Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 MAART 1995. - Besluit van de Regering tot oprichting van een pedagogische werkgroep inzake seksuele opvoeding (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een pedagogische werkgroep voor seksuele opvoeding opgericht, hierna werkgroep genoemd.
  De werkgroep heeft als opdracht een concept uit te werken voor de seksuele opvoeding in de scholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Gemeenschap.
  Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschikt de werkgroep over een termijn van ten hoogste één jaar om zijn opdracht uit te voeren.

Art.2. De werkgroep is samengesteld uit de volgende leden :
  Kuppens, Georges, inspecteur.
  Sarlette, Pascal, Ministerie.
  Greimers, Gaby, " Technisches Institut ", St. Vith.
  Hammes, Marie-Claire, " Robert-Schuman-Institut ", Eupen.
  Hanf, Jeanine, " Königliches Athen um ", St. Vith.
  Hansen, Doris, " Robert-Schuman-Institut ".
  Jadin, Yvonne, " Königlisches Athen um ", Eupen.
  Mertens, Eliane, PMS-Centrum, Eupen.
  Mockel, Freddy, " Zentrum für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand " (Centrum voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand), Eupen.
  Ortmann, Isolde, " Heiberg-Institut ", Eupen.
  Parmentier, Liliane, Vrij PMS-Centrum St. Vith.
  Quadflieg, Rita, " Institut der Deutschaprachigen Gemeinschaft für Sonderunterricht ", Eupen.
  Hun aanwijzing geldt voor de duur van de in artikel 1 bedoelde opdracht.

Art.3. De eerste vergadering van de werkgroep staat onder de leiding van een vertegenwoordiger van het Ministerie. Tijdens deze eerste zitting wordt onder de leden een voorzitter gekozen. Het mandaat van voorzitter wordt beperkt tot de duur van het project.

Art.4. De voorzitter roept de werkgroep bijeen en bepaalt de vergaderingplaats en de dagorde.

Art.5. Het secretariaatswerk wordt verricht door een lid van de werkgroep.

Art.6. De leden van de werkgroep die hun privé-voertuig gebruiken om naar de zittingen te gaan, hebben recht op een kilometervergoeding van BF 7,60.
  Als uitgangspunt voor de berekening van de afstand wordt de woonplaats van de betrokkene of zijn werkplaats in aanmerking genomen, indien deze laatste het meest nabijgelegen is t.o.v. de vergaderplaats.
  Bij gebruik van het openbaar vervoer wordt de reiskostenvergoeding op voorlegging van bewijsstukken toegekend.

Art.7. De voorzitter en de leden verkrijgen een presentiegeld ten belope van BF 1 500 per zittingsdag van ten minste twee uren, wanneer de zittingen buiten de diensturen plaatsvinden.

Art.8. De kilometervergoeding en het presentiegeld worden toegekend op voorlegging van een per semester in te dienen schuldvordering, met vermelding van het aantal kilometers per zitting en van het aantal vergaderdagen die recht geven op presentiegeld.
  De schuldvorderingen worden door de voorzitter medeondertekend ter bekrachtiging van de juistheid ervan.
  De schuldvordering voor het eerste semester moet vóór het einde van de maand maart 1995 ingediend worden.
  De schuldvordering voor het tweede semester moet vóór het einde van de maand september 1995 ingediend worden.
  De uitbetaling van deze vergoedingen gebeurt via de basisallocatie 30/11/12.40 (84).

Art.9. Dit besluit treedt in werking met ingang van 30 augustus 1994.

Art. 10. De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 15 maart 1995.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Financiën, Volksgezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport, Toerisme, Internationale Betrekkingen en Monumenten en Landschappen,
  J. MARAITE
  De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek,
  B. GENTGES