4 JULI 1996. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende tijdelijke geldelijke bepalingen ten gunste van het naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overgehevelde personeel van de Provincie Brabant.
Art. 1-3
Artikel 1. In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 1995 tot tijdelijke regeling van de situatie van het personeel van de Provincie Brabant overgeheveld naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt :
"Artikel 4bis. § 1. Het personeel dat titularis is bij de Provincie van de graden van bestuurssecretaris, architect, industrieel ingenieur of een van de respectievelijke bevorderingsgraden in niveau 1, en van opsteller, secretaris-rekenplichtige, adjunct-controleur van werken en tekenaar in niveau 2, dat de bevorderingsvoorwaarden vervult binnen de gecontingenteerde groepen zoals zij werden vastgesteld bij artikel 13, § 1, eerste lid en § 2, tweede lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 juli 1993 betreffende de loopbaan en de evaluatie van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ontvangt een weddesupplement.
Dit weddesupplement wordt toegevoegd aan de wedde zoals bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid van dit besluit.
Het stemt overeen met het verschil tussen de wedde die wordt berekend op basis van de weddeschaal die hem werd toegekend overeenkomstig de artikelen 8 en 9 en de wedde die wordt berekend op basis van de weddeschaal van de graad waarin dit personeel zou worden bevorderd krachtens artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 juli 1993 tot vaststelling van het personeelsreglement van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, indien het was geïntegreerd in het Ministerie.
§ 2. In afwijking van artikel 13, § 1, 2e lid, en § 2, 2e lid, van voornoemd besluit van de Regering van 8 juli 1993, mag de graadanciënniteit van het personeel niet gelijk zijn aan of minder bedragen dan de graadanciënniteit die de laatst bevorderde ambtenaar van het Ministerie telt op de dag van zijn bevordering tot de graad waarin dit personeel zou moeten zijn bevorderd.
Deze bepaling is enkel van toepassing indien alle aan die graad verbonden betrekkingen bezet zijn ten gevolge van de bevordering van ambtenaren van het Ministerie.
§ 3. Voor de toepassing van dit artikel moet de graad van informaticus worden gelijkgesteld met de graad van bestuurssecretaris in niveau 1, de graad van commissaris van wegen met de graad van industrieel ingenieur in niveau 1 en de graad van secretaris-rekenplichtige met de graad van rekenplichtig opsteller in niveau 2.
Art.2. In artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 1995 ter tijdelijke regeling van de situatie van het personeel van het Proef- en Ontledingsstation van het Centrum voor Onderricht en Opzoekingen der Chemische en Voedingsindustrieën (COOVI.) overgeheveld naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden "artikels 4 tot 7" vervangen door "artikels 4, 4bis, 5, 6 en 7".
Aan artikel 4 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt :
"Voor de toepassing van artikel 4bis van voormeld besluit, wordt de graad van assistent gelijkgesteld met de graad van industrieel ingenieur in niveau 1. "
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Brussel, 4 juli 1996.
De Minister-Voorzitter,
Ch. PICQUE
De Minister van Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
R. GRIJP