11 SEPTEMBER 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot regeling van de werking van de Erkennings- en adviescommissie opgericht bij het decreet van 27 oktober 1994 betreffende de opvangcentra voor volwassenen (VERTALING).
Art. 1-8
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, moet worden verstaan onder :
1° Commissie de erkennings- en adviescommissie voor de opvangcentra;
2° de Minister, de Minister-Lid van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid de forensische welzijnszorg behoort.
Art.2. De Commissie heeft haar zetel te Brussel. De voorzitter roept de Commissie bijeen telkens hij het nodig acht voor het regelmatig onderzoek van de aangelegenheden.
Op de bijeenroeping waarbij de agenda wordt medegedeeld, worden de plaats, de dag en het uur van de vergadering vermeld. Samen met de notulen van de vorige vergadering wordt zij veertien dagen vóór de datum van de vergadering naar de leden gezonden. In dringend geval, wordt deze termijn tot vijf dagen herleid.
Art.3. De secretaris is inzonderheid belast met het bijhouden van het register, het opstellen van de notulen, van het verslag en van de adviezen die aan de Minister moeten worden overgemaakt.
Art.4. De Commissie kan slechts geldig zitting houden indien de voorzitter en ten minste zeven stemgerechtigde leden aanwezig zijn.
Zij spreekt zich uit bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen, beslist de stem van de voorzitter.
Er wordt met handopsteken gestemd.
De Commissie zetelt met gesloten deuren.
De Commissie kan in haar midden permanente secties oprichten die bijzonder belast zijn met het onderzoeken van specifieke problemen.
Art.5. De voorzitter en de leden van de Commissie die geen ambtenaren zijn, kunnen aanspraak maken op een zitpenning per vergadering van ten minste drie uren waarvan het bedrag vastgesteld is op 1 200 BF voor de voorzitter en 1 000 BF voor de leden.
De Franse Gemeenschap dekt de risico's van het gebruik van een persoonlijk voertuig niet.
Art.6. De vertegenwoordiging van de erkende maar niet betoelaagde centra in de Commissie moet effectief zijn wanneer de mandaten hernieuwd worden.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgema
kt.
Art. 8. De minister tot wiens bevoegdheid de forensische welzijnszorg behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 september 1996.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele Sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Bevordering van de Gezondheid,
Mevr. L. ONKELINX