13 april 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende oprichting en vereenvoudiging, in de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken, van de loopbaan van de graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling ervan en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken en van de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 29 van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende oprichting en vereenvoudiging, in de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken, van de loopbaan van de graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling ervan en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken en van de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie wordt aangevuld met het volgende lid :
" De bepaling van het eerste lid is tevens van toepassing op het personeelslid benoemd tot de graad van vertaler tussen de datum van inwerkingtreding van artikel 14 van dit besluit en de datum van bekendmaking van de wet tot schrapping van de algemene graad van bode en van de bevorderingsgraden van eerstaanwezend bode, hoofdbode en eerstaanwezend hoofdbode in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken en tot wijziging van de voorwaarden om als vertaler bij het parket te worden benoemd. "
Art.2. Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" Alle bestuurshandelingen gesteld ten aanzien van de personeelsleden bedoeld in artikel 25 van dit besluit die werden verricht tussen 1 januari 1994 en de datum van bekendmaking van dit besluit, worden geacht te zijn voltrokken met toepassing van dit besluit. "
Art.3. Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 40. De artikelen 14, 24, § 2, 26 en 29 van dit besluit hebben uitwerking op datum van inwerkingtreding van de wet tot schrapping van de algemene graad van bode en van de bevorderingsgraden van eerstaanwezend bode, hoofdbode en eerstaanwezend hoofdbode in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken en tot wijziging van de voorwaarden om als vertaler bij het parket te worden benoemd.
Alle bestuurshandelingen gesteld ten aanzien van de personeelsleden bedoeld in artikel 26 van dit besluit die werden verricht tussen de datum van inwerkingtreding van het genoemde artikel en de datum van bekendmaking van de wet tot schrapping van de algemene graad van bode en van de bevorderingsgraden van eerstaanwezend bode, hoofdbode en eerstaanwezend hoofdbode in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken en tot wijziging van de voorwaarden om als vertaler bij het parket te worden benoemd, worden geacht te zijn voltrokken met toepassing van dit besluit. "
Art.4. Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt ingetrokken.
Art.5. Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt artikel 41.
Art. 6. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 april 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY