Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 JULI 1996. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de regels voor het milieueffectenonderzoek en het openbaar onderzoek betreffende het plan voor centra voor technische ingraving (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-08-1996 en tekstbijwerking tot 27-09-2017)



Inhoudstafel:


Art. 1-10
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1999027403  2008200591 



Artikels:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "SPAQUE" : de openbare maatschappij opgericht overeenkomstig artikel 39 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;
  2° erkende persoon : de natuurlijke of rechtspersoon erkend als auteur van een milieueffectenonderzoek, overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 11 september 1985 houdende organisatie van de milieueffectenbeoordeling in het Waalse Gewest;
  3° [1 Administratie : de Administratie in de zin van artikel 2, 22° van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;]1
  4° "CRAT" : de instelling bedoeld in artikel 148 van het Waalse wetboek van ruimtelijke ordening, stedebouw en patrimonium;
  5° "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" (Waalse milieuraad voor de duurzame ontwikkeling) : de instelling waarvan sprake in artikel 19 van het decreet van 21 april 1994 betreffende de milieuplanning in het kader van de duurzame ontwikkeling.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.2. Voor elke site opgenomen in het (...) plan-ontwerp voor centra voor technische ingraving wijst de "SPAQUE" de met het milieueffectenonderzoek belaste erkende persoon (personen) aan. <BWG 1997-01-16/33, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 1997-03-09>
  Het milieueffectenonderzoek wordt verricht overeenkomstig de standaardinhoud van bijlage I.

Art.3. § 1. In het kader van hun opdracht zijn de ambtenaren van de "SPAQUE" en de met het milieueffectenonderzoek belaste personen gemachtigd om de goederen op en rond de in het plan-ontwerp opgenomen sites te betreden waarvan het milieueffectenonderzoek hen overeenkomstig artikel 2 wordt toevertrouwd.
  Deze personen kunnen de hulp van technische deskundigen inroepen.
  § 2. Wanneer onderzoeken, analyses, monsternemingen of werken voorzien zijn, stelt de "SPAQUE" of de betrokken erkende persoon de eigenaar van de site minstens veertien dagen op voorhand in kennis van de periode waarin ze zullen plaatsvinden.
  Als de site door een derde wordt bezet, brengt de eigenaar die de in § 2 bedoelde kennisgeving ontvangt, voornoemde persoon op de hoogte van de geplande handelingen en stuurt hij zijn identiteit zo spoedig mogelijk aan de "SPAQUE".

Art.4. Zodra het milieueffectenonderzoek verricht is, bepaalt de "SPAQUE" de sites waar de vestiging en de exploitatie van een centrum voor technische ingraving noemenswaardige effecten op het milieu van een ander Gewest of een andere Staat zouden kunnen hebben. Zij bezorgt de Regering de lijst van deze sites met de identificatie van het Gewest of van de betrokken Staat, samen met het plan-ontwerp voor centra voor technische ingraving en het effectenonderzoek.
  De "SPAQUE" bezorgt de Regering tevens een lijst van de gemeenten op het grondgebied waarvan de vestiging en de exploitatie van de sites opgenomen in het plan-ontwerp voor centra voor technische ingraving een weerslag zouden kunnen hebben.
  De Regering licht de betrokken gemeenten in na de voorlopige goedkeuring van het plan voor centra voor technische ingraving.

Art.5.Het door de Regering voorlopig goedgekeurde plan voor centra voor technische ingraving, het milieueffectenonderzoek en de wijziging van de betrokken gewestplannen worden vanaf de door de Regering bepaalde datum gedurende vijfenveertig dagen onderworpen aan een openbaar onderzoek in de in artikel 4, tweede lid, vermelde gemeenten.
  [1 Het openbaar onderzoek wordt gevoerd volgens de modaliteiten bedoeld in titel III van deel III van Boek I van het Milieuwetboek.]1
  [1 lid 3 opgeheven]1
  De betrokken gemeenten stellen de [2 Administratie]2 onmiddellijk in kennis van de maatregelen die zij genomen hebben met het oog op een vlot verloop van het onderzoek. Zij bezorgen hem o.a. een bewijs van de dag waarop het bericht van openbaar onderzoek werd aangepakt alsmede een afschrift van de aankondiging van het onderzoek [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BWG 2007-12-20/A3, art. 43, 003; Inwerkingtreding : 08-03-2008>
  (2)<BWG 2017-07-13/32, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.6.Binnen negentig dagen na sluiting van het openbaar onderzoek belegt de "SPAQUE" een overlegvergadering voor elke site die in het plan-ontwerp voorkomt. De datum en de plaats van de vergaderingen worden gedurende tien dagen door het gemeentebestuur aan de hand van het model in bijlage III op de gewone aanplakplaatsen aangekondigd.
  Aan de vergadering kunnen deelnemen :
  1° de vertegenwoordigers van de Regering;
  2° de vertegenwoordigers van de "SPAQUE";
  3° de gemeenteraad van elke betrokken gemeente;
  4° de eisers van elke betrokken gemeente.
  Elke deelnemer kan de hulp van deskundigen inroepen maar de betrokken groep mag niet meer dan 7 personen bevatten.
  Bij overschrijding van dat aantal personen wijst de burgemeester van de betrokken gemeente de personen aan die de vergadering mogen bijwonen.
  De overlegvergadering wordt door een vertegenwoordiger van de Regering voorgezeten.
  De [1 Administratie]1 maakt binnen tien dagen proces-verbaal van de overlegvergadering op.
  ----------
  (1)<BWG 2017-07-13/32, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 07-10-2017>

Art.7. De Regering stuurt het voorlopig goedgekeurde plan en het milieueffectenonderzoek voor advies aan de "CRAT" en aan de Waalse milieuraad voor de duurzame ontwikkeling.
  Deze instellingen brengen de Regering advies uit binnen vijfenveertig dagen na hun aanhangigmaking. De Regering is niet verplicht rekening te houden met adviezen die buiten de voorgeschreven termijn ingediend worden.

Art.8. (nieuw artikel 8 ingevoegd bij BWG 1997-01-16/33, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 1997-03-09> De personen aan wie de in artikel 3, § 2 bedoeld e onderzoeken, analyses en monsternemingen materiële schade hebben toegebracht, kunnen vergoed worden volgens de regels bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 16 januari 1997 tot bepaling van de voorwaarden waaronder de openbare maatschappij opgericht krachtens artikel 39 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen toegang heeft tot de sites en tot vaststelling van de wijze waarop de materiële schade aangericht door onderzoeken, analyses, monsternemingen of werken uitgevoerd in het kader van het afvalbeleid wordt vergoed.

Art.9. (Vorig artikel 8) De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. <BWG 1997-01-16/33, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 1997-03-09>

Art.10.(Vorig artikel 9) Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. <BWG 1997-01-16/33, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 1997-03-09>

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. Inhoud en vorm van het milieueffectenonderzoek.
  Fase 1 : Omschrijving van het ontwerp.
  - Lokalisatie van de site;
  - Oppervlakte;
  - Historiek en beschrijving van de site;
  - Opslagcapaciteit;
  - Geplande exploitatieduur;
  - Aard en stroom van de afvalstoffen;
  - Geplande klasse;
  - Ligging in het gewestplan;
  - Rechts- en reglementaire toestand toepasselijk op het ontwerp, bestaande en voormalige vergunningen;
  - Geplande inrichtingen.
  Fase 2 : Omschrijving van de huidige staat.
  2.1. Afbakening van de invloedssfeer van het ontwerp.
  2.2. Analyse van het huidige milieu.
  2.2.1. Grond en ondergrond.
  - Gewestelijk geologisch onderzoek;
  - Plaatselijk geotechnisch onderzoek;
  - Karakterisering van de grond (analyse);
  - Gevoeligheid van de geologische onderlaag voor watervervuiling.
  2.2.2. Grondwater.
  - Plaatselijke hydrogeologie, hydrodynamische karakterisering met computersimulatie;
  - Potentialiteiten van de waterhoudende lagen;
  - Inventarisatie van de waterwinningen en toestand m.b.t. de waterwin-, beschermings- en toezichtsgebieden;
  - Verspreidbaarheid van de vervuilende stoffen;
  - Hydrochemisch onderzoek;
  - Vergelijking met de bestaande normen : drinkbaarheidsnormen, kwaliteitsdoelstellingen; voor oppervlakte- of grondwater.
  2.2.3. Oppervlaktewater.
  - Plaatselijk hydrografisch net;
  - Toestand m.b.t. zwem- en viswater, schelpdierplaatsen, reservoirs;
  - Bijzonderheden;
  - Afwateringsregimes;
  - Hydrochemisch en sedimentair onderzoek;
  - Vergelijking met de bestaande normen : drinkbaarheidsnormen, kwaliteitsdoelstellingen; voor oppervlakte- en schelpdierwater;
  - Eventuele rioleringen en afvoer ervan.
  2.2.4. Lucht en klimaat.
  - Luchtkwaliteit;
  - Natuurlijke schermen, overheersende winden, ingesneden valleien, bijzondere toestand.
  2.2.5. Lawaai en trillingen.
  - Oorsprong en huidige niveaus.
  2.2.6. Fauna.
  - Toestand m.b.t. de beschermde of gevoelige gebieden;
  - Bijzondere biotoop;
  - Beschrijving van de woongebieden en de dierenbevolking;
  - Aanwezigheid van eventuele zeldzame of bedreigde soorten.
  2.2.7. Flora.
  - Toestand m.b.t. beschermde of gevoelige gebieden;
  - Bijzondere biotoop;
  - Aanwezigheid van eventuele zeldzame of bedreigde soorten.
  2.2.8. Water- en moerasbiotopen.
  - Kwaliteit van het oppervlaktewater (biotische aanwijzingen,...);
  - Beschrijving van de oevers;
  - Biocoenosen;
  - Aanwezigheid van eventuele zeldzame of bedreigde soorten.
  2.2.9. Landschap.
  - Topografie van de site;
  - Beschrijving van de omtrek onderzocht in het geheel van het plaatselijke landschap;
  - Zicht op het landschap vanaf de omtrek;
  - Zicht op het gebied vanaf de omgeving;
  - Overeenstemmende foto's;
  - Cartografie van de voornaamste bebouwde en onbebouwde landschappelijke elementen;
  - Analyse en positieve en negatieve beoordeling van de landschappelijke elementen.
  2.2.10. Bebouwde omgeving.
  - Omringende gebouwen : cartografie en beoordeling;
  - Kaart met de bevolkingsdichtheid en de ontwikkelingspolen.
  2.2.11. Vervoerinfrastructuur en communicaties.
  - Bestaand communicatienet, cartografie en ontwikkeling van de capaciteiten.
  2.2.12. Toegangswegen.
  - Inventaris van de toegangswegen en statuut ervan in de omtrek en in de directe omgeving van de site.
  2.2.13. Site.
  - Historische en patrimoniale site;
  - Culturele site;
  - Archeologische vindplaats;
  - Toeristische plaats.
  Fase 3 : Analyse van de effecten.
  De bedoeling is de effecten van het project op het milieu en op de gezondheid van de mens te onderzoeken en te beoordelen. De in fase 2 opgesomde en geanalyseerde gebieden worden puntsgewijs nagegaan.
  3.1. Beoordeling van de effecten.
  3.1.1. Grond en ondergrond.
  - Gevaar voor erosie en abrasie van de bodemlaag;
  - Grond- en ondergrondbesmetting;
  - Gevaar voor grondverschuiving en aardstorting;
  - Gevaar veroorzaakt door regelmatige en differentiale grondverzakkingen.
  3.1.2. Grondwater.
  - Gevaar voor besmetting door percolaten;
  - Gevaar voor punctuele vervuilingen;
  - Voorraden drinkbaar water;
  - Weerslag op de waterwinningen.
  3.1.3. Oppervlaktewater.
  - Waterhuishouding - kwantitatief effect;
  - Gevaar voor besmetting door percolaten -kwalitatief effect;
  - Gevaar voor besmetting door zwerfvuil en vogelfauna.
  3.1.4. Lucht.
  - Weerslag van gasemissies : gevaar voor luchtvervuiling en reukhinder.
  3.1.5. Lawaai en trillingen (ook langs de toegangswegen)
  - Inrichtingsfase;
  - Vervoer;
  - Bouwtuigen en installaties die erbij horen (zuiveringsinstallaties, gasfakkels);
  - Vogelfauna.
  3.1.6. Fauna.
  - Aantasting en verlies van faunagebieden;
  - Substitutie binnen een complex;
  - Effecten op de beschermde fauna.
  3.1.7. Flora.
  - Aantasting en verlies van ecosystemen;
  - Substitutie binnen een ecosysteem.
  3.1.8. Water- en moerasbiotopen.
  - Verslechtering van het waterecosysteem;
  - Substitutie binnen een ecosysteem.
  3.1.9. Landschap.
  - Algemene analyse van de weerslag van het ontwerp (wijziging van het bodemreliëf, opslagplaatsen en bijgebouwen) op het waargenomen kader en op het plaatselijke landschap.
  3.1.10. Bebouwde omgeving.
  - Weerslag van het ontwerp op de bestaande agglomeratie en de aanliggende;
  eigendommen (verbinding-afzondering-continuïteit verenigbaarheid);
  - Verenigbaarheid met de eventuele ontwikkelingsschema's, de uitrustingen en de bestaande infrastructuur.
  3.1.11. Infrastructuur.
  - Opvangcapaciteit van de bestaande infrastructuur met inachtneming van de overbelastingen die het ontwerp met zich mee brengt voor het communicatienet.
  3.1.12. Site.
  - Weerslag van het ontwerp op andere menselijke activiteiten die de effecten van de exploitatie van het centrum voor technische ingraving zouden kunnen ondergaan.
  3.1.13. Toegangswegen.
  - Aanleg van nieuwe toegangswegen, eventueel toegankelijk voor het publiek, afschaffing of privatisering van de bestaande wegen;
  - Weerslag van het voorzienbare bijkomende verkeer. Positieve of negatieve weerslag op het plaatselijk verkeer. Nieuwe doorvoerwegen, overbelasting van bestaande wegen.
  3.2. Globale beoordeling van de effecten en van de wijzigingen in de huidige toestand.
  Fase 4 : Aanbevelingen.
  Belangrijke maatregelen om de voornaamste negatieve effecten op het milieu te voorkomen, te verminderen en, indien mogelijk, te compenseren.
  Fase 5 : Niet-technische samenvatting.
  Dit verslag heeft als hoofddoel een duidelijk document ter beschikking van een onervaren publiek te stellen en moet de burger aansporen tot deelname aan het openbaar onderzoek.
  Het maakt gewag van de door de auteur van onderzoeken gehanteerde methodologie en bevat een maximum aan cartografische en fotografische documenten ter verduidelijking van het onderzoek waarvan de inhoud hierboven wordt omschreven.

Art. N2.Bijlage II. - Bericht aan de bevolking.
  [1 Bijlage opgeheven]1
  ----------
  (1)<BWG 2007-12-20/A3, art. 44, 003; Inwerkingtreding : 08-03-2008>

Art. N3. Bijlage III. - Bericht aan de bevolking.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 07-08-1996, p. 21028-21029).