandelingen die worden gevoerd om interconnectie-akkoorden te sluiten.
  § 2. De operator kan de interconnectie verkrijgen tussen zijn mobilofonie-net en elk PSTN/ISDN-net of elk vergund mobilofonie-net in België. De bepalingen van huidige paragraaf zijn van toepassing op deze interconnecties.
  De operator maakt elke behoefte inzake interconnectie ten minste zes maanden vóór de gewenste datum van indienstneming aan de interconnectieoperator bekend.
  De interconnectie met de commutatoren van de interconnectieoperatoren gebeurt overeenkomstig signalisatie-protocol nr. 7 van het CCITT, en aangevuld door ETSI.. De interface voor de verbinding van de commutator(en) van het mobilofonie-net met deze netten moet zijn goedgekeurd door het Instituut vooraleer het net in dienst wordt gesteld.
  De interconnectieoperator licht zijn eigen abonnees volledig en duidelijk in over de commerciële toegangsvoorwaarden vanaf zijn eigen net tot het mobilofonie-net van de operator.
  § 3. De bepalingen van deze paragraaf zijn van toepassing op operatoren in de zin van het eerste lid van § 2 van dit artikel, waarvan verklaard wordt dat ze een aanmerkelijke macht op de markt hebben.
  De operator die om interconnectie verzoekt, kan vanwege de interconnectieoperator tot wie dit verzoek is gericht voldoening krijgen voor elke redelijke eis inzake de gevraagde capaciteit, de kwaliteit en de technische karakteristieken voor de interconnectie van zijn mobilofonienet.
  De operator kan, in functie van zijn behoeften, aan de betrokken interconnectieoperator interconnecties vragen op de plaatsen welke vastgesteld zijn in de lijst opgesteld door het Instituut.
  Zodra het technisch mogelijk is, moeten de operator en de interconnectieoperator wederzijds toegang verlenen tot hun dynamische gegevensbanken die automatisch het doorsturen van de oproepen behandelen, om het de andere partij mogelijk te maken zijn transmissieinfrastructuur en zijn interconnectiepunten te optimaliseren.
  De tarieven die door de operatoren worden toegepast op hun eigen abonnees voor de toegang tot de verschillende mobilofonie-netten vanaf hun eigen netten zijn niet-discriminerend en gebaseerd op objectieve criteria.
  Wat de financiële vergoeding betreft voor de doorstroming van het verkeer van het mobilofonie-net van de operator naar het net van de interconnectieoperator, moeten de door deze laatste gevraagde interconnectielasten steunen op criteria die objectief, doorzichtig en niet-discriminerend zijn en bepaald worden in functie van de kosten.
  § 4. Voor de interconnectie van elk gemachtigd mobilofonie-net in België op het PSTN/ISDN, past BELGACOM tenminste gelijke voorwaarden toe in gelijke omstandigheden, als deze toegepast voor de interconnectie van het GSM1-net uitgebaat door haar filiaal BELGACOM MOBILE.
  De in vorig lid geviseerde voorwaarden zijn de technische kwaliteit van de prestaties, de financiële voorwaarden en de termijnen waarbinnen deze prestaties ter beschikking worden gesteld in die mate dat de noden van de GSM2-operator behoorlijk aan BELGACOM werden gemeld.
  BELGACOM levert de synchronisatie van het mobilofonie-net van de operator die om interconnectie verzocht.
  § 5. De interconnectielasten door de operator aangerekend moeten op objectieve, doorzichtige en niet-discriminerende criteria steunen en bepaald worden in functie van de kosten wanneer het Instituut verklaart dat de operator een aanmerkelijke macht op de markt heeft.
  § 6. Elk geschil betreffende de interconnectie-overeenkomsten wordt aan het Instituut voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 75, § 8, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. "

Art.10. Artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 12. § 1. Elke huurlijnenoperator waarvan verklaard wordt dat hij een aanmerkelijke macht heeft op de markt, is gehouden de operator de gevraagde transmissielijnen ter beschikking te stellen die de nodige technische karakteristieken bieden overeenkomstig de bepalingen van deze paragraaf.
  Binnen de drie maanden volgend op de toekenning van de vergunning stelt de operator alles in het werk om de huurlijnenoperator de relevante planningsgegevens over te maken in verband met zijn transmissiebehoeften die hij verwacht te bestellen bij deze operator, volgens het formaat dat deze laatste voorstelt. De operator en de huurlijnenoperator stellen in samenspraak de planning en de voorwaarden op voor het ter beschikking stellen van de door de operator aan te sluiten sites en voor het ter beschikking stellen van de bijhorende transmissie-lijnen. Die planning houdt rekening met de eisen inzake ontplooing van de operator en de omvang van de vraag die de operator aan de huurlijnenoperator richt.
  De huurlijnenoperator stelt de bestelde transmissielijnen ter beschikking van de operator binnen een redelijke termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de datum van de bevestigde bestelling, voor zover de sites van de operator die moeten worden aangesloten op een redelijk in de tijd gespreide wijze aan de huurlijnenoperator worden ter beschikking gesteld, volgens de nadere regels die in samenspraak tussen de operator en de huurlijnenoperator zijn overeengekomen.
  § 2. De interfaces van de uitrusting die door de operator wordt gebruikt en die aangesloten zijn op de transmissielijnen die door elke behoorlijk vergunde huurlijnenoperator ter beschikking zijn gesteld, moeten door het Instituut zijn goedgekeurd en in perfecte staat van werking zijn.
  § 3. De terbeschikkingstelling van transmissielijnen aan de operator door elke behoorlijk vergunde operator wordt tussen beide partijen geregeld in een overeenkomst die aan het Instituut moet worden bezorgd.
  Elk geschil betreffende de terbeschikkingstelling van transmissielijnen voor de aansluiting van de infrastructuur wordt aan het Instituut voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 75, § 8, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
  § 4. De operator die een deel van zijn transmissie-infrastructuur wenst te verwezenlijken door middel van eigen straalverbindingen, richt zijn vergunningsaanvragen aan het Instituut op basis van het koninklijk besluit van 15 oktober 1979 betreffende de private radioverbindingen.
  Binnen de beperkingen van het beschikbare radio-elektrische spectrum, wordt de operator een specifieke frequentieband toegewezen met aangemeten breedte, waarin hij van het Instituut vergunningen kan krijgen voor het verwezenlijken van zijn straalverbindingen : de voorkeur wordt gegeven aan frequenties boven de 10 GHz. "

Art.11. In artikel 13 van het koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, wordt voor het tweede lid het volgende lid ingevoegd :
  " Bij het afsluiten van die contracten met service providers, verbindt de operator er zich toe dat zijn contractanten de volgende voorwaarden naleven :
  1° de gelijke toegang en behandeling van de gebruikers overeenkomstig artikel 4, § 5, van dit besluit;
  2° de algemene eerbiediging van de tariefstructuur van de operator;
  3° de verplichting het Instituut in te lichten over de tariefwijzigingen overeenkomstig § 2 van dit artikel;
  4° de naleving van de wettelijke bepalingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
  5° de nodige samenwerking met de gerechtelijke overheden en de hulpdiensten overeenkomstig artikel 16, § 3, van dit besluit;
  6° het sluiten van een overeenkomst tussen die service providers en de ombudsdienst bedoeld in artikel 16, § 4, van dit besluit;
  7° de inlichtingen aan de gebruikers over bepaalde gevaren verbonden met het gebruik van een mobilofonie-eindtoestel overeenkomstig artikel 16, § 5, van dit besluit;
  8° de bepalingen met betrekking tot de contracten en de factuur van de abonnees overeenkomstig artikel 16, § 6, van dit besluit. ";
  2° de eerste zin van § 2 wordt de door de volgende bepaling vervangen :
  " De operator stelt de tarieven vast van de diensten die hij aan de dienstabonnees verstrekt. Tussen de operator en de Minister wordt een tariefovereenkomst gesloten die bestemd is om de ontwikkeling in de loop van de tijd na te gaan van de tarieven die de operator toepast en die gebaseerd is op een indexformule die door het Instituut, in overleg met de operator wordt opgesteld. Deze indexformule geeft de globale gemiddelde prijs weer van de diensten die de operator aanbiedt. ";
  3° in de derde zin van § 2, worden de woorden "vooraf aan de Minister worden meegedeeld" vervangen door de woorden "binnen de maand volgend op het in werking treden van de betroffen aanpassing aan het Instituut worden medegedeeld";
  4° in § 2, wordt na de derde zin de volgende bepaling toegevoegd :
  " Indien het Instituut binnen een maand na de mededeling door de operator van de betrokken aanpassing der tarieven geen bezwaren formuleert, wordt deze aanpassing als stilzwijgend aanvaard beschouwd. ";
  5° § 3 wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Bij elke aanpassing wordt een exemplaar van dit blad aan het Instituut toegestuurd. ";
  6° § 4 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 4. De operator heeft het recht in de universele telefoongidsen vermeldingen te publiceren van de abonnees van zijn dienst welke zich niet verzetten tegen deze publicatie. "

Art.12. Artikel 14 van het koninklijk besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Dat concessierecht wordt in geen enkel geval, zelfs niet gedeeltelijk, terugbetaald. "

Art.13. In artikel 15, § 1, van het koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het volgende lid wordt voor lid 1 ingevoegd :
  " Zonder afbreuk te doen aan de rechten die aan het Instituut moeten worden betaald voor het verwerven van nummeringscapaciteit in het nationaal nummeringsplan, is de operator het Instituut jaarlijks de volgende retributies verschuldigd : ";
  2° in het eerste lid, worden de woorden "met inbegrip van het beheer van het nummeringsplan" geschrapt.

Art.14. Een artikel 15bis luidend als volgt wordt ingevoegd in hetzelfde koninklijk besluit :
  " Art. 15bis. § 1. De operator is gehouden financieel bij te dragen in het fonds voor de universele dienstverlening inzake telecommunicatie overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen.
  § 2. Op verzoek van het Instituut, verstrekt de operator alle nodige informatie om zijn bijdrage in het fonds voor de universele dienstverlening inzake telecommunicatie te berekenen. "

Art.15. In artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 3, worden tussen de woorden "aan de rechterlijke instanties" en de woorden "volgens de van kracht" de woorden "en aan de behoorlijk vergunde hulpdiensten" ingevoegd;
  2° § 3 wordt aangevuld met het volgende lid :
  " De operator werkt mee met de hulpdiensten in België om ze toe te laten met een zo groot mogelijke doeltreffendheid tussen te komen. "
  3° artikel 16 wordt aangevuld met een § 6 luidend als volgt :
  " § 6. De operator deelt aan het Instituut de type-overeenkomst mee welke hij met zijn abonnees afsluit.
  De operator biedt zijn abonnees de mogelijkheid een gedetailleerde en duidelijke factuur te ontvangen voor de diensten die hij hen levert. "

Art.16. Artikel 18, § 2, van het koninklijk besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Dit rapport vermeldt ondermeer de evolutie, maand per maand, van het totaal aantal abonnees van zijn diensten. "

Art.17. In artikel 19, § 3, van het koninklijk besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "het dubbele van" worden vervangen door de woorden "twintigmaal";
  2° de § 3 wordt aangevuld met het volgende lid :
  " De praktische regels ervan worden door de Minister vastgelegd. "

Art.18. De bijlagen 2, 3 en 4 van het koninklijk besluit worden opgeheven.

Art.19. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 20. Onze Minister van Telecommunicatie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 24 oktober 1997.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Telecommunicatie,
  E. DI RUPO