11 JULI 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen gesubsidieerd door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn) (VERTALING).
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 21, leden 1 en 2, van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen gesubsidieerd door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn) wordt vervangen door de volgende tekst :
"De werkingstoelagen worden berekend naar rata van 100 % van de werkelijke bezoldigingslasten volgens barema's die door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" worden bepaald.
Die toelagen mogen geenszins de barema's overschrijden die geldig zijn voor de personeelsleden van de "Office de la Naissance et de l'Enfance".
Die toelagen worden toegekend op grond van een geïndividualiseerd forfaitair bedrag vastgesteld door de "Office de la Naissance et de l'Enfance", rekening houdend met :
1° het barema dat door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" wordt bepaald voor iedere categorie van het personeel die gerechtigd is op toelagen op grond van de erkende anciënniteit;
2° de werkgeverslasten berekend op de brutobezoldiging;
3° 2,5% van de brutobezoldiging voor werkgeverslasten buiten-R.S.Z.;
4° een forfaitair bedrag voor het vakantiegeld;
5° een forfaitair bedrag voor de eindejaarstoelage en de daarmee verbonden R.S.Z.-lasten;
6° een forfaitair bedrag dat jaarlijks bepaald wordt door het Bureau van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" voor de vervangingen.".
Art.2. Artikel 32, leden 1 en 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst :
"De werkingstoelagen worden berekend naar rata van 100 % van de werkelijke bezoldigingslasten volgens barema's die door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" worden bepaald.
Die toelagen mogen geenszins de barema's overschrijden die geldig zijn voor de personeelsleden van de "Office de la Naissance et de l'Enfance".
Die toelagen worden toegekend op grond van een geïndividualiseerd forfaitair bedrag vastgesteld door de "Office de la Naissance et de l'Enfance", rekening houdend met :
1° het barema dat door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" wordt bepaald voor iedere categorie van het personeel die gerechtigd is op toelagen op grond van de erkende anciënniteit;
2° de werkgeverslasten berekend op de brutobezoldiging;
3° 2,5% van de brutobezoldiging voor werkgeverslasten buiten-R.S.Z.;
4° een forfaitair bedrag voor het vakantiegeld;
5° een forfaitair bedrag voor de eindejaarstoelage en de daarmee verbonden R.S.Z.-lasten;
6° een forfaitair bedrag dat jaarlijks bepaald wordt door het Bureau van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" voor de vervangingen.".
Art.3. Art. 44, lid 2, 1° van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst :
"het barema dat door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" wordt bepaald voor iedere categorie van het personeel die gerechtigd is op toelagen op grond van de erkende anciënniteit;".
Art.4. Artikel 55, leden 1 en 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst :
"De werkingstoelagen voor de maatschappelijke werker worden berekend naar rata van 100 % van de werkelijke bezoldigingslasten volgens barema's die door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" worden bepaald.
Die toelagen mogen geenszins de barema's overschrijden die geldig zijn voor de personeelsleden van de "Office de la Naissance et de l'Enfance".
Die toelagen worden toegekend op grond van een geïndividualiseerd forfaitair bedrag vastgesteld door de "Office de la Naissance et de l'Enfance", rekening houdend met :
1° het barema dat door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" wordt bepaald voor iedere categorie van het personeel die gerechtigd is op toelagen op grond van de erkende anciënniteit;
2° de werkgeverslasten berekend op de brutobezoldiging;
3° 2,5% van de brutobezoldiging voor werkgeverslasten buiten-R.S.Z.;
4° een forfaitair bedrag voor het vakantiegeld;
5° een forfaitair bedrag voor de eindejaarstoelage en de daarmee verbonden R.S.Z.-lasten;
6° een forfaitair bedrag dat jaarlijks bepaald wordt door het Bureau van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" voor de vervangingen.".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1996.
Art. 6. De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het kinderwelzijn behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 juli 1996.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid het Kinderwelzijn behoort,
Mevr. L. ONKELINX