5 FEBRUARI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1995 houdende het reglement van de KENO, openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 mei 1995 houdende het reglement van de KENO, openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, worden de woorden "het in artikel 5, § 1, eerste lid, bedoelde formulier" vervangen door de woorden "de in artikel 5, § 1, derde lid, bedoelde formulieren".
Art.2. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen door de volgende paragraaf :
"§ 1. Onder voorbehoud van artikel 9, brengen de deelnemers hun voorspellingen uit door middel van formulieren die uit één enkel luik bestaan.
De door de deelnemers op de formulieren aangebrachte gegevens hebben slechts een informatieve waarde en vormen geen bewijs van deelneming. Na de verwerking ervan door de terminal, worden de formulieren teruggegeven aan de deelnemers, die er vrij over beschikken.
Er bestaan de volgende formuliertypes :
1° het formulier "7 roosters";
2° het formulier "1 rooster". ";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "Het in § 1, eerste lid, bedoelde model van formulier kan" vervangen door de woorden "De in § 1, derde lid, bedoelde modellen van formulieren kunnen".
Art.3. In artikel 6, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 5, § 1, eerste lid", vervangen door de woorden "artikel 5, § 1, derde lid, 1°".
Art.4. Een artikel 6bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Art. 6bis. § 1. Op de voorzijde van het in artikel 5, § 1, derde lid, 2°, bedoelde formulier staat 1 rooster met 80, van 1 tot 80 genummerde vakjes.
In dit rooster kan de deelnemer 1 tot 10 nummers kiezen door een kruis in de vorm van "x" te plaatsen in het (de) vakje(s) dat (die) overeenstemt(-men) met het (de) gekozen nummer (s).
Het (de) aldus in dit rooster aangeduide nummer (s) vormt (vormen) een voorspelling, die "geheel" wordt genoemd.
§ 2. Op het formulier bevinden zich eveneens, links van het rooster bedoeld in § 1, eerste lid, 3 onderscheiden en boven elkaar geplaatste reeksen van genummerde vakjes.
De bovenste reeks omvat 10 onderscheiden vakjes waarin de getallen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 vermeld zijn. Deze vermeldingen verwijzen naar het aantal in het rooster te kiezen nummers. De deelnemer merkt met een kruis in de vorm van "x" datgene van de 10 vakjes dat het aantal gekozen nummers bepaalt.
De middelste reeks omvat 6 onderscheiden vakjes waarin de getallen 1, 2, 4, 6, 8 of 10 vermeld zijn. Deze getallen verwijzen naar de factor waarmee de inzet moet worden vermenigvuldigd. De deelnemer merkt met een kruis in de vorm van "x" datgene van de 6 vakjes dat de gekozen multiplicator bepaalt.
De onderste reeks omvat 8 vakjes waarin de getallen 1, 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 vermeld staan. Ze stellen de deelnemer in staat te kiezen voor een deelname aan 1, 2, 3, 4, 6, 12, 18 of 24 trekking(en). De deelnemer merkt met een kruis in de vorm van "x" datgene van de 8 vakjes dat het aantal gekozen trekkingen bepaalt.
§ 3. Op de keerzijde van de formulieren kan er uitleg voor de deelnemers voorkomen.
§ 4. Het bedrag van de inzet voor het rooster waarin 1 à 10 nummers werden aangekruist, is uniform vastgesteld op 50 frank en dit voor een deelneming aan één trekking en wanneer de op de inzet toegepaste multiplicator bepaald is op 1.
Het bedrag van de totale inzet die per formulier verschuldigd is, stemt overeen met het produkt van de twee parameters, te weten de op de inzet toegepaste multiplicator en het aantal trekkingen waaraan wordt deelgenomen. Het bedrag wordt bepaald op :
1° een minimum van 50 frank wanneer het rooster deelneemt aan één trekking en de op de inzet toegepaste multiplicator bepaald is op 1;
2° een maximum van 12 000 frank wanneer het rooster deelneemt aan 24 trekkingen en de op de inzet toegepaste multiplicator bepaald is op 10. "
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 februari 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT