Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 JUNI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 2, § 5, 2ter en 3, § 1 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992012977 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2, § 5, eerste lid van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 5. - In afwijking op § 1 en voor de werknemers die ontslagen zijn in toepassing van een collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 3, § 1, eerste en tweede lid, wordt de in § 1 vereiste anciënniteit vastgesteld op 38 jaar beroepsverleden als loontrekkende berekend overeenkomstig artikel 114, § 4, tweede lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991. "

Art.2. Artikel 2ter van het voornoemd besluit van 7 december 1992 wordt aangevuld met een § 4 luidend als volgt :
  " § 4. De opzeggingstermijn of de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode van de ontslagen werknemers bedoeld in § 1, eerste lid, mag een einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst die voorziet in de aanvullende vergoeding, voor zover de ontslagen werknemers tenminste de leeftijd, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is, bereikt hebben tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. "

Art.3. Artikel 3, § 1, van het voornoemd koninklijk besluit van 7 december 1992 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 3, § 1. - Voor de werknemers bedoeld in artikel 2, § 5, mag de in artikel 2, § 1, eerste lid, vastgestelde minimumleeftijd van 58 jaar behouden worden op 55 of 56 jaar indien deze of een lagere leeftijdsgrens voorzien was in een collectieve arbeidsovereenkomst of een collectief akkoord die ten laatste op 31 mei 1986 neergelegd is ter griffie van de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en die op 1 september 1986 van kracht was en op 31 december 1996 zonder onderbreking nog steeds van kracht is.
  Voor de werknemers bedoeld in artikel 2, § 5, mag de in artikel 2, § 1, eerste lid, vastgestelde minimumleeftijd van 58 jaar behouden worden op 57 jaar indien deze leeftijdsgrens voorzien was in een collectieve arbeidsovereenkomst of een collectief akkoord die ten laatste op 31 augustus 1987 neergelegd is ter griffie van de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en die op 31 december 1996 zonder onderbreking nog steeds van kracht is.
  De in artikel 2, § 1, eerste lid, vastgestelde minimumleeftijd van 58 jaar mag behouden worden op 57 jaar indien deze leeftijdsgrens voorzien was in een collectieve arbeidsovereenkomst of een collectief akkoord die ten laatste op 31 augustus 1987 neergelegd is ter griffie van de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en die op 31 december 1996 zonder onderbreking nog steeds van kracht is, voor de werknemers die in kennis werden gesteld van hun ontslag vóór 1 januari 1997 en die de leeftijd van 57 jaar uiterlijk op 31 december 1996 hebben bereikt. "

Art.4. Artikel 3, § 3 van het voornoemde besluit van 7 december 1992 wordt aangevuld met een tweede lid luidend als volgt : " In afwijking op het eerste lid wordt de termijn van zes maanden op negen maanden gebracht voor de collectieve arbeidsovereenkomsten of de collectieve akkoorden bedoeld in art. 3, § 1, tweede lid die gesloten worden in 1997. "

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Art. 6. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 27 juni 1997.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET