Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 FEBRUARI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 1410, § 4 van het Gerechtelijk Wetboek, in toepassing van de artikelen 2 en 3, § 1, 3° en 4° en § 2 van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van e budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967101056 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. In artikel 1410, § 4 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 12 mei 1971 en 31 juli 1984, het koninklijk besluit van 23 oktober 1989, de wet van 20 juli 1991 en het koninklijk besluit van 19 mei 1995, worden op het einde van de eerste zin de woorden " ambtshalve teruggeïnd worden tot beloop van 10 pct. van iedere latere prestatie ten gunste van de gerechtigden of hun rechthebbenden " vervangen door de woorden " ambtshalve teruggevorderd worden ten belope van 10 pct. van iedere latere prestatie die aan de debiteur van het onverschuldigde bedrag of aan zijn rechthebbenden wordt uitgekeerd. "
  § 2. In artikel 1410, § 4 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 12 mei 1971 en 31 juli 1984, het koninklijk besluit van 23 oktober 1989 en de wet van 20 juli 1991, wordt een vierde lid ingevoegd luidende als volgt : " De terugvordering ten belope van 10 % bedoeld in het eerste lid of de terugvordering van meer dan 10 % bedoeld in het tweede lid kan bovendien worden verricht op de prestaties bedoeld in § 1, 2°, 3°, 4° en 8° ten voordele van een andere instelling of dienst die gerechtigd is om die prestaties terug te vorderen, indien ze ten onrechte zijn betaald.
  De terugvordering van meer dan 10 % mag evenwel niet tot gevolg hebben dat het gezinsinkomen van de schuldenaar of van zijn rechthebbenden wordt verlaagd tot een bedrag dat lager ligt dan het bestaansminimum vastgelegd door de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op het bestaansminimum, berekend met als basis de periode waarop deze prestatie betrekking heeft. "

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Art. 3. Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 20 februari 1997.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
  M. COLLA
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN
  De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
  K. PINXTEN
  De Minister van Justitie
  S. DE CLERCK