28 NOVEMBER 1996. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 juni 1994 betreffende de algemene voorwaarden en de procedure voor de erkenning van laboratoria voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 juni 1994 betreffende de algemene voorwaarden en de procedure voor de erkenning van laboratoria voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd door het Regeringsbesluit van 1 december 1994, wordt aangevuld door het volgende lid :
"7° : de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater."
Art.2. Artikel 4 van het voornoemde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Om erkend te zijn moet het laboratorium aan de volgende voorwaarde voldoen :
Geaccrediteerd zijn of in de loop hiervan verkeren voor het gebied waarvoor een erkenning aangevraagd werd, en dit, overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 december 1992 houdende oprichting van een accreditatiesysteem van beproevingslaboratoria en van keuringsinstellingen en tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor accreditatie overeenkomstig de criteria van de normen van de reeks NBN-EN 45.000".
Art.3. Artikel 6 van het voornoemde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"De erkenningsaanvraag wordt naar het Instituut gericht.
Deze moet vergezeld zijn van de volgende documenten :
1° de identiteit van de natuurlijke persoon of het rechtelijk statuut van de rechtspersoon die het laboratorium waarvoor de erkenning aangevraagd werd, uitbaat;
2° het adres van het laboratorium of zijn maatschappelijke zetel wanneer het een rechtspersoon betreft;
3° wanneer het laboratorium in de loop van accreditatie verkeert, een afschrift van het accreditatiedossier;
4° wanneer het laboratorium geaccrediteerd is, een afschrift van de accreditatiebeslissing met vermelding van de geldigheidsduur en het of de gebieden waarvoor deze toegestaan wordt;
5° wanneer het geaccrediteerde laboratorium een aanvraag indient om de geldigheidsduur van zijn accreditatie te verlengen, een afschrift van de verlengingsbeslissing met vermelding van de geldigheidsduur en het of de gebieden waarvoor deze wordt toegestaan."
Art.4. Een artikel 6bis luidend als volgt wordt in voornoemd besluit ingevoegd :
"Artikel 6bis. Ieder laboratorium dat erkend is of dat een erkenningsaanvraag heeft ingediend, wordt ertoe gehouden zich bij het minste verzoek te onderwerpen aan het toezicht ter plaatse van het Instituut.
Bovendien wordt dit ertoe gehouden elk document of bijkomende inlichtingen, ter beschikking van de Minister te stellen."
Art.5. Artikel 14 van het voornoemde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Artikel 14. De laboratoria die geaccrediteerd zijn of in de loop van accreditatie verkeren voor het gebied waarvoor een erkenning wordt aangevraagd, en die minstens in één van de Gewesten erkend zijn, worden geacht erkend te zijn binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest."
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. De Minister bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 november 1996.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter,
Ch. PICQUE
De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid,
D. GOSUIN