2 APRIL 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 betreffende de ondersteuning van de zeevisserij en de aquicultuur.
Art. 1-6
Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 betreffende de ondersteuning van de zeevisserij en de aquicultuur wordt de "Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid" vervangen door de "Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid".
Art.2. De titel van Hoofdstuk III "Ontwikkeling van de aquicultuur en inrichting van de kustzone" wordt vervangen door "Ontwikkeling van de zeevisserij, de aquicultuur en de inrichting van kustzones".
Art.3. Aan artikel 12 wordt een punt 3° toegevoegd luidende : "de bouw, uitrusting en modernisering van vissersvaartuigen binnen de grenzen aangegeven door het van toepassing zijnde meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot.".
Art.4. Artikel 20, § 3 en § 4, wordt vervangen door de volgende bepaling :
Artikel 20. § 3. De leden van het Vlaams visserijcomité hebben de hoedanigheid van stemgerechtigd lid of permanente waarnemer.
De 13 stemgerechtigde leden worden door de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid als volgt benoemd :
1° twee leden op voordracht van de reders ter zeevisserij;
2° twee leden op voordracht van de representatieve vakorganisaties van werknemers, vertegenwoordigd in de SERV;
3° twee leden op voordracht van de vishandel, waarvan één lid de visgroothandel vertegenwoordigt en één lid de viskleinhandel;
4° één lid op voordracht van de visverwerkende nijverheid;
5° één lid op voordracht van de VLAM;
6° één lid op voordracht van de Westvlaamse provinciale commissie voor de zeevisserij;
7° één lid op voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid;
8° één lid op voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor het buitenlands beleid en Europese aangelegenheid, het afzet- en uitvoerbeleid en het promotiebeleid inzake landbouw;
9° één lid op voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs;
10° één lid op voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting.
De Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid wijst onder de stemgerechtigde leden van het Vlaams visserijcomité een voorzitter en een ondervoorzitter aan.
De voorzitter van het Visserijcomité kan één of meer deskundigen als waarnemer uitnodigen. Enkel de permanente waarnemers zijn lid van het comité.
§ 4. Voor elk lid van het comité benoemt de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid een plaatsvervanger.
Aan artikel 20 wordt een paragraaf 5bis toegevoegd luidende :
"§ 5bis. Het secretariaat van het Comité wordt waargenomen door het secretariaat Vlaams Visserijcentrum."
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 6. De Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid, is belast met de uitwerking van dit besluit.
Brussel, 2 april 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media,
E. VAN ROMPUY