30 JANUARI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1992 betreffende de veiligheid van gastoestellen.
Art. 1-14
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 3 juli 1992 betreffende de veiligheid van gastoestellen worden, al naar het geval, de woorden "het EG-merkteken", "het EG-overeenstemmingsteken" en "het EG-merk" vervangen door de woorden "de CE-markering".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "met dergelijke branders uitgeruste warmtegeneratoren" telkens vervangen door de woorden "warmtegeneratoren bestemd om uitgerust te worden met dergelijke branders".
Art.3. Het artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 5. De toestellen en toebehoren zoals bedoeld in artikel 2 moeten voldoen aan de fundamentele voorschriften die in bijlage 1 zijn vermeld.
Het in de handel brengen en ingebruiknemen van toestellen die voldoen aan alle voorschriften van dit besluit, met inbegrip van de in artikel 7 bedoelde procedures ter beoordeling van de overeenstemming, mogen, indien ze van de in artikel 13 bedoelde CE-markering voorzien zijn, niet verboden, beperkt of belemmerd worden.
Het in de handel brengen en ingebruiknemen van de toebehoren, vergezeld van een attest als bedoeld in artikel 7, § 4, die voldoen aan de fundamentele voorschriften van bijlage 1 mogen niet verboden, beperkt of belemmerd worden."
Art 4. In artikel 6, 1°, van hetzelfde besluit worden na de woorden "Belgische normen" de woorden "of buitenlandse normen" ingevoegd.
Art.5. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de §§ 5 en 6 vervangen door de volgende bepalingen :
"§ 5. a) Wanneer de toestellen reeds onder andere reglementeringen van EEG-oorsprong vallen die betrekking hebben op andere aspecten en die voorzien in het aanbrengen van de CE-markering, dan toont deze markering aan dat de toestellen geacht worden ook aan de bepalingen van die andere reglementeringen te voldoen.
De toebehoren worden eveneens geacht aan deze reglementeringen te voldoen.
b) Indien echter in één of meer van deze reglementeringen gedurende een overgangsperiode de fabrikant de keuze van toe te passen regeling wordt gelaten, geeft de CE-markering alleen aan dat aan de voorschriften van de door de fabrikant toegepaste reglementeringen is voldaan. In dat geval moeten de in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte referenties van de toegepaste reglementeringen worden vermeld op de door deze reglementeringen vereiste documenten, handleidingen of gebruiksaanwijzigingen die bij de toestellen zijn gevoegd.
Voor de toebehoren dient de fabrikant eveneens de in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte referenties van de door hem toegepaste reglementeringen te vermelden op de door deze reglementeringen vereiste documenten, handleidingen of gebruiksaanwijzigingen die bij de toestellen zijn gevoegd.
§ 6. De dossiers met betrekking tot procedures van vaststelling van overeenstemming en de erop betrekking hebbende briefwisseling worden gesteld in het Nederlands, Frans of het Duits of in een taal aangenomen door het organisme dat bevoegd is om de procedures van vaststelling van overeenstemming in werking te stellen."
Art.6. Artikel 9 van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 9. In het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt :
- de lijst bevattende de Belgische en buitenlandse aangewezen erkende organismen die bevoegd zijn om de procedures voorzien in artikel 7 in werking te stellen, hun specifieke taken alsook het identificatienummer dat hen door de Europese Commissie werd toegekend;
- de referenties van de Belgische normen, bedoeld in artikel 6."
Art.7. In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door het volgend lid :
"Op de toestellen mogen geen markeringen worden aangebracht die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of de grafische vorm van de CE-markering. Op het toestel of op de opschriftenplaat mogen andere markeringen worden aangebracht op voorwaarde dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van de CE-markering niet wordt verminderd."
Art.8. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 14. Onverminderd artikel 10 :
a) ontstaat, wanneer de Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren vaststelt dat de CE-markering ten onrechte is aangebracht, voor de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde de verplichting om onder de door de Minister gestelde voorwaarden de betrokken toestellen in overeenstemming te brengen met de bepalingen inzake de CE-markering en aan de overtreding een einde te maken.
b) kan de Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, indien de tekortkoming blijft bestaan, alle passende maatregelen treffen om overeenkomstig de procedure van artikel 10 het in de handel brengen van de betrokken toestellen te beperken of te verbieden dan wel uit de handel te laten nemen."
Art.9. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 15. Het toezicht, de vaststelling en de bestraffing van de inbreuken gebeuren overeenkomstig de wet van 11 juli 1961 betreffende de waarborgen welke de machines, de onderdelen van machines, het materieel, de werktuigen, de toestellen, de recipiënten en de beschermingsmiddelen inzake veiligheid en gezondheid moeten bieden.
Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van de gerechtelijke politie,
1° wordt het hoog toezicht op de naleving van de bepalingen van dit besluit uitgeoefend door de ambtenaren en beambten van het Bestuur Energie van het Ministerie van Economische Zaken.
2° wordt de kontrole op de naleving van de bepalingen van dit besluit uitgeoefend door :
- de ambtenaren en beambten van de Administratie van de arbeidsveiligheid;
- de ambtenaren en beambten van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid;
- de ambtenaren en beambten van het Bestuur Economische Inspectie;
- de ambtenaren en beambten van de Administratie der douanen en accijnzen."
Art.10. In de bijlage 1 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid van het punt 1.2. vervangen door volgende bepaling :
"De aanwijzingen en waarschuwingen moeten minstens gesteld zijn in de taal of talen van het taalgebied waar de toestellen op de markt worden gebracht."
Art.11. In de bijlage 2 van hetzelfde besluit worden de punten 2.1, 3.1, 4.1, 5 en 6 vervangen door volgende bepalingen :
"2.1. De EG-verklaring van type-overeenstemming is dat deel van de procedure waarbij de fabrikant verklaart dat de betreffende toestellen in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het EG-typeonderzoekcertificaat en voldoen aan de toepasselijke fundamentele voorschriften van dit besluit. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt de CE-markering op ieder toestel aan en stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op. Deze verklaring van overeenstemming heeft betrekking op één afzonderlijk toestel of op een aantal toestellen en wordt door de fabrikant bewaard. De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangewezen organisme dat belast is met de in punt 2.3. beschreven steekproeven."
"3.1. De EG-verklaring van type-overeenstemming (produktiekwaliteitsgarantie) is de procedure waarbij de fabrikant die aan de voorschriften van punt 3.2. voldoet, verklaart dat de betreffende toestellen in overeenstemming zijn met het in het EG-type-onderzoekcertificaat beschreven type en voldoen aan de toepasselijke fundamentele voorschriften van dit besluit. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt de CE-markering op ieder toestel aan en stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op. Deze verklaring heeft betrekking op één afzonderlijk toestel of op een aantal toestellen en wordt door de fabrikant bewaard. De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van het aangewezen erkend organisme dat belast is met het EG-toezicht."
"4.1. De EG-verklaring van type-overeenstemming (produktkwaliteitsgarantie) is dat deel van de procedure waarbij de fabrikant die voldoet aan de verplichtingen van punt 4.2. verklaart dat de toestellen in kwestie in overeenstemming zijn met het type beschreven in het EG-type-onderzoekcertificaat en voldoen aan de op de toestellen van toepassing zijnde fundamentele voorschriften van dit besluit. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt de CE-markering op ieder toestel aan en stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op. Deze verklaring van overeenstemming heeft betrekking op één of meer toestellen en wordt door de fabrikant bewaard. De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van het aangewezen erkend organisme dat belast is met het EG-toezicht."
"5. EG-keuring :
5.1. De EG-keuring is de procedure waarbij de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde garandeert en verklaart dat de aan de bepalingen van punt 5.3 onderworpen toestellen in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het EG-typeonderzoekcertificaat en voldoen aan de op de toestellen toepasselijke voorschriften van dit besluit.
5.2. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricageprocédé waarborgt dat de toestellen in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het EG-typeonderzoekcertificaat, en voldoen aan de toepasselijke voorschriften van dit besluit. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt op elk toestel de CE-markering aan en stelt de verklaring van overeenstemming op. De verklaring van overeenstemming kan slaan op één of meer toestellen en wordt door de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde bewaard.
5.3. Het aangewezen erkend organisme verricht de gepaste onderzoeken en/of proeven om na te gaan of het toestel voldoet aan de voorschriften van dit besluit; dit geschiedt, naar keuze van de fabrikant, door middel van controle en beproeving van elk toestel afzonderlijk overeenkomstig punt 5.4 ofwel door middel van controle en beproeving op statistische basis overeenkomstig punt 5.5.
5.4. Keuring door middel van controle en beproeving van elk toestel afzonderlijk :
5.4.1. Elk toestel wordt afzonderlijk onderzocht en onderworpen aan de passende proeven als omschreven in de artikel 6 bedoelde toepasselijke normen of aan gelijkwaardige proeven, om na te gaan of het in overeenstemming is met het type als beschreven in het EG-typeonderzoekcertificaat en of het voldoet aan de toepasselijke voorschriften van dit besluit.
5.4.2. Het aangewezen erkend organisme brengt op ieder goedgekeurd toestel haar identificatienummer aan of laat dit doen; tevens stelt zij voor de verrichte proeven een verklaring van overeenstemming op. De verklaring van overeenstemming kan voor één of meerdere toestellen gelden.
5.4.3. De fabrikant of zijn gevolmachtigde moet in staat zijn desgevraagd de verklaringen van overeenstemming van het aangewezen erkend organisme voor te leggen.
5.5. Statistische keuring :
5.5.1. De fabrikant biedt zijn toestellen aan in homogene partijen en neemt alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het fabricageprocédé de homogeniteit van iedere partij waarborgt.
5.5.2. Voor de statistische methode wordt gebruik gemaakt van volgende gegevens :
De toestellen worden onderworpen aan een statistische attributenkeuring en worden daarvoor verdeeld in identificeerbare partijen bestaande uit exemplaren van één model die onder gelijke omstandigheden zijn vervaardigd. Met willekeurige tussenpozen wordt er een partij onderzocht. De voor de steekproef uitgekozen toestellen worden afzonderlijk onderzocht en er worden passende proeven, als omschreven in de in artikel 6 bedoelde toepasselijke normen, of gelijkwaardige proeven uitgevoerd om te bepalen of de partij wordt goedgekeurd, dan wel afgekeurd.
Een en ander geschiedt aan de hand van een steekproefschema, waarbij de volgende criteria gelden :
- het normale kwaliteitsniveau van de aangeboden partij, dat overeenkomt met een goedkeuringskans van 95 % en een niet-overeenstemmingspercentage van 0,5 tot 1,5 %;
- de grenskwaliteit van de aangeboden partij, die overeenkomt met een goedkeuringskans van 5 % en een niet-overeenstemmingspercentage van 5 tot 10 %.
5.5.3. Indien een partij wordt goedgekeurd, brengt het aangewezen erkend organisme op ieder toestel haar identificatienummer aan of laat zij dit doen; tevens stelt zij voor de verrichte proeven een verklaring van overeenstemming op. Alle toestellen van de partij mogen in de handel worden gebracht, met uitzondering van de toestellen waarvoor tijdens de steekproef gebleken is dat zij niet in overeenstemming zijn.
Indien een partij wordt afgekeurd, neemt het bevoegde aangewezen erkende organisme passende maatregelen om het in de handel brengen van deze partij te voorkomen. Bij herhaalde afwijzing van de partijen kan het aangewezen erkend organisme de statistische keuring staken.
Tijdens de fabricage mag de fabrikant onder verantwoordelijkheid van het aangewezen erkende organisme het identificatienummer van dit organisme aanbrengen.
5.5.4. De fabrikant of zijn gevolmachtigde moet in staat zijn desgevraagd de verklaringen van overeenstemming van het aangewezen erkend organisme voor te leggen.
6. EG-keuring per eenheid :
6.1. De EG-keuring per eenheid is de procedure waarbij de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde garandeert en verklaart dat het toestel waarvoor de in punt 6.2. bedoelde verklaring is afgegeven, voldoet aan de toepasselijke voorschriften van dit besluit. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde brengt op het toestel de CE-markering aan en stelt een verklaring van overeenstemming op, die hij bewaart.
6.2. Het aangewezen erkend organisme onderzoekt het toestel en verricht, met inachtneming van de ontwerp-documentatie, de passende proeven om de overeenstemming van het toestel met de fundamentele voorschriften van dit besluit te waarborgen.
Het aangewezen erkend organisme brengt haar identificatienummer op het goedgekeurde toestel aan of laat dit doen; tevens stelt zij voor de verrichte proeven een verklaring van overeenstemming op.
6.3. De ontwerp-documentatie als omschreven in bijlage 4 dient toe te laten de overeenstemming van het toestel na te gaan met de voorschriften van dit besluit, alsook inzicht te verkrijgen in het ontwerp, de fabricage en de werking van het toestel.
De ontwerp-documentatie als omschreven in bijlage 4 wordt ter beschikking gesteld van het aangewezen erkend organisme.
6.4. Indien het aangewezen erkend organisme dit nodig acht, kunnen de onderzoeken en de passende proeven na installatie van het toestel worden uitgevoerd.
6.5. De fabrikant of zijn gevolmachtigde moet desgevraagd de verklaringen van overeenstemming van het aangewezen erkend organisme kunnen voorleggen."
Art.12. De bijlage 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling :
"Bijlage 3
CE-Markering van overeenstemming en opschriften
1. De CE-markering van overeenstemming bestaat uit de initialen "CE" in de volgende grafische vorm :
(Grafische vorm niet opgenomen om technische redenen, zie Belgisch Staatsblad 12-04-1996, p. 8649).
De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van het aangewezen erkend organisme dat in de productiecontrolefase optreedt.
2. Op het toestel of op de opschriftenplaat moet de CE-markering zijn aangebracht te zamen met de volgende opschriften :
- de naam van de fabrikant of zijn identificatieteken;
- het fabrieksmerk van het toestel;
- de gebruikte elektrische voeding, indien van toepassing;
- de toestelcategorie;
- de laatste twee cijfers van het jaar waarin de CE-markering is aangebracht.
Aanvullende gegevens die nodig zijn voor de installatie worden bijgevoegd alnaargelang de aard van de verschillende toestellen.
3. Bij vergroting of verkleining van de CE-markering moeten de verhoudingen van bovenstaande gegradueerde afbeelding in acht genomen worden.
De onderscheiden onderdelen van de CE-markering moeten nagenoeg dezelfde hoogte hebben, die minimaal 5 mm bedraagt."
Art.13. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
De toestellen en de toebehoren die voldoen aan de markeringsregelingen welke vóór 1 januari 1995 van kracht zijn, mogen op de markt gebracht worden en/of in dienst gesteld worden tot 1 januari 1997.
Art. 14. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 januari 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie,
E. DI RUPO
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET