Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 JUNI 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 1994 betreffende de aanwending door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, van de kapitalen die voortkomen van het Fonds B2. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-07-1996 en tekstbijwerking tot 17-03-1998)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995035451 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 1994 wordt een 10° ingevoegd, luidend als volgt :
  "10° kernsteden : de steden aan te wijzen door de Vlaamse minister."

Art.2. In hetzelfde besluit wordt artikel 4 vervangen door de volgende bepaling :
  "De aanvrager moet op de referentiedatum een gezin hebben met ten minste drie kinderen ten laste. In afwijking van deze bepaling volstaat het dat in kernsteden, de aanvrager een gezin heeft met twee kinderen ten laste. Binnen de perken van de door het Gewest toegestane investeringskredieten, moet het Vlaams Woningfonds bij het toekennen van hypothecaire leningen echter voorrang verlenen aan de gezinnen met ten minste drie kinderen ten laste."

Art.3. Artikel 5, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
  "De verkoopwaarde van de woning waarvoor de lening wordt toegestaan mag, niet meer bedragen dan 4 025 000 F, cumulatief verhoogd met 175 000 F :
  1° voor ieder kind ten laste of deel uitmakend van het gezin vanaf het vierde;
  2° voor het jongste kind van de aanvrager indien dat op de referentiedatum minder dan zes jaar oud is;
  3° voor ieder der ascendenten van de aanvrager die op de referentiedatum sedert ten minste zes maanden met hem samenwoont."

Art.4. In hetzelfde besluit worden in artikel 6, § 2, de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het derde lid wordt de volgende zin toegevoegd :
  "De oorspronkelijke rentevoet voor de aanvrager met twee kinderen op de in § 1 vermelde datum is gelijk aan de overeenkomstig het eerste lid berekende rentevoet, vermeerderd met 0,5 % punt."
  2° aan het vierde lid wordt de volgende zin toegevoegd :
  "De oorspronkelijke rentevoet voor een aanvrager met twee kinderen ten laste mag nooit minder dan 2,5 % bedragen en wordt afgerond naar het eerstlagere kwartprocent."

Art.5. Het tweede lid van artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "De duur van de lening wordt vastgesteld rekening houdend met het inkomen en met de leeftijd van de aanvragers. Ze kan ten hoogste vijfentwintig jaar bedragen."

Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1996. (...). <BVR 1998-01-27/44, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1998>

Art. 7. De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting en de Vlaamse minister bevoegd voor Huisvesting zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 20 juni 1996.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister van Binnenlandse aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting,
  L. PEETERS
  De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid,
  Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER