24 OKTOBER 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van de reglementering betreffende het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel der inrichtingen voor kleuter- , lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen (VERTALING).
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoeden hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 15 januari 1974, genomen ter uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager,
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Slot- en afwijkingsbepalingen.
Art. 5-7
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoeden hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de laden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.
Artikel 1. Artikel 160 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, gewijzigd op 20 juli 1982, 16 februari 1983, 29 augustus 1985 en 24 juni 1996, wordt aangevuld als volgt :
" n. politiek verlof "
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 15 januari 1974, genomen ter uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.
Art.2. Onderstaand hoofdstuk XIIbis, met de artikelen 41 tot 50, wordt in voormeld koninklijk besluit van 15 januari 1974 ingevoegd :
" HOOFDSTUK XIIbis. - Politiek verlof "
"Artikel 41. Facultatief politiek verlof wordt door de bevoegde Minister toegekend op verzoek van de in artikel 1 bedoelde personeelsleden, binnen de perken en voor de uitoefening van de mandaten bepaald in het 2e lid.
Het personeelslid kan eventueel vragen dat zijn prestaties in het of de ambten waarin hij benoemd is, verminderd worden tot 3/4 of de helft van het aantal uren of lestijden vereist voor het voltijds ambt, om een mandaat als burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, voorzitter of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn of provincieraadslid uit te oefenen.
Voor de bepaling van de breuk komt als deler in aanmerking voor elk ambt het minimumaantal uren of lestijden vereist voor het voltijds ambt.
De resterende prestaties moeten steeds afgerond worden tot een vol uur of lestijd.
"Artikel 42. Het personeelslid dat titularis is van een bevorderingsambt kan het voordeel van artikel 41 niet genieten.
In de Hogescholen kunnen de hoogleraars, hoofden studiebureau, categoriale directeurs en directeurs-voorzitters het voordeel van artikel 41 niet genieten. In afwijking van het 2e lid van dat artikel kunnen de titularis van een selectieambt en een lid van het opvoedend hulppersoneel enkel de vermindering van hun prestaties vragen tot de helft van het aantal uren of lestijden vereist voor een voltijds ambt.
In afwijking van hetzelfde lid kunnen personeelsleden van de hogescholen, die titularis zijn van een ander ambt dan die, bedoeld in het 2e lid, enkel vermindering van hun prestaties vragen tot de helft van het aantal uren of lestijden vereist voor een voltijds ambt.
"Artikel 43. Het in artikel 41 bedoelde facultatief politiek verlof gaat in op de eerste dag :
1° van de maand volgend op de eedaflegging na de verkiezing of aanstelling in het politiek mandaat,
of
2° van het school- of academiejaar.
Het verstrijkt op :
1° de le dag van de maand na het verlies van het mandaat,
of
2° de laatste dag van het school- of academiejaar, zomervakantie inbegrepen.
"Artikel 44. De in artikel 1 bedoelde personeelsleden worden van ambtswege in politiek verlof gesteld door de bevoegde Minister binnen de perken en voor de uitoefening van de mandaten bedoeld in het 2e en het 5e lid.
Het aantal uren of lestijden die betrekking hebben op het ambt of de ambten waarvoor het personeelslid is benoemd, wordt van ambtswege teruggebracht op :
1° drie vierde van het aantal uren of lestijden vereist voor het ambt met volledige prestaties, voor het uitoefenen van een politiek mandaat van:
a) burgemeester van een gemeente van 30.001 tot 50.000 inwoners;
b) schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van 50.001 tot 80.000 inwoners;
2° de helft van het aantal uren of lestijden vereist voor het ambt met volledige prestaties, voor het uitoefenen van een politiek mandaat van:
a) burgemeester van een gemeente van 50.001 tot 80.000 inwoners;
b) schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van 80.001 tot 130.000 inwoners;
Om de breuk te bepalen wordt als deler in aanmerking genomen voor elk ambt het minimumaantal uren of lestijden vereist voor het ambt met volledige prestaties.
De nog te leveren prestaties moeten altijd op een volledig uur of lestijd afgerond worden.
Het personeelslid, burgemeester van een gemeente van meer dan 80.000 inwoners, of schepen of voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn van een gemeente van meer dan 130.000 inwoners, wordt van ambtswege in politiek verlof gesteld voor de gehele opdracht(en) waarvoor hij is benoemd.
"Artikel 45. Het in artikel 44 bedoeld politiek verlof van ambtswege gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de eedaflegging na de verkiezing of de aanstelling voor het betrokken politiek mandaat en neemt een einde op de eerste dag van de maand die op de datum van het mandaatverlies volgt.
"Artikel 46. Het personeelslid wiens prestaties van ambtswege op grond van artikel 44, lid 2, werden verminderd mag het terugbrengen aanvragen van zijn prestaties tot de helft van het aantal uren of lestijden vereist voor het ambt met volledige prestaties.
Het personeelslid wiens prestaties op grond van artikel 44, lid 2, 2° van ambtswege werden verminderd mag vragen om in politiek verlof te worden gesteld voor de volledige opdracht(en) waarvoor hij is benoemd.
"Artikel 47. Wanneer een personeelslid, titularis van een bevorderingsambt, in politiek verlof wordt gesteld op grond van de artikelen 44, lid 2, 1° en 2° en 46, lid 1, mag de Minister, indien de dienstbehoeften zulks eisen, hem tijdelijk voor de vrijgeworden tijdsbreuk een personeelslid toevoegen dat titularis van een selectie- of wervingsambt is zodat de dienst verzekerd kan blijven.
Het in vorig lid bedoelde selectie- of wervingsambt moet toegang tot het bevorderingsambt verlenen waarvan het van ambtswege in politiek verlof gestelde personeelslid titularis is.
Wanneer een hoogleraar, hoofd studiebureau, categoriaal directeur of voorzitter-directeur in politiek verlof wordt gesteld in hogescholen op grond van de artikelen 44, lid 2, 1° en 2° en 46, lid 1, kan de Minister, indien de behoeften van de dienst zulks vergen, hem tijdelijk voor de vrij- geworden tijdsbreuk een personeelslid toevoegen zodat de dienst verzekerd blijft.
Wanneer een personeelslid, titularis van een selectieambt, op grond van de artikelen 44, lid 2, 1° in politiek verlof wordt gesteld, kan de Minister hem, indien de dienstbehoeften zulks vergen, tijdelijk voor de vrijgeworden tijdsbreuk een personeelslid toevoegen zodat de dienst kan verzekerd blijven.
Het in vorig lid bedoelde wervingsambt moet toegang verlenen tot het bevorderingsambt waarvan het van ambtswege in politiek verlof gestelde personeelslid titularis is. Wanneer een in lid 3 niet bedoeld personeelslid in politiek verlof wordt gesteld op grond van artikel 44, lid 2, 1° in de hogescholen, kan de Minister, indien de behoeften van de dienst zulks vergen, hem tijdelijk voor de vrijgeworden tijdsbreuk laten vervangen.
Wanneer een lid van het opvoedend hulppersoneel in politiek verlof, op grond van artikel 44, lid 2, 1°, wordt gesteld, kan de Minister, indien de dienstbehoeften zulks vergen, tijdelijk laten vervangen voor de vrijgeworden tijdsbreuk.
De aanstelling van een bijkomend personeelslid zoals bepaald in de leden 1, 3, 4, 6 en 7 gebeurt bij voorrang door de voorlopige terugroeping in dienstactiviteit van een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid of door toekenning van een aanvullende opdracht aan een personeelslid dat in zijn inrichting wegens ontstentenis van betrekking een aantal uren gelijk aan het aantal waarvoor hij wordt betaald, niet meer presteert.
"Artikel 48. Na zijn wederopame mag het personeelslid zijn wedde niet cumuleren met voordelen die gebonden zijn aan de uitoefening van een door dit besluit bedoeld politiek mandaat en die als wederaanpassingsvergoeding dienen.
"Artikel 49. De door een politiek verlof gedekte tijdperken worden met tijdperken van dienstactiviteit gelijkgesteld.
Deze tijdperken worden echter niet bezoldigd.
"Artikel 50. Voor de toepassing van de artikelen 41 en 44 wordt het aantal inwoners overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 5 en 29 van de nieuwe gemeentewet vastgelegd. "
Art.3. In hetzelfde besluit worden de artikelen 41 tot en met 46, de artikelen 51 tot en met 56 en worden de artikelen 43 en 43bis de artikelen 53bis en 53ter.
Art.4. In hetzelfde besluit worden in lid 1 van artikel 43bis dat artikel 53bis wordt de woorden " of in politiek verlof " ingevoegd na de woorden " om vakbondsactiviteiten ".
HOOFDSTUK III. - Slot- en afwijkingsbepalingen.
Art.5. § 1. In afwijking van artikel 43 van bovenvermeld koninklijk besluit d.d. 15 januari 1979, ingelast bij artikel 2 van dit besluit, gaat elk facultatief politiek verlof, aangevraagd tussen de datum van inwerkingtreding van het besluit en 31 december 1996, op 1 januari 1997 in.
§ 2. Het personeelslid dat bij de inwerkingtreding van dit besluit titularis is van een politiek mandaat bedoeld in artikel 44 van het koninklijk besluit d.d. 15 januari 1974, wordt van ambtswege in politiek verlof gesteld op 1 januari 1997 in afwijking van artikel 45 van hetzelfde besluit.
Het personeelslid dat, tussen de datum van inwerkingtreding van dit besluit en 1 januari 1997, titularis wordt van een in lid 1 van deze paragraaf bedoeld politiek mandaat wordt van ambtswege op 1 januari 1997 in politiek verlof gesteld in afwijking van artikel 45 van hetzelfde besluit.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art. 7. De Minister-Voorzitster tot wier bevoegdheid het statuut der personeelsleden van de Franse Gemeenschap behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 oktober 1996.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid,
Mevr. L. ONKELINX.