Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 APRIL 1996. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van afwijkingen voor de uitbating van bepaalde kweekparken van dieren van de categorieën "grof en overig wild", alsook voor de aankoop, het vervoer en de verkoop van deze levende gekweekte dieren (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-06-1996 en tekstbijwerking tot 16-07-1996)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Uitbating van bepaalde kweekparken van wild.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De machtiging tot slachten van gekweekt grof wild.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - De machtiging tot aankoop, vervoer en verkoop van levende dieren van de categorieën grof en overig wild.
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Algemene en slotbepalingen.
Art. 6-8
BIJLAGEN.
Art. N1, N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Uitbating van bepaalde kweekparken van wild.
Artikel 1. Het kweken van dieren van de categorieën grof en overig wild wordt gemachtigd in parken die volledig omheind zijn, zodat deze dieren er niet in of uit kunnen, niet voor jachtdoeleinden bestemd zijn en die tot één van de drie volgende categorieën behoren, met uitzondering van elke andere :
  1°) de kweekparken uitgebaat voor handelsdoeleinden i.v.m. de produktie van vlees van grof wild;
  2°) de dierentuinen bedoeld in artikel 3, punt 9, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en en het welzijn van dieren;
  3°) de privé-kweekparken die niet voor het publiek opengesteld zijn en waar enkel dieren van de soorten edelhert, ree, damhert of moeflon gehouden worden voor de produktie en consumptie van vlees door het huishouden van de eigenaar of voor onderzoeksdoeleinden.

HOOFDSTUK II. - De machtiging tot slachten van gekweekt grof wild.
Art.2. § 1. Elke slachting van grof wild in een van de in artikel 1, sub 1° en 2°, van dit besluit bedoelde parken moet het onderwerp zijn van een voorafgaande machtiging die niet langer dan één jaar mag geldig zijn.
  Voor de in artikel 1, sub 3°, van dit besluit bedoelde parken mag de machtiging niet langer dan vijftien dagen geldig zijn.
  § 2. Deze machtiging kan enkel verleend worden na onderzoek en voor de volgende redenen :
  1° de produktie van consumptievlees enkel in de in artikel 1, sub 1°, bedoelde parken;
  2° de consumptie door het huishouden van de aanvrager;
  3° de opruiming van overtollige, gekwetste, zieke of gevaarlijk geworden dieren. In dit geval moeten de afgemaakte dieren ter plaatse gebruikt worden of door het vilbeluik opgehaald worden.

Art.3. § 1. De machtigingsaanvraag tot slachting moet aan de ingenieur-houtvester bij een ter post aangetekende brief gericht worden of overhandigd worden tegen ontvangstbewijs.
  In deze brief wordt o.a. melding gemaakt van het aantal te slachten eenheden per soort en geslacht, de juiste ligging van het park en de reden van het verzoek.
  § 2. De ingenieur-houtvester beschikt over een termijn van twintig werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag om er een gevolg aan te geven.
  Deze termijn wordt evenwel herleid tot drie werkdagen voor gekwetste, zieke of gevaarlijk geworden dieren.
  § 3. Indien de bepalingen van dit besluit niet worden nageleefd of bij frauduleuse handeling, kan de machtiging tot slachten altijd ingetrokken worden.

HOOFDSTUK III. - De machtiging tot aankoop, vervoer en verkoop van levende dieren van de categorieën grof en overig wild.
Art.4. De eigenaars of uitbaters van de in artikel 1 van dit besluit bedoelde parken kunnen bij de ingenieur-houtvester een afwijking bekomen van het verbod van aankoop, vervoer en verkoop van levende dieren van de categorieën grof en overig wild, geldig voor maximum één maand, voor de volgende redenen :
  1° een van de in artikel 1 bedoelde parken inrichten;
  2° overtollige dieren verplaatsen of bloedverwantschap vermijden;
  3° enkel wat betreft de in artikel 1, sub 1° en 2°, bedoelde parken, het vervoer van en naar alsook handel drijven met de uitbaters van parken gevestigd in het Waalse Gewest of in vreemde gewesten of landen.
  § 2. Indien zij in het Waalse Gewest vervoerd worden, moet het in § 1 bedoelde document bij de dieren gevoegd zijn.
  Wat betreft dieren die buiten het Waalse Gewest moeten worden vervoerd, dient een getuigschrift van een veearts bij dit document te worden gevoegd tot bevestiging van de herkomst en de bestemming van de dieren.

Art.5. § 1. De machtigingsaanvraag moet aan de ingenieur-houtvester bij een ter post aangetekende brief gericht worden of overhandigd worden tegen ontvangstbewijs.
  De aanvraag vermeldt :
  1° het aantal te vervoeren dieren, per soort en per geslacht;
  2° de vertrekplaats met opgave van het volledige adres en de identiteit van de verzender;
  3° de aankomstplaats met opgave van het volledige adres en de identiteit van de bestemmeling;
  4° de reden van de gevraagde machtiging.
  Bij het verzoek wordt een door een veearts ondertekend getuigschrift gevoegd, dat niet ouder dan drie maanden is, waarbij bevestigd wordt dat het betrokken wild in goede opsluitingsomstandigheden verkeert en dat het geen tekens van soortspecifieke besmettelijke ziekte vertoont.
  § 2. De ingenieur-houtvester beschikt over een termijn van twintig werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag om er een gevolg aan te geven.

HOOFDSTUK IV. - Algemene en slotbepalingen.
Art.6. Indien de in hoofdstukken II en III van dit besluit bedoelde aanvragen worden geweigerd, kan de verzoeker beroep indienen bij een ter post aangetekende brief gericht aan de directeur van het ambtsgebied, die over een termijn van twintig werkdagen vanaf de ontvangst van het beroep beschikt om er een gevolg aan te geven.

Art.7. De bepalingen van hoofdstuk I van dit besluit worden van kracht op 1 juli 1995.

Art.8. De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 25 april 1996.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
  G. LUTGEN

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Formulier A. Machtigingsaanvraag voor de uitbating van een kweekpark van wild voor de produktie van vlees.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B. St. 06-06-1996, p. 15580) (Opgeheven bij BWG 1996-06-20/33, art. 1, Inwerkingtreding : 26-07-1996)

Art. N2. Bijlage 2. Formulier B. Machtiging of/ weigering van een uitbatingsmachtiging voor een kweekpark van wild voor de produktie van vlees. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B. St. 06-06-1996, p. 15581) (Opgeheven bij BWG 1996-06-20/33, art. 1, Inwerkingtreding : 26-07-1996)