5 MAART 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot vergoeding van de assistentie verleend aan personen met een handicap die deel uitmaken van niet-adviserende raden en commissies ingesteld bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.
Art. 1-7
Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 1990 tot vaststelling van het presentiegeld en de vergoedingen van de voorzitter, de ondervoorzitters, en de gemeenschapscommissarissen, de leden van de bestuursorganen en van de adviescomités van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, wordt een artikel 2bis ingevoegd dat luidt als volgt:
"Art. 2bis. In afwijking van de bepalingen van voormeld besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 krijgen de voorzitter, de ondervoorzitters en de leden van de Raad van Bestuur en van het bureau die gehandicapt zijn en zonder assistentie van een derde persoon de zittingen van de beheersorganen niet kunnen bijwonen, ten laste van het Vlaams Fonds bovenop de bij artikel 2 bedoelde toelagen en presentiegelden een vergoeding van 750 F per zitting van een halve dag en van 1 500 F per zitting van een hele dag."
Art.2. In het besluit van de Vlaamse regering van 9 oktober 1991 tot vaststelling van de presentiegelden en vergoedingen van de voorzitters en van de leden van de provinciale evaluatiecommissies en van de beroepscommissie bij het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 1995, wordt een artikel 1ter ingevoegd dat luidt als volgt :
"Artikel 1ter. In afwijking van de bepalingen van voormeld besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 krijgen de voorzitters en de leden van de provinciale evaluatiecommissies en van de beroepscommissie die gehandicapt zijn en zonder assistentie van een derde persoon de zittingen van deze commissie niet kunnen bijwonen bovenop de bij artikel 1 bedoelde toelagen, presentiegelden en vergoedingen voor reis- en verblijfkosten een vergoeding van 750 F per zitting van een halve dag en van 1 500 F per zitting van een hele dag."
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 1995, worden de woorden "in artikel 1 en artikel 1bis" vervangen door de woorden "in de artikelen 1, 1bis en 1ter".
Art.4. In het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 tot vaststelling van de presentiegelden en vergoedingen van de voorzitter en de leden van de bijzondere bijstandscommissie bedoeld bij artikel 9bis van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap, wordt een artikel 1bis ingevoegd dat luidt als volgt:
"Artikel 1bis. In afwijking van de bepalingen van voormeld besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 krijgen de voorzitter en de leden van de bijzondere bijstandscommissie die gehandicapt zijn en zonder assistentie van een derde persoon de zittingen van deze commissie niet kunnen bijwonen bovenop de bij artikel 1 bedoelde toelagen, presentiegelden en vergoedingen voor reis- en verblijfkosten een vergoeding van 750 F per zitting van een halve dag en van 1 500 F per zitting van een hele dag."
Art.5. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "in artikel 1" vervangen door de woorden "in de artikelen 1 en 1bis".
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 maart 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
L. MARTENS