12 MEI 1997. - Ministerieel besluit betreffende de beveiliging door de rijkswacht van waardenvervoer.
Art. 1-5
Artikel 1. De rijkswachtbegeleiding bedoeld in de artikelen 15bis, 2° en 22, § 2, 2°, 2°, van het koninklijk besluit van 28 februari 1997 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardenvervoer, geschiedt met twee voertuigen en zes personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht.
De aanvragen voor rijkswachtbegeleiding worden uiterlijk vóór vijftien uur van de werkdag die de dag van de opdracht voorafgaat, toegezonden aan het Algemeen commando van de rijkswacht, Directie Operaties-Commandocentrum, Fritz Toussaintstraat 47, 1050 Brussel.
Art.2. De ondernemingen of diensten bedoeld in de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, die een begeleiding verkrijgen, staan in voor de telecommunicatie met elk van de in artikel 1 bedoelde rijkswachtvoertuigen.
Art.3. § 1. De in artikel 1 bedoelde begeleidingen geschieden tegen periodieke betaling. De in artikel 2 bedoelde ondernemingen of diensten betalen de wekelijkse facturen dienaangaande binnen de dertig dagen volgend op de datum van verzending.
In geval van wanbetaling kan de Minister van Binnenlandse Zaken de begeleiding door de rijkswacht opschorten zolang de schulden niet vereffend zijn.
§ 2. De uurkost van de begeleiding bedraagt 7 148 frank. Dit bedrag wordt gekoppeld aan het spilindex-cijfer 138,01.
De op de rittenbladen ingeschreven uren van begin en einde van de rijkswachtbegeleiding vermeerderd met anderhalf uur, zijn bepalend voor de aanrekening van de prestaties. Wanneer het aldus verkregen aantal uren weekprestaties een uurgedeelte gelijk aan of meer dan dertig minuten omvat, wordt dit gedeelte naar het volgende uur afgerond; in het tegenovergestelde geval wordt er geen rekening mee gehouden.
Art.4. De commandant van de rijkswacht of de door hem aangewezen overheid bepaalt de nadere regelen van de betalingsprocedure alsmede de overige nadere regelen inzake de uitvoering van de begeleidingen.
Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 5 mei 1997.
Brussel, 12 mei 1997.
J. VANDE LANOTTE