13 JUNI 1996. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van de artikelen 33 en volgende van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 34 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 34. De bureaus voor kosteloze arbeidsbemiddeling door beroepsorganisaties, humanitaire verenigingen, lokale besturen of erkende onderwijsinstellingen, tot stand gebracht, kunnen na advies van het subregionaal tewerkstellingscomité dat bevoegd is voor het gebied waarin voormelde bureaus gevestigd zijn, erkend worden door het Beheerscomité. Daartoe richten zij aan de Dienst een verzoek waarin de algemene organisatie van het bureau en zijn bestaansredenen worden uiteengezet ".
Art.2. Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 35. Om te kunnen erkend worden, voegen de bureaus voor kosteloze arbeidsbemiddeling bij het verzoekschrift twee exemplaren van hun statuten of oprichtingsbesluit alsmede de lijst van hun bestuurders.
De statuten of het oprichtingsbesluit dienen onder meer te vermelden :
1° De benaming, de zetel en het ambtsgebied van het bureau voor arbeidsbemiddeling;
2° zijn doel, waarbij inzonderheid de categorieën van de werkzoekenden die het kosteloos plaatst dienen bepaald;
3° de samenstelling van de raad van bestuur, de wijze van benoeming van de bestuurders, hun ontslagneming of hun afzetting, hun bevoegdheden en de duur van hun mandaat. Elke wijziging van de lijst van de bestuurders dient aan de Dienst te worden bekendgemaakt;
4° de inrichting der controle op de verrichtingen van het bureau door de leden van de raad van bestuur;
5° de modaliteiten volgens welke eventueel de versmelting met een ander bureau voor bijzondere arbeidsbemiddeling of zijn ontbinding geschiedt. "
Art.3. Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 36. Het bureau voor kosteloze arbeidsbemiddeling moet de verbintenis aangaan :
1° de erkenningsvoorwaarden en modaliteiten zoals bepaald door het Beheerscomité na te leven;
2° een samenwerkingsovereenkomst waarvan de inhoud bepaald wordt door het Beheerscomité, met de dienst af te sluiten;
3° onverminderd de bepalingen van artikel 26 en onverminderd de volgens art. 36, 1° vastgestelde erkenningsvoorwaarden en modaliteiten, gevolg te geven aan elke aanbieding van of aanvraag om werk;
4° zich niet te vestigen in een drankslijterij, in een handels- of winkelhuis. Indien het bureau in belendende lokalen gevestigd is moet men er door een afzonderlijke ingang kunnen binnenkomen zonder dat de handelaar of zijn personeel hoeft tussenbeide te komen;
5° noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks als voorwaarde voor de plaatsing, de verplichting op te leggen tot aankopen of uitgaven in om het even welke handel of bedrijf. "
Art.4. Artikel 33 en artikel 41 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 juni 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS