10 JULI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van 18 maart 1994 op de boekhouding en de jaarrekening van bepaalde instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 14, § 3, tweede lid van het koninklijk besluit van 18 maart 1994 op de boekhouding en de jaarrekening van bepaalde instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming wordt aangevuld als volgt :
" De beleggingsinstellingen met een beleggingsbeleid dat niet in betekenisvolle mate gericht is op het beleggen van hun middelen in vastrentende effecten, hebben de mogelijkheid het eerste lid niet toe te passen wanneer het verschil tussen het actuarieel rendement en het nominaal rendement van deze effecten te verwaarlozen is. ".
Art.2. Artikel 24, § 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" Deze vermelding is niet vereist in de jaarrekening over het eerste boekjaar waarop voor de beleggingsinstelling de bepalingen van dit besluit van toepassing zijn ".
Art.3. In artikel 30 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :
" De voorschriften van artikel 14, § 3, eerste en tweede lid van dit besluit treden in werking op 1 januari 1997. ".
Art. 4. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Onze Minister van Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juli 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie,
E. DI RUPO
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT
De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN