21 NOVEMBER 1995. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 augustus 1984 houdende rationalisatie en programmatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs en het koninklijk besluit van 30 augustus 1984 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket (VERTALING).
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1984 houdende rationalisatie en programmatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs wordt punt 14 vervangen als volgt :
"14. Leerling van het kleuteronderwijs : leerling die ten minste 2 jaar 6 maanden oud is en de school bezoekt;"
Art.2. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 augustus 1984 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket wordt punt 8 vervangen als volgt :
"8. Leerling van het kleuteronderwijs : leerling die ten minste 2 jaar 6 maanden oud is en de school bezoekt;"
Art.3. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 augustus 1984 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket, gewijzigd bij het besluit van 17 januari 1990 wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Artikel 4. Wanneer een school twee of meer vestigingsplaatsen heeft, worden de leerlingen van die verschillende vestigingsplaatsen opgeteld per onderwijsniveau.
Nochtans worden de leerlingen van de vestigingsplaats die gelegen is op ten minste 2 000 m van elke andere vestigingsplaats behorend tot dezelfde school en waarin onderwijs van hetzelfde niveau georganiseerd wordt, afzonderlijk geteld."
Art.4. Artikel 9 van het koninklijk besluit van 30 augustus 1984 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket wordt door volgende bepaling vervangen :
"Artikel 9. Slechts de leerlingen die tot de laatste schooldag van september tijdens tien dagen klas, ten minste ten belope van halve dagen aanwezig waren, worden in aanmerking genomen."
Art.5. Na artikel 9 van het koninklijk besluit van 30 augustus 1984 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket wordt een artikel 9bis ingevoegd dat luidt als volgt :
"Artikel 9bis. Wanneer de schoolbevolking na de laatste schooldag van de maand september toeneemt, kan een nieuwe berekening van het lestijdenpakket plaatsvinden. Het nieuw berekend lestijdenpakket wordt ter beschikking gesteld, voor zover het ten minste veertien eenheden meer telt dan het lestijdenpakket op het ogenblik waar de nieuwe berekening plaatsvond en voor zover de nieuwe schoolbevolking gedurende de vijftien opeenvolgende schooldagen na de laatste berekening tijdens ten minste tien schooldagen, minstens per halve dagen, bereikt werd."
Art.6. Na artikel 9bis van het koninklijk besluit van 30 augustus 1984 houdende organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket wordt een artikel 9ter ingevoegd dat luidt als volgt :
"Artikel 9ter. Wanneer de schoolbevolking vóór 15 maart toeneemt, kan een nieuwe berekening van het lestijdenpakket plaatsvinden. Het nieuw berekend lestijdenpakket wordt ter beschikking gesteld vanaf de eerste schooldag na 15 maart, voor zover het ten minste 14 of een veelvoud van 14 eenheden meer telt dan het lestijdenpakket op 1 oktober en voor zover de nieuwe schoolbevolking gedurende de laatste vijftien opeenvolgende schooldagen tot en met 15 maart tijdens ten minste tien schooldagen, minstens per halve dagen, bereikt werd."
Art.7. Het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 17 januari 1990 betreffende de afstand tussen twee of meerdere vestigingen die aan dezelfde onderwijsinrichting aangesloten zijn is opgeheven.
Art.8. De artikelen 1, 2, 3 en 6 treden in werking op 28 augustus 1995.
Artikel 4 heeft uitwerking met ingang van 1 september 1995.
Artikel 5 heeft uitwerking met ingang van 1 september 1991 en vervalt op 30 juni 1995.
Art. 9. De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 21 november 1995.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen,
W. SCHR\DER