24 OKTOBER 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van de reglementering betreffende het administratief statuut van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs (VERTALING).
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 28 februari 1967 tot vaststelling van de administratieve standen van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in voormeld koninklijk besluit van 8 december 1967, genomen ter uitvoering van artikel 3 van voormeld koninklijk besluit d.d. 28 februari 1967
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Slot- en afwijkingsbepalingen.
Art. 4-6
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 28 februari 1967 tot vaststelling van de administratieve standen van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat.
Artikel 1. Artikel 3 van voormeld koninklijk besluit d.d. 28 februari 1967, gewijzigd op 25 november 1976, 20 juli 1982, 29 augustus 1985, 21 oktober 1985, 7 november 1985 en 24 juni 1996, wordt aangevuld als volgt :
" k. politiek verlof ".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in voormeld koninklijk besluit van 8 december 1967, genomen ter uitvoering van artikel 3 van voormeld koninklijk besluit d.d. 28 februari 1967
Art.2. Onderstaand hoofdstuk IXbis, met de artikelen 29 tot 38, wordt ingevoegd in voormeld koninklijk besluit van 8 december 1967 :
" HOOFDSTUK IXbis. - Politiek verlof ".
"Artikel 29. Facultatief politiek verlof wordt door de bevoegde Minister toegekend op verzoek van de in artikel 1 bedoelde personeelsleden, binnen de perken en voor de uitoefening van de mandaten bepaald in het 2e lid.
Het personeelslid kan eventueel vragen dat zijn prestaties in het ambt waarin hij benoemd is, verminderd worden tot 3/4 of de helft van het aantal uren vereist voor het voltijds ambt, om een mandaat als burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, voorzitter of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn of provincieraadslid uit te oefenen.
De resterende prestaties moeten steeds afgerond worden tot een vol uur.
"Artikel 30. Het in artikel 29 bedoelde facultatief politiek verlof gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de eedaflegging na de verkiezing of aanstelling in het politiek mandaat.
Het verstrijkt uiterlijk op de 1e dag van de maand na het verlies van het mandaat.
"Artikel 31. Het personeelslid dat titularis is van een bevorderingsambt kan het voordeel van artikel 29 niet genieten.
"Artikel 32. De in artikel 1 bedoelde personeelsleden worden van ambtswege in politiek verlof gesteld door de bevoegde Minister binnen de perken en voor de uitoefening van de mandaten bedoeld in het 2e en het 3e lid.
De prestaties van het personeelslid worden van ambtswege teruggebracht op :
1° drie vierde van het aantal uren vereist voor het ambt met volledige prestaties, voor het uitoefenen van een politiek mandaat van :
a) burgemeester van een gemeente van 30.001 tot 50.000 inwoners;
b) schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van 50.001 tot 80.000 inwoners;
2° de helft van het aantal uren vereist voor het ambt met volledige prestaties, voor het uitoefenen van een politiek mandaat van :
a) burgemeester van een gemeente van 50.001 tot 80.000 inwoners;
b) schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van 80.001 tot 130.000 inwoners.
De nog te leveren prestaties moeten altijd op een volledig uur afgerond worden.
Het personeelslid, burgemeester van een gemeente van meer dan 80.000 inwoners, of schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van meer dan 130.000 inwoners, wordt van ambtswege in politiek verlof gesteld voor de gehele opdracht waarvoor hij is benoemd.
"Artikel 33. Het in artikel 32 bedoeld politiek verlof van ambtswege gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de eedaflegging na de verkiezing of de aanstelling voor het betrokken politiek mandaat en neemt een einde op de eerste dag van de maand die op de datum van het mandaatverlies volgt.
"Artikel 34. Het personeelslid dat van ambtswege in politiek verlof gesteld is op grond van artikel 32, lid 2, 1°, mag het terugbrengen aanvragen van zijn prestaties tot de helft van het aantal uren vereist voor het ambt met volledige prestaties.
Het personeelslid dat op grond van artikel 32, lid 2, 2°, van ambtswege in politiek verlof is gesteld, mag vragen om in politiek verlof te worden gesteld voor de volledige opdracht waarvoor hij is benoemd.
"Artikel 35. Wanneer een lid van het administratief personeelslid, titularis van een bevorderingsambt, in politiek verlof wordt gesteld op grond van de artikelen 32, lid 2, 1° en 2° en 4, lid 1, mag de Minister, indien de dienstbehoeften zulks eisen, hem tijdelijk voor de vrijgeworden tijdsbreuk een personeelslid toevoegen dat titularis van een selectie- of wervingsambt is zodat de dienst verzekerd kan blijven.
Het in vorig lid bedoelde selectie- of wervingsambt moet toegang tot het bevorderingsambt verlenen waarvan het van ambtswege in politiek verlof gestelde personeelslid titularis is.
Wanneer een lid van het administratief personeel, titularis van een selectieambt, op grond van artikel 32, lid 2, 1°, in politiek verlof wordt gesteld, kan de Minister hem, indien de dienstbehoeften zulks vergen, tijdelijk voor de vrijgeworden tijdsbreuk een personeelslid, titularis van een wervingsambt, toevoegen zodat de dienst kan verzekerd blijven.
Het in vorig lid bedoelde wervingsambt moet toegang verlenen tot het bevorderingsambt waarvan het van ambtswege in politiek verlof gestelde personeelslid titularis is.
De aanstelling van een bijkomend personeelslid zoals bepaald in de leden 1 en 3, gebeurt bij voorrang door de voorlopige terugroeping in dienstactiviteit van een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid.
"Artikel 36. Na zijn wederopame mag het personeelslid zijn wedde niet cumuleren met voordelen die gebonden zijn aan de uitoefening van een door dit besluit bedoeld politiek mandaat en die als wederaanpassingsvergoeding dienen.
"Artikel 37. De door een politiek verlof gedekte tijdperken worden met tijdperken van dienstactiviteit gelijkgesteld. Deze tijdperken worden echter niet bezoldigd.
"Artikel 38. Voor de toepassing van de artikelen 39 en 32 wordt het aantal inwoners overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 5 en 29 van de nieuwe gemeentewet vastgelegd. "
Art.3. (Niet vertaald)
HOOFDSTUK III. - Slot- en afwijkingsbepalingen.
Art.4. § 1. In afwijking van artikel 30 van bovenvermeld koninklijk besluit d.d. 8 december 1967, ingevoegd bij artikel 2 van dit besluit, gaat elk facultatief politiek verlof, aangevraagd tussen de datum van inwerkingtreding van dit besluit en 31 december 1996, op 1 januari 1997 in.
§ 2. Het personeelslid dat bij de inwerkingtreding van dit besluit titularis is van een politiek mandaat bedoeld in artikel 32 van het koninklijk besluit d.d. 8 december 1967, wordt van ambtswege in politiek verlof gesteld op 1 januari 1997 in afwijking van artikel 33 van hetzelfde besluit.
Het personeelslid dat, tussen de datum van inwerkingtreding van dit besluit en 1 januari 1997, titularis wordt van een in lid 1 van deze paragraaf bedoeld politiek mandaat wordt van ambtswege op 1 januari 1997 in politiek verlof gesteld in afwijking van artikel 33 van hetzelfde besluit.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art. 6. De Minister-Voorzitster tot wier bevoegdheid het statuut der personeelsleden van de Franse Gemeenschap behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 oktober 1996.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid,
Mevr. L. ONKELINX