Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 JANUARI 1997. - Koninklijk besluit waarbij aan bepaalde openbare overheden toegang wordt verleend tot de informatiegegevens die worden bewaard bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, met betrekking tot de vreemdelingen die in het wachtregister zijn ingeschreven. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-02-1997 en tekstbijwerking tot 07-11-2003.)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000000852  2000009957  2003000532  2003000607 



Artikels:

Artikel 1. Aan de overheden bedoeld in artikel 5, derde lid, 2°, 4°, 9° en 10°, van de wet van 8 augustus 1983, tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen wordt toegang verleend tot de informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 11°, van dezelfde wet, met betrekking tot de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven.
  De hierna aangewezen personen en diensten die rechtstreeks onder de overheden, bedoeld in het eerste lid, ressorteren, hebben eveneens toegang tot deze informatiegegevens :
  1° voor zover zij onder de overheden, bedoeld in artikel 5, derde lid, 2° van de voormelde wet van 8 augustus 1983, ressorteren :
  a) de administratie van de arbeidsbetrekkingen en -reglementering, de dienst juridische studiën en de administratie van de werkgelegenheid wat het federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid betreft;
  b) de Directie Tewerkstelling en Beroepsopleiding wat de Algemene directie Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waals Gewest betreft;
  c) de administratie werkgelegenheid wat het ministerie van tewerkstelling en sociale aangelegenheden van de Vlaamse Gemeenschap betreft;
  d) de dienst immigratie en de dienst regionale inspectie wat het bestuur economie en werkgelegenheid van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreft;
  (2° voor zover zij onder de overheden genoemd in artikel 5, derde lid, 10°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 ressorteren :
  a) de magistraten van het auditoraat van de Raad van State;
  b) de hoofdgriffier en de griffiers van de Raad van State;
  c) de leden van het administratief personeel van het auditoraat en van de griffie, aangewezen overeenkomstig artikel 3.) <KB 2000-11-24/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 17-12-2000>
  (3° voor zover zij onder de overheden bedoeld in artikel 5, derde lid, 9°, van voornoemde wet van 8 augustus 1983 ressorteren :
  a) de hoofdgriffiers, de griffiers-hoofden van dienst en de griffiers, de eerstaanwezend adjunct-griffiers en adjunct-griffiers van de hoven en rechtbanken van de Rechterlijke Orde;
  b) de hoofdsecretarissen, de secretarissen-hoofden van dienst, de secretarissen, de eerstaanwezend adjunct-secretarissen, de adjunct-secretarissen, de eerstaanwezend opstellers en de opstellers die personeelslid zijn van de parketten, van de arbeidsauditoraten of van de krijgsauditoraten.) <KB 2003-04-04/17, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 07-11-2003>

Art.2. Aan de overheden, bedoeld in artikel 5, derde lid, 1°, 3°, 5°, 6°, (7°, 8° en 12°) van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 11°, en tweede lid, van dezelfde wet, met betrekking tot de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven. <KB 2000-10-06/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2000>
  De hierna aangewezen personen en diensten die rechtstreeks onder de overheden, bedoeld in het eerste lid, ressorteren, hebben eveneens toegang tot deze informatiegegevens :
  1° de dienst Bestaansminimum, de dienst Financiën en Onderstandskosten, (het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers,) de dienst Informatie aan de Vluchtelingen en de Opvangcentra voor Vluchtelingen, (de dienst Tweedelijnsopvang,) voor zover zij onder de overheid, bedoeld in artikel 5, derde lid, 1°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983, ressorteren; <KB 2003-06-10/38, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 13-09-2003> <KB 2003-06-29/34, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 19-09-2003>
  2° de Dienst Vreemdelingenzaken, voor zover zij onder de overheid, bedoeld in artikel 5, derde lid, 3°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983, ressorteert;
  3° de dienst burgerlijke stand en de dienst bevolking, voor zover zij onder de gemeentelijke overheden, bedoeld in artikel 5, derde lid, 5°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983, ressorteren;
  4° de leden van het operationeel korps van de Rijkswacht, voor zover zij onder de overheid, bedoeld in artikel 5, derde lid, 8°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983, ressorteren.
  (5° de adjunct-administrateur-generaal en de leden van de Veiligheid van de Staat, voor zover zij onder de overheid, bedoeld in artikel 5, derde lid, 12°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983, ressorteren.) <KB 2000-10-06/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-11-2000>

Art.3. Wat de diensten bedoeld in (de artikelen 1, tweede lid, 1° (en 3°), en 2, tweede lid, 1° tot 3°), betreft, geldt de toegang tot de informatiegegevens van het wachtregister enkel voor de (personeelsleden) die daartoe schriftelijk en bij name door de overheid onder wie zij ressorteren, zijn aangewezen op grond van de functies die zij uitoefenen en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden. <KB 2000-11-24/33, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 17-12-2000> <KB 2003-06-10/38, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 13-09-2003> <KB 2003-04-04/17, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 07-11-2003>
  (Alleen personen die krachtens wettelijke, statutaire of contractuele verplichtingen ertoe gehouden zijn het vertrouwelijk karakter van de gegevens in acht te nemen, mogen worden aangewezen.) <KB 2003-06-10/38, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 13-09-2003>
  (Wat de diensten bedoeld in artikel 1, tweede lid, 3°, betreft, wordt naargelang het geval bij de procureur-generaal, bij de auditeur-generaal bij het Militair Gerechtshof, bij de procureur des Konings, bij de arbeidsauditeur of bij de krijgsauditeur permanent een lijst van de gemachtigde personen bijgehouden en ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
  Die lijst bevat de naam, de graad en het ambt van de gemachtigde personen en wordt aangevuld met een document dat alle gemachtigde personen hebben ondertekend en waarin is vermeld dat zij de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens van het Rijksregister moeten waarborgen.) <KB 2003-04-04/17, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 07-11-2003>

Art.4. De met toepassing van de artikelen 1 en 2 verkregen informatiegegevens mogen enkel gebruikt worden door de overheden die in deze artikelen worden genoemd en de diensten die daaronder ressorteren voor de uitoefening van de taken die hun bij of krachtens de wet of een decreet zijn toevertrouwd ten opzichte van de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven.
  Deze informatiegegevens mogen niet aan derden worden meegedeeld.
  Voor de toepassing van het tweede lid worden niet als derden beschouwd :
  1° de natuurlijke personen waarop deze informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;
  2° de overheden en diensten, andere dan die welke opgenoemd worden in de artikelen 1 en 2 van dit besluit, voor zover zij opgesomd worden in artikel 5, derde lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, voor zover zij overeenkomstig dat artikel door de Koning bij name zijn aangewezen om toegang te krijgen tot deze informatiegegevens en voor zover zij handelen in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden ten opzichte van de personen die in het wachtregister zijn ingeschreven.

Art.5. De overheden bedoeld in de artikelen 1 en 2 houden de lijst met de namen van de personen die gemachtigd zijn om kennis te nemen van de informatiegegevens die bewaard worden bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, met betrekking tot personen die zijn ingeschreven in het wachtregister, met vermelding van hun titel en hun functie, steeds ter beschikking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Art. 6. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 6 januari 1997.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  J. VANDE LANOTTE
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK