24 JULI 1996. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het uitzetten van fazanten (NOTA : vernietigd bij arrest van de Raad van State nr. 100.520 van 05-11-2001, nog niet in het Staatsblad gepubliceerd).
Art. 1-9
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. woudmeester : de ambtenaar van het bosbeheer aangewezen als woudmeester voor de provincie waarin het grootste gedeelte van een jachtveld waarin fazanten worden uitgezet, gelegen is.
2. Wildbeheerseenheid : de in artikel 12 van het Jachtdecreet van 24 juli 1994 bedoelde beheerseenheid, die werd opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk en die ten minste 1000 hectare jachtterrein omvat die van deze vereniging deel uitmaken.
Art.2. Het uitzetten van fazanten, gevangen overeenkomstig artikel 9, § 3, van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1993 betreffende de jacht in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 1993 tot 30 juni 1998, evenals het daarmede samenhangende vervoer, is vanaf 1 juli 1996 tot en met 30 juni 1998 toegestaan aan de houder van het jachtrecht, of zijn gemachtigde, die de vogels heeft gevangen, voor zover hij lid is van de wildbeheerseenheid waarin de vogels worden vrijgelaten en het vrijlaten gebeurt vóór 30 juli.
Art.3. Voor zover geen andere bevredigende oplossing bestaat, mag de houder van het jachtrecht of zijn gemachtigde ten behoeve van het natuurbeheer in de wildbeheerseenheid waarvan hij deel uitmaakt, eieren van wilde fazanten rapen en vervoeren om deze uit te broeden en de uitgebroede fazanten opnieuw uit te zetten in de wildbeheerseenheid vóór 30 juli van hetzelfde jaar.
Art.4. Tot en met 30 juni 1998 mag de houder van het jachtrecht of zijn gemachtigde, lid van een wildbeheerseenheid, in de periode van 1 februari tot en met 30 juli, naar zijn jachtveld fazanten vervoeren om deze daar in open volières vrij te laten. Dit moet onder de volgende voorwaarden gebeuren :
1. De volgens mogen op geen enkele wijze verminkt zijn of onbekwaam om te vliegen;
2. Het totaal aantal vogels dat in deze volières mag worden ondergebracht en vrijgelaten in het jachtveld tot 30 juli, mag niet meer dan één vogel per hectare jachtveld bedragen. Elke volière mag maximaal tweehonderd vogels tegelijkertijd bevatten;
3. De volières mogen niet voorzien zijn van enige bedekking en de wanden ervan moeten ten minste twee meter hoog zijn;
4. De persoon die de uit te zetten fazanten vervoert moet houder zijn van de ontvangstmeldingen bedoeld in artikel 5 van dit besluit;
5. Het gebied waarin de fazanten uit open volières worden vrijgelaten moeten plaatsen met voldoende water en dekking voor die vogels bevatten.
Art.5. De houder van het jachtrecht kan alleen van de in de artikelen 2 tot 4 vermelde mogelijkheden tot uitzetten van fazanten gebruik maken indien hij de volgende handelingen verricht :
1. Vooraf de woudmeester schriftelijk op de hoogte brengt van de volgende gegevens over de terugvangst van fazanten :
- de data, de plaats en het aantal van de, op grond van artikel 2, teruggevangen dieren;
- het geschatte aantal te rapen eieren dat, op grond van artikel 3, voor uitbroeden bestemd is;
- het door hem voorgestelde aantal fazanten dat in open volières zal worden uitgezet op grond van de oppervlakte van het jachtveld.
De woudmeester geeft een ontvangstbewijs van deze mededeling met de aangegeven aantallen;
2. Hij deelt de plaats van de open volières bedoeld in artikel 4 van dit besluit mede aan de woudmeester, met aanduiding van de juiste ligging ervan op een kaart op schaal 1:10 000 en vermelding van het aantal vogels dat erin wordt geplaatst. De woudmeester bevestigt schriftelijk ontvangst van dit document;
3. Hij bevestigd aan de voormelde woudmeester schriftelijk dat hij het toezicht en wetenschappelijk onderzoek in verband met het beheer van fazanten, uitgevoegd door universiteiten, wetenschappelijke instellingen van de Vlaamse Gemeenschap of door contractanten van deze laatste, op zijn jachtterrein zal laten plaatsvinden en ondersteunen.
Art.6. In een jachtterrein waarin toezicht wordt geweigerd of bemoeilijkt of waarin in de loop van een jachtseizoen fazanten werden uitgezet buiten de in dit besluit opgelegde voorwaarden, mogen in het volgende jachtseizoen geen fazanten worden uitgezet.
Art.7. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 mogen in het jaar 1996, fazanten naar open volières worden vervoerd en daarin vrijgelaten tot en met 15 augustus 1996.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. De Vlaamse minister bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 juli 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
T. KELCHTERMANS