Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 JUNI 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 oktober 1971 houdende vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring van de jeugdtehuizen en van de daarmee gelijkgestelde verenigingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1979 (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1971102211 



Uitvoeringsbesluit(en):

1996029506  1996029508  1996029509 



Artikels:

Artikel 1. Lid 1 van artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 oktober 1971, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1979, wordt als volgt gewijzigd :
  "Op grond van een afwijking, kan de Minister tot wiens bevoegdheid Cultuur behoort, op gunstig advies van de Adviescommissie voor Jeugdcentra, bijzondere erkenningsnormen vaststellen, luidens welke de hoedanigheid van jeugdtehuis mag toegekend worden aan instellingen welke slechts gedeeltelijk voldoen aan de bepalingen bedoeld in artikel 2 van dit besluit wegens de specifieke aard van de bezoekers die er onthaald worden, namelijk bezoekers die sociale, psychologische of lichamelijke handicaps hebben die het gebruik van speciale methodes en van bijzondere hulpmiddelen verantwoorden.
  De Adviescommissie voor de Jeugdcentra brengt haar advies uit nadat de Vaste Commissie voor de jeugdtehuizen in volksmilieu, opgericht bij artikel 4, § 2, van dit besluit, werd geraadpleegd."

Art.2. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 22 oktober 1971, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1979, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  "De subsidies betreffende de bezoldiging van het administratief en animatiepersoneel, mits voorlegging van de begroting van het lopende jaar, worden in een enkele schijf uitbetaald met dien verstaande dat het jeugdtehuis of een gelijkgestelde vereniging ertoe verplicht is verantwoording te geven voor de uitgaven die in aanmerking worden genomen in de door het Bestuur gevraagde vormen en de termijnen, overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van dit besluit.
  De subsidies betreffende de werkingsuitgaven worden in twee schijven uitbetaald :
  - een eerste schijf van 75 %, mits voorlegging van de begroting van het lopende jaar;
  - het saldo van 25 % zodra het jeugdhuis of een gelijkgestelde vereniging de jaarlijkse bewijsstukken voorzien bij de artikelen 13 en 14 van dit besluit aan het Bestuur heeft bezorgd."

Art.3. Artikel 2, d, lid 3, van het koninklijk besluit van 22 oktober 1971, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1979, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  "De bevoegdheid van de hoofdanimator of belast met de coördinatie zal onderzocht moeten worden door een Erkenningscommissie waarvan de samenstelling en de opdrachten bepaald zijn door de Minister van de Regering tot wiens bevoegdheid Cultuur behoort.".

Art.4. Lid 4 van artikel 6 van het koninklijk besluit van 22 oktober 1971, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1979, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  § 1. De Adviescommissie voor de Jeugdcentra mag in eigen midden werkgroepen oprichten waarvan zij de samenstelling, de opdrachten, de werking en de duur bepaalt. De werkgroepen mogen personen uitnodigen wier samenwerking verantwoord is door hun kennis van de onderzochte materies.
  § 2. De Adviescommissie voor de Jeugdcentra moet in eigen midden een Vaste Commissie voor Jeugdtehuizen in volksmilieu oprichten die zal belast worden met het onderzoek van de pedagogische, politieke, sociale aspecten die verband houden met het door de Jeugdcentra gevoerd werk inzake preventie en bestrijding van de uitsluiting.
  Deze Commissie bestaat uit zes leden, te weten : twee leden van elke federatie voor jeugdcentra, en vergadert ten minste eenmaal per trimester. De Minister stelt twee permanente deskundigen aan afkomstig uit de Jeugd- en de Inspectiedienst.
  Het secretariaat ervan wordt waargenomen door de Jeugddienst van het Bestuur.
  Deze permanente Commissie kan een beroep doen op deskundigen wier samenwerking verantwoord is door hun kennis van de onderzochte materies.
  De vaste commissie heeft tot opdracht :
  1° de programmering van de activiteiten van de jeugdtehuizen in specifiek milieu per halfjaar te bespreken in samenwerking met de Inspectie;
  2° de bevordering te verzorgen van de jeugdtehuizen voor jongeren die sociaal benadeeld zijn en allerlei voorstellen uit te brengen die nuttig geacht worden om deze tehuizen de mogelijkheid te bieden een hoger ontwikkelingsstadium te bereiken;
  3° bedenkingen, voorstellen en uitwerking van projecten geconcretiseerd in sociale actie voor de Jeugdcentra aan te moedigen.

Art.5. De Minister tot wiens bevoegdheid Cultuur behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1995.
  Brussel, 2 juni 1995.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Begroting, Cultuur en Sport,
  E. TOMAS