Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 JULI 1996. Decreet betreffende de oprichting van het gemengde woon- en recreatiegebied van de "Plate-Taille" (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1997027175 



Artikels:

Artikel 1. Er wordt een gemengd woon- en recreatiegebied opgericht waarvan de omtrek overeenstemt met die van het gebied voor toeristische centra dat in het gewestplan Thuin-Chimay (blad 57/3) is opgenomen. De artikelen 170 en 181 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, hierna het Wetboek genoemd, zijn daarop van toepassing.

Art.2. In afwijking van de artikelen 93/1 tot 93/15 van het Wetboek mag geen bouwvergunning, behalve voor handelingen en werken van openbaar nut of gemeenschapsvoorzieningen, geen verkavelingsvergunning of geen gunstig advies voor het verlenen van een camping-caravaningsvergunning voor het in artikel 1 bedoelde gebied afgegeven worden, zolang het niet, geheel of gedeeltelijk, opgenomen is in een bijzonder plan van aanleg, zoals bedoeld in artikel 12 van het Wetboek.
  In afwijking van artikel 14, eerste lid, van het Wetboek, bevat(ten) het/de in het eerste lid bedoelde bijzonder(e) plan(nen) van aanleg :
  1° de bestaande rechts- en feitelijke toestand;
  2° de stedebouwkundige en planologische optie;
  3° de gedetailleerde bestemming van het in artikel 1 bedoelde gebied;
  4° de voorschriften betreffende de plaatsing, de maximumbouwhoogte, de materialen en de welstand van de gebouwen en afsluitingen, de omgeving, de binnenplaatsen en de tuinen, alsmede de aanleg, de uitrusting en de kenmerken van de openbare plaatsen, waarbij o.a. rekening wordt gehouden met de minder-validen, de bouwvrije stroken en de beplantingen.

Art.3. § 1. Onder de personen die erkend zijn krachtens artikel 11 van het decreet van 11 september 1985 houdende organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest wijst de gemeenteraad of, in voorkomend geval, de Regering de natuurlijke dan wel privaat- of publiekrechtelijke persoon aan om een globale ruimtelijke analyse te verrichten i.v.m. het in artikel 2 bedoelde bijzonder plan van aanleg.
  § 2. De globale ruimtelijke analyse bevat :
  1° een omschrijving van de doelstellingen van het ontwerp van bijzonder plan van aanleg alsmede van de menselijke en milieu-kenmerken van het grondgebied waarvan sprake in bovenvermeld ontwerp;
  2° de schatting van de vermoedelijke weerslag van de tenuitvoerlegging van het ontwerp van bijzonder plan van aanleg op de mens en zijn activiteiten, de fauna, de flora, de grond, het water, de lucht, het klimaat en de landschappen, het culturele erfdeel, alsmede de interactie tussen die verschillende factoren;
  3° het onderzoek van de te treffen maatregelen om de in 2° negatieve weerslag te voorkomen of te beperken;
  4° de aanvaardbare bestemmingen rekening houdende met de kenmerken van het in het ontwerp van bijzonder plan van aanleg bedoelde grondgebied;
  5° een samenvatting van bovenvermelde gegevens, zonder technische beschouwingen.

Art.4. § 1. In afwijking van de artikelen 18, derde tot zevende lid, 20 en 21, derde lid, van het Wetboek, worden de voorschriften voor het opmaken van het of de bijzonder(e) plan(nen) van aanleg, waarvan sprake in artikel 2, geregeld bij de volgende paragrafen.
  § 2. Het voorontwerp van bijzonder plan van aanleg wordt overeenkomstig artikel 12, § 2, van bovenvermeld decreet van 11 september 1985 ter inzage gelegd.
  § 3. Na zijn voorlopige aanneming door de gemeenteraad, wordt het voorontwerp van plan aan een openbaar onderzoek onderworpen.
  Zodra het onderzoek is aangekondigd :
  1° worden het ontwerp van bijzonder plan van aanleg en de in artikel 3 bedoelde globale ruimtelijke analyse gedurende dertig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis; de aanvangs- en de einddatum van het openbaar onderzoek worden in de aankondiging vermeld. Deze termijn wordt geschorst tussen 16 juli en 15 augustus;
  2° door bemiddeling van het college van burgemeester en schepenen wordt op de laatste dag van het openbaar onderzoek een overlegvergadering in het gemeentehuis belegd, waarvan een proces-verbaal wordt opgemaakt overeenkomstig de artikelen 45, eerste en derde leden, 46, 47 en 49 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 oktober 1991 tot uitvoering van bovenvermeld decreet van 11 september 1985.
  De bezwaren en opmerkingen moeten vóór het einde van het openbaar onderzoek schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen; zij moeten gevoegd worden bij het proces-verbaal van de overlegvergadering en bij het proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek dat het college van burgemeester en schepenen binnen acht dagen na de sluiting opmaakt.
  § 4. Binnen acht dagen na de sluiting van het openbaar onderzoek wordt het dossier voorgelegd aan de Waalse Milieuraad voor de Duurzame Ontwikkeling bedoeld in artikel 11 van bovenvermeld decreet van 11 september 1985 en aan de commissie bedoeld in artikel 148 van het Wetboek. Dit dossier bevat :
  1° het ontwerp van bijzonder plan van aanleg en de globale ruimtelijke analyse;
  2° de bezwaren, opmerkingen, adviezen en processen-verbaal.
  De Raad en de commissie brengen hun advies uit binnen veertig dagen na het verzoek van het college van burgemeester en schepenen of, in voorkomend geval, van de Regering; bij ontstentenis hiervan wordt het advies geacht gunstig te zijn.
  § 5. Het ontwerp van bijzonder plan van aanleg wordt definitief aangenomen en, in voorkomend geval, aan de goedkeuring van de Regering onderworpen.
  Het besluit van de Regering wordt aan de hand van een uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  Het goedgekeurd bijzonder plan van aanleg ligt ter inzage op het gemeentehuis. Het publiek wordt ingelicht op de wijze bedoeld in artikel 12 van de nieuwe gemeentewet.
  § 6. De bepalingen voor het opmaken van het of de in artikel 2 bedoelde bijzonder(e) plan(nen) van aanleg zijn van toepassing bij de herziening ervan.

Art.5. In afwijking van de artikelen 9, eerste lid, en 10 van bovenvermeld decreet van 11 september 1985 beoordeelt de bevoegde overheid de milieueffecten van een ontwerp dat onderworpen is aan een bouw-, verkavelings-, camping-caravaningsvergunning of aan een vergunning voor de exploitatie van een inrichting die als gevaarlijk, ongezond en hinderlijk wordt beschouwd, waarbij rekening wordt gehouden met de toelichting van de milieueffectenbeoordeling, bedoeld in de artikelen 7 en 8 van hetzelfde decreet en met de globale analyse, waarvan sprake in artikel 4.
  De bevoegde overheid kan verzoeken om alle verdere informatie die ze nuttig acht en o.a. de in artikel 4 bedoelde globale analyse laten actualiseren, indien de aanvraag om exploitatievergunning of -machtiging wordt ingediend na een termijn van vijf jaar volgend op de goedkeuring van het bijzonder plan van aanleg.
  Indien het ontwerp aan de in artikel 3, § 2, 4°, bedoelde criteria beantwoordt, stelt de bevoegde overheid het vrij van de overige procedure van milieueffectenbeoordeling zoals bepaald in bovenvermeld decreet van 11 september 1985.
  Wanneer een aanvraag om exploitatievergunning onderworpen is aan een milieueffectenbeoordeling, vervangen het openbaar onderzoek en de overlegvergadering, waarvan sprake in artikel 4, de voorschriften opgelegd bij bovenvermeld decreet van 11 september 1985, voor zover de aanvraag om exploitatievergunning en de desbetreffende milieueffectenbeoordeling onderworpen zijn aan hetzelfde onderzoek als dat bedoeld in artikel 4.

Art.6. In afwijking van de artikelen 94bis en volgende en 119bis en volgende van het Wetboek worden de projecten van vakantiedorpen en weekendverblijfparken die de in artikel 2 bedoelde voorschriften van het bijzonder plan van aanleg vervullen, vrijgesteld van de tenuitvoerlegging van de beschikkingen betreffende hun vestiging.

Art. 7. Artikel 6.4.5. van het gewestplan Thuin-Chimay en de voorschriften m.b.t. het gebied voor toeristische centra, zoals ingevoegd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 20 juli 1989 waarbij de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan definitief is bepaald, worden opgeheven.
  Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Namen, 25 juli 1996.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer,
  M. LEBRUN
  De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
  B. ANSELME
  De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming,
  J.-C. VAN CAUWENBERGHE
  De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen,
  J.-P. GRAFE
  De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
  W. TAMINIAUX
  De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
  G. LUTGEN