Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JANUARI 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van de reglementering betreffende de administratieve stand van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen. (VERTALING).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der
Art. 1-15
HOOFDSTUK II. - Wijziging in het koninklijk besluit, dat sindsdien het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap is geworden, d.d. 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-,
Art. 16
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 18 januari 1974, genomen ter uitvoering van artikel 164 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager,
Art. 17-20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969032202  1969042204  1974011851 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.
Artikel 1. Artikel 14ter, § 3, lid 3 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, ingevoegd bij besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993, wordt door de volgende bepaling vervangen :
  "De Commissie vergadert in de eerste helft van april en in de laatste helft van november. Op initiatief van de voorzitter kan ze bijkomende vergaderingen houden".

Art.2. Artikel 14quater, § 3, lid 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993 wordt door de volgende bepaling vervangen :
  "De Commissie vergadert in de laatste helft van maart en de eerste helft van november.
  Op initiatief van de voorzitter kan ze bijkomende vergaderingen houden".

Art.3. Artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijke besluiten d.d. 22 maart 1971 en 18 maart 1976 en bij besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993, wordt vervangen als volgt :
  "Artikel 18. Niemand kan als tijdelijk personeelslid worden aangesteld, indien hij niet voldoet aan de onderstaande voorwaarden :
  1. Belg zijn of onderdaan van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap behoudens door de Regering toe te kennen vrijstelling;
  2. van onberispelijk gedrag zijn;
  3. de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  4. voldaan hebben aan de dienstplichtwetten;
  5. houder zijn van een door de Regering bepaald bekwaamheidsbewijs dat in verhouding staat tot het te begeven ambt;
  6. bij de indiensttreding een medisch attest overleggen dat niet langer dan zes maanden tevoren werd afgegeven en waaruit blijkt dat de kandidaat in een zodanige gezondheidstoestand verkeert dat hij de gezondheid van de leerlingen noch die van de andere personeelsleden in gevaar kan brengen;
  7. voldoen aan de wets- en reglementsbepalingen betreffende de taalregeling;
  8. zijn kandidatuur hebben ingediend in de vorm en binnen de termijn die in de oproep tot de kandidaten werden vastgesteld.

Art.4. Artikel 19 van dat besluit wordt opgeheven.

Art.5. In artikel 31 van dat besluit, vervangen door het besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993 en gewijzigd bij besluit van de Regering d.d. 4 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° een punt 11 dat luidt als volgt, wordt ingevoegd :
  "11° de leeftijdsgrens van 55 jaar niet hebben overschreden, behoudens de in lid 2 bepaalde, door de Regering toegekende vrijstelling;" 2° het volgend lid wordt tussen lid 1 en lid 2 ingevoegd :
  "Zo het geval zich voordoet, mag de in lid 1 bedoelde leeftijdsgrens verhoogd worden met het aantal jaren dat de betrokkene mag doen gelden voor de opening van het recht op een pensioen ten laste van de Schatkist".

Art.6. Artikel 34, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993, wordt met het volgende lid aangevuld : "De kandidaten die de leeftijdsgrens van 55 jaar bereikt hebben en die de in artikel 31, 11°, van dit besluit bepaalde vrijstelling wensen te verkrijgen, voegen hun gemotiveerd vraag om vrijstelling bij hun kandidatuur".

Art.7. Artikel 39, a), lid 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993, wordt opgeheven.

Art.8. Artikel 45, § 1, lid 1, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Regering d.d. 4 juli 1994, wordt door de volgende leden vervangen :
  "De prioritaire tijdelijke wordt in vast verband benoemd op 1 januari van het jaar dat volgt op zijn aanstelling als prioritair tijdelijke indien de betrekking die hij bekleedt ten minste twee derde omvat van het minimumaantal uren vereist om een ambt met volledige prestaties te vormen en indien deze betrekking steeds vacant is op die datum nadat de zonale aanstellingscommissie en de interzonale aanstellingscommissie de respectievelijk in de artikelen 14ter en 19ter van dit besluit vermelde statutaire verrichtingen hebben uitgevoerd.
  Wanneer de bekendmaking van de door artikel 17bis bepaalde vacatuur na de datum van 1 januari gebeurt, wordt de prioritair tijdelijke in vast verband benoemd op de volgende 1 juli voor zover hij op die datum een vacante betrekking bekleedt die ten minste twee derde omvat van het minimumaantal uren vereist om een ambt met volledige prestaties te vormen en voor zover de zonale aanstellingscommissie en de interzonale aanstellingscommissie tussen 1 januari en 1 juli vergaderd hebben".

Art.9. In artikel 84 van hetzelfde besluit, wordt lid 2 opgeheven.

Art.10. In artikel 98 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993, wordt lid 2 opgeheven.

Art.11. In artikel 99 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993, wordt lid 2 opgeheven.

Art.12. In artikel 104, 1° en 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "vanaf de leeftijd van 21 jaar" geschrapt.

Art.13. Artikel 107, 1°, lid 2, en 2°, lid 2, van hetzelfde besluit, wordt opgeheven.

Art.14. In artikel 107bis, 1° en 2°, van hetzelfde besluit ingevoegd bij het koninklijk besluit d.d. 4 april 1980, worden de woorden "vanaf de leeftijd van 21 jaar" geschrapt.

Art.15. In artikel 110, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "vanaf de leeftijd van 23 jaar" geschrapt.

HOOFDSTUK II. - Wijziging in het koninklijk besluit, dat sindsdien het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap is geworden, d.d. 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen.
Art.16. In artikel 12, lid 4 en lid 5, van het koninklijk besluit, dat sindsdien het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap is geworden, d.d. 22 april 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, worden de woorden "vanaf de leeftijd van 25 jaar" geschrapt.

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het koninklijk besluit d.d. 18 januari 1974, genomen ter uitvoering van artikel 164 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen.
Art.17. Artikel 3quinquies van het koninklijk besluit d.d. 18 januari 1974, genomen ter uitvoering van artikel 164 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, ingevoegd bij het besluit van de Regering d.d. 4 juli 1994, wordt opgeheven.

Art.18. In artikel 3sexies van hetzelfde besluit ingevoegd bij het besluit van de Regering d.d. 10 juni 1993 en gewijzigd bij het besluit van de Regering d.d. 4 juli 1994 worden de woorden "in de artikelen 3quater en 3quinquies" door de woorden "artikel 3quater" vervangen.

Art.19. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1996.

Art. 20. De Minister-Voorzitster tot wier bevoegdheid het statuut der personeelsleden van de Franse Gemeenschap behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 9 januari 1996.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen,
  J.-P. GRAFE
  De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE