Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 APRIL 1997. - Koninklijk besluit houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-05-1997 en tekstbijwerking tot 15-07-2004)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1998022086  2001022351  2001022352  2002022798  2003022034 



Artikels:

Artikel 1. Onderhavig besluit is van toepassing op de werkgevers behorend tot de baggersector en op hun werknemers tewerkgesteld aan boord van (in een lidstaat van de Europese Unie geregistreerde) schepen waarvoor een zeebrief kan worden voorgelegd, en die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en aan de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. <W 1999-01-25/32, art. 81, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>

Art.2. § 1. De in artikel 1 bedoelde werkgevers die voldoen aan de voorwaarden vermeld in § 2 worden vrijgesteld van de verplichting om voor hun in artikel 1 bedoelde werknemers de werkgeversbijdragen te betalen bedoeld in artikel 38, §§ 3, 1° tot 7° en 9° en 3bis van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
  (Wat de bijdragen van de werknemers betreft, kan de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit en onder de door Hem bepaalde voorwaarden en nadere regels, de werkgever toelaten de bijdragen, berekend op het loon dat begrensd is tot het bedrag bedoeld bij artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, te betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en het bedrag dat overeenstemt met de persoonlijke bijdragen berekend op het verschil tussen het bovenvermeld begrensd loon en het brutoloon te behouden.) <W 1999-12-24/43, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 06-02-2000>
  § 2. (De werkgevers, bedoeld in artikel 1, moeten ten minste een gelijkwaardig arbeidsvolume aan boord van schepen, waarvoor een zeebrief kan worden voorgelegd, aantonen en dit in vergelijking met het overeenstemmende kwartaal van 1996.) <W 2002-12-24/31, art. 112, 005; Inwerkingtreding : 31-12-2002>
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid en de Minister van Sociale Zaken bepalen wat dient te worden verstaan onder gelijkwaardig arbeidsvolume en bepalen tevens de nadere regelen en modaliteiten m.b.t. het te leveren bewijs dat voldaan is aan de in het eerste lid gestelde voorwaarden.

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op (30 juni 2005). <W 2004-07-09/30, art. 128, 007; Inwerkingtreding : 25-07-2004>

Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 25 april 1997.
  ALBERTVan Koningswege :
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN