25 APRIL 1996. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor het aanbieden aan de consumptie, het vervoer en de opslag van dood wild tijdens de sluitingsperiode (VERTALING).
Art. 1-2
Artikel 1. § 1. Buiten de in artikel 10, 1e en 3e lid, van de jachtwet van 28 februari 1882 mogen de handelaars in wild, de traiteurs en de restaurateurs, al dan niet diepgevroren dood grof wild vervoeren, doen vervoeren, opslaan, gereedmaken en verhandelen, onder de voorwaarde dat zij kunnen bewijzen dat dit wild aan één van de twee volgende voorwaarden beantwoordt :
- hetzij gekweekt en voortgebracht zijn in een park voor de produktie van vlees van grof wild geschikt voor menselijke consumptie, gemachtigd overeenkomstig artikel 12bis, § 2, 2e streepje, van de jachtwet van 28 februari 1882;
- uit een ander gewest of uit een vreemd land komen en waarbij de dokumenten tot vaststelling van zijn geoorloofde herkomst gevoegd zijn.
§ 2. Van 10 december tot en met 15 februari is het de in § 1 bedoelde personen bovendien geoorloofd elk dood wild van de categorieën grof wild, klein wild en waterwild ter consumptie aan te bieden na de 10e dag die volgt op de sluiting van de jacht op het betrokken soort.
Wat de vogels betreft is deze mogelijkheid echter beperkt tot de volgende soorten : wilde eend, gewone fazant, Europese patrijs.
Art. 2. De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 25 april 1996.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN