15 OKTOBER 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde monumenten.
Art. 1-12
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde monumenten worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt :
"2° premienemer : de eigenaar of de houder van zakelijke rechten op het goed die opdrachtgever is van de restauratiewerken en de kosten ervan draagt. "
2° de bepaling onder 8° wordt vervangen door wat volgt :
"8° onderwijsgebouwen : gebouwen van de universiteiten en van de Vlaamse autonome hogescholen en gebouwen bestemd voor het Gemeenschapsonderwijs of het gesubsidieerd onderwijs, met inbegrip van de PMS-centra, de internaten en al de gebouwen met hun aanhorigheden die op grond van hun onderwijsbestemming van de onroerende voorheffing zijn vrijgesteld en effectief voor educatieve doeleinden worden gebruikt. "
3° er worden een 9° en 10° aan toegevoegd, die luiden als volgt :
"9° meerwerken : werken waarbij de in de aanvaarde kostenraming vermelde hoeveelheden worden overschreden;
10° bijwerken : werken die ingevolge onvoorziene omstandigheden noodzakelijk zijn en die niet begrepen zijn in de werken op basis waarvan, overeenkomstig artikel 3, § 1, het bedrag van de restauratiepremie is berekend."
Art.2. In artikel 2, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "eigenaar, vruchtgebruiker of erfpachter" vervangen door de woorden "eigenaar of de houder van zakelijke rechten".
Art.3. In hetzelfde besluit worden de woorden "universitaire en schoolgebouwen" vervangen door het woord "onderwijsgebouwen" in :
- artikel 2, §§ 2 en 3;
- artikel 4;
- het opschrift van Hoofdstuk V;
- artikel 19, § 1.
Art.4. In artikel 3, § 1 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "of inschrijving" en de woorden "verhoogd met", de woorden "indien het bedrag ervan lager ligt dan dat van de raming," ingevoegd en wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Voor de werken die door de premienemer zelf of in eigen beheer worden uitgevoerd of voor werken uitgevoerd door gespecialiseerde opleidingscentra, komt enkel de kostprijs in aanmerking voor de levering van materialen en de huur van stellingen. "
Art.5. In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit, wordt 2° vervangen door wat volgt :
"2° de werken laten uitvoeren volgens de regels van de kunst en onder toezicht van de Vlaamse regering, hetzij door geregistreerde aannemers en onderaannemers die voldoen aan de vereisten van de wetgeving inzake de registratie en de erkenning van aannemers, hetzij door de premienemer zelf of in eigen beheer, hetzij, voor werken beneden twee miljoen frank, (BTW niet inbegrepen) door gespecialiseerde opleidingscentra;".
Art.6. In artikel 5, § 2 van hetzelfde besluit, wordt het woord "schoolgebouwen" vervangen door het woord "onderwijsgebouwen".
Art.7. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Artikel 8. § 1. Bij de afrekening van een toegekende restauratiepremie neemt de premienemer de meerwerken te zijnen lasten voor zover het bedrag van de eindafrekening hoger is dan dat waarop de premie is berekend en voor zover de kosten voor deze meerwerken niet zouden zijn gecompenseerd door minwerken.
Indien het eindbedrag der werken lager ligt dan de toegekende premie dan wordt de premie naar verhouding verminderd.
In elk geval blijft de premie beperkt tot het oorspronkelijk vastgestelde bedrag overeenkomstig artikel 3, § 1 van dit besluit, tenzij met toepassing van de in de artikelen 13, § 5 en 17, § 3 vermelde actualisering.
§ 2. Bijwerken kunnen bij de afrekening niet in aanmerking worden genomen. Voor bijwerken kan wel een afzonderlijke, gemotiveerde aanvraag worden ingediend. Het bedrag waarop de premie voor de bijwerken berekend wordt, is beperkt tot ten hoogste 10 % van het bedrag waarop de oorspronkelijke premie berekend is, en in elk geval tot ten hoogste vijf miljoen frank".
Art.8. In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt § 5 vervangen door wat volgt :
"§ 5. In de gevallen bedoeld in dit artikel, kan de Vlaamse regering, wanneer het bedrag waarvoor de werken worden toegewezen hoger ligt dan de aanvaarde kostenraming, voor de vaststelling van het bedrag van de restauratiepremie het bedrag van de geraamde kosten actualiseren. De actualisering betreft uitsluitend de aanpassing van de hoeveelheden en de stijging of daling van de prijzen van de lonen en materialen tot op de datum van de inschrijving van de uitvoerder aan wie de werken zijn toegewezen of zullen worden toegewezen. Deze verhoging van de aanvaarde raming door de actualisering wordt ten hoogste voor 10 % verrekend en tot een maximum bedrag van 5 miljoen frank wat het aandeel van het Vlaamse Gewest betreft."
Art.9. In artikel 17, § 3 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt :
"§ 3. In de gevallen bedoeld in dit artikel, kan de Vlaamse regering, wanneer het bedrag waarvoor de werken worden toegewezen hoger ligt dan de aanvaarde kostenraming, voor de vaststelling van het bedrag van de restauratiepremie het bedrag van de geraamde kosten actualiseren. De actualisering betreft uitsluitend de aanpassing van de hoeveelheden en de stijging of daling van de prijzen van lonen en materialen tot op de datum van de inschrijving van de uitvoerder aan wie de werken zijn toegewezen of zullen worden toegewezen. Deze verhoging van de aanvaarde raming door de actualisering wordt ten hoogste voor 10 % verrekend en tot een maximum bedrag van 5 miljoen frank wat het aandeel van het Vlaamse Gewest betreft."
Art.10. In artikel 18, § 1 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "een universiteit" en de woorden "een Gemeenschapsschool", de woorden "een Vlaamse autonome hogeschool" ingevoegd.
Art.11. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 20. Een protocol afgesloten tussen de Vlaamse regering, de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, de Vlaamse Interuniversitaire Raad en de Investeringsdienst voor de Vlaamse Autonome Hogescholen regelt de praktische modaliteiten en de overlegprocedure met betrekking tot de interpretatie voor de toepassing van artikel 1, 8° en artikel 19 van dit besluit."
Art.12. De Vlaamse minister, bevoegd voor monumenten, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 oktober 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
L. MARTENS
BIJLAGE.
Art. N. INVESTERINGSDIENST VOOR DE VLAAMSE AUTONOME HOGESCHOLEN.
ADDENDUM bij het Protocol van 19 juni 1995 betreffende de restauratiepremie voor werken aan universitaire en schoolgebouwen.
De Investeringsdienst voor de Vlaamse Autonome Hogescholen (IVAH),
- Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde monumenten;
- Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 oktober 1996 tot wijziging van voormeld besluit, inzonderheid op artikel 11,
Beslist :
zich aan te sluiten bij het Protocol van 19 juni 1995 betreffende de restauratiepremie voor werken aan universitaire en schoolgebouwen.
Brussel,
Namens de IVAH :
Waarvan akte :
Namens de Vlaamse regering :
De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
L. MARTENS