31 OKTOBER 1996. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de voorschriften voor de toekenning van de zogenaamde overbruggingsleningen alsmede de follow-up ervan. (VERTALING).
Art. 1-8
Artikel 1. De aanvragen om een zogenaamde "overbruggingslening" worden door het college van burgemeester en schepenen ingediend bij de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden.
Art.2. De toekenning van een zogenaamde "overbruggingslening" is onderworpen aan het opmaken van een begeleidingscontract. Het contract heeft dezelfde looptijd als de aangevraagde lening.
Art.3. Het begeleidingscontract voorziet in enveloppes per economische groep.
Het begeleidingscontract moet het begrotingsevenwicht waarborgen, zowel voor het eigenlijke begrotingsjaar als voor de samengevoegde begrotingsjaren, en moet aantonen dat de betrokken gemeente in staat is om het hoofd te bieden aan de lasten die aan een "overbruggingslening" gebonden zijn. Het bevat begrotingsramingen voor de looptijd van de lening die in voorkomend geval jaarlijks kan worden herzien.
Art.4. Het begeleidingscontract wordt door de gemeenteraad opgemaakt en aan de goedkeuring van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden onderworpen.
Art.5. De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden beslist binnen veertig dagen na ontvangst van de akten.
Die termijn kan met maximum twintig dagen worden verlengd.
De dag van ontvangst van de akte geldt als eerste dag van de termijn maar is er niet in begrepen. De vervaldag is wel in de termijn begrepen. Als de vervaldag een zaterdag, zondag of feestdag is, wordt hij naar de eerstkomende werkdag verschoven.
Na het verstrijken van de termijn worden de akten geacht verworpen te zijn.
Art.6. Iedere beslissing die krachtens artikel 5 door de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden wordt genomen, moet ter kennis van de gemeente worden gebracht.
De kennisgeving gebeurt schriftelijk.
De schriftelijke kennisgeving moet op straffe van nietigheid uiterlijk op de vervaldag verzonden worden.
Tegelijkertijd informeert de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden de betrokken bestendige deputatie van de provincieraad.
Art.7. Indien het beoogde begrotingsevenwicht niet verwezenlijkt is, wordt het beheersplan door de gemeente geactualiseerd.
Art. 8. De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 31 oktober 1996.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
B. ANSELME