18 MAART 1997. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 8 februari 1994 betreffende de voortgezette vorming van de lagere officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven, door de beroepsofficieren van de krijgsmacht af te leggen met het oog op de bevordering tot de graad van majoor of tot een gelijkwaardige graad.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 4 van het ministerieel besluit van 8 februari 1994 betreffende de voortgezette vorming van de lagere officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven, door de beroepsofficieren van de krijgsmacht af te leggen met het oog op de bevordering tot de graad van majoor of tot een gelijkwaardige graad, worden de woorden ", de lucht- en de zeemacht" vervangen door de woorden "en de luchtmacht, en van de marine".
Art.2. Artikel 6, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 3. Het aanvaardingscomité van de marine bestaat uit :
1° de adjunct stafchef van de marine, of zijn gemachtigde;
2° de hoofdofficier met brevet van ingenieur van het militair materieel bedoeld in artikel 5, of zijn gemachtigde;
3° de chef van de sectie instructie van de staf van de marine, of zijn gemachtigde;
4° de chef van de technische dienst van de staf van de marine, of zijn gemachtigde;
5° minstens twee officieren met brevet van ingenieur van het militair materieel aangewezen door de stafchef van de marine. " .
Art.3. In artikel 21, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt het woord "module" vervangen door het woord "fase".
Art.4. In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het woord "module" vervangen door het woord "fase";
2° in het tweede lid wordt het woord "module" vervangen door het woord "fase".
Art.5. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 28. Zolang de benaming "zeemacht" niet gewijzigd is in "marine" is de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut der beroepsofficieren van de land-, de lucht-, de zeemacht en de medische dienst en der reserveofficieren van alle krijgsmachtdelen en van de medische dienst, moet telkens "zeemacht" gelezen wanneer de term "marine" gebruikt wordt in dit besluit. "
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 3 september 1996.
Brussel, 18 maart 1997.
J.-P. PONCELET