Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 JANUARI 1997. - Koninklijk besluit tot bepaling van de doeleinden van openbaar nut waarvoor een deel van de winst van de Nationale Loterij wordt bestemd.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. De doeleinden van openbaar nut waarvoor met toepassing van artikel 15, eerste lid, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij een deel van de winst van de Nationale Loterij bestemd wordt, zijn :
  1° de oprichting, uitbreiding, aanpassing, uitrusting en de werking van de erkende centra, diensten of structuren die personen met een handicap opvangen, huisvesten, begeleiden en zorgen voor de sociale en/of professionele integratie;
  2° de oprichting, uitbreiding, aanpassing, uitrusting en werking van scholen die leerlingen opvangen die erkend zijn als gehandicapten;
  3° de oprichting, uitbreiding, verbetering, uitrusting en de werking van erkende diensten die jongeren opvangen, begeleiden, huisvesten of volgen, in het kader van de hulp aan de jeugd en van de jeugdbescherming;
  4° de oprichting, uitbreiding, aanpassing, renovering, uitrusting en de werking van erkende instellingen die ouderen huisvesten, huisvestingsoorden en diensten die ouderen opvangen, begeleiden en/of hun autonomie bevorderen;
  5° de door een overheid erkende initiatieven die bijdragen tot de strijd tegen de armoede en tot de problematiek van de daklozen;
  6° de raadplegingen, diensten en instellingen inzake moeder- en kinderzorg;
  7° de ontwikkeling in al haar vormen van de lichamelijke opvoeding, de sportbeoefening, het openluchtleven, het toerisme en de jeugd;
  8° de ontwikkeling van kunst en letteren, het muziekleven, de musea en bibliotheken, de film en multimedia, evenals de verrijking van het cultureel patrimonium en de ontwikkeling van het culturele leven in het algemeen;
  9° de instandhouding van de historische, artistieke en wetenschappelijke waarde van beschermde monumenten, landschappen en gebouwen;
  10° de natuur- en milieubescherming;
  11° het wetenschappelijk onderzoek en de federale wetenschappelijke en culturele instellingen;
  12° de dierenbescherming en de instandhouding van diersoorten;
  13° de initiatieven waarvan de uitstraling ten goede komt aan het nationaal prestige of aan het sociaal, economisch of cultureel leven;
  14° de activiteiten in brede zin in het sociaal, familiaal, menslievend, vaderlandslievend, wetenschappelijk, cultureel of sportdomein;
  15° de opvang en de integratie van wettelijke migranten en van erkende politieke vluchtelingen.
  Wat de punten 1° tot 4° en 6° tot 13° van het vorig lid betreft, is de winstbestemming onderworpen aan de voorwaarde dat de begunstigden vooraf door een andere overheid gesubsidieerd of gefinancierd zijn, met uitzondering van de sportfondsen van de Gemeenschappen.

Art.2. Het deel van de winst bedoeld in artikel 1 mag alleen worden toegekend aan publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk.
  Nochtans :
  1° kunnen er geen subsidies worden toegekend aan de ministeries van de Gemeenschappen of de Gewesten, behalve ten bate van de sportfondsen van de Gemeenschappen en de scholen waarvan sprake in 3° a) die vallen onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen;
  2° kunnen subsidies alleen worden toegekend aan openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft hun plannen tegen de armoede;
  3° kunnen er subsidies worden toegekend :
  a) voor de werking van scholen bedoeld in artikel 1, eerste lid, 2°, die geen rechtspersoonlijkheid hebben;
  b) aan elke publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon wat de produktie van films en van multimedia betreft;
  c) aan elke persoon, als het gaat om prijzen en beurzen.

Art.3. De winst van de Nationale Loterij wordt bestemd volgens de beschikbare middelen.
  Het nastreven van één der doeleinden van openbaar nut als vermeld in artikel 1, geeft als dusdanig niet automatisch recht op de bestemming van die winst.

Art.4. De raad van bestuur van de Nationale Loterij adviseert de Minister van Financiën omtrent het winstverdelingsplan vermeld in artikel 16 van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij.

Art.5. De raad van bestuur van de Nationale Loterij bepaalt de criteria, regels en voorwaarden waarop hij zijn door artikel 17 van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij vereist advies grondt.
  Wat de doeleinden van openbaar nut betreft die onder de toepassing vallen van artikel 18 van dezelfde wet, adviseert hij de Minister van Financiën na kennis te hebben genomen van de voorstellen van de andere betrokken overheden.

Art.6. Het koninklijk besluit van 20 februari 1992 tot bepaling van de doeleinden van openbaar nut waarvoor een deel van de winst van de Nationale Loterij wordt bestemd, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 juli 1994, is voor het laatst toepasselijk op de subsidies die door de Minister van Financiën worden toegekend overeenkomstig het verdelingsplan van de winst van dienstjaar 1996 van de Nationale Loterij, bepaald krachtens artikel 16 van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij.

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 1 tot 5 die voor het eerst van toepassing zijn op de subsidies die door de Minister van Financiën worden toegekend overeenkomstig het verdelingsplan van de winst van dienstjaar 1997 van de Nationale Loterij, bepaald krachtens artikel 16 van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij.

Art. 8. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 24 januari 1997.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT