2 MEI 1996. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van het Waalse Gewest overgeheveld worden naar het Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen (VERTALING).
HOOFDSTUK I. - Regels voor de overheveling van personeelsleden.
Afdeling I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-3
Afdeling II. - Vrijwillige overheveling.
Art. 4-5
Afdeling III. - Ambtshalve overheveling.
Art. 6
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen.
Art. 7-8
HOOFDSTUK III. - Omwisselingsprocedure.
Art. 9
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 10-11
HOOFDSTUK I. - Regels voor de overheveling van personeelsleden.
Afdeling I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Het is van toepassing op het grondgebied van het Franse taalgebied.
Art.2. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Personeelsleden : de ambtenaren, de stagiairs en de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden, met uitzondering van de ambtenaren met een vervangingsovereenkomst, die naar het Waalse Gewest zijn overgeheveld overeenkomstig de artikelen 3, 7°, en 6, § 1, van het decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;
2° Ministers : de Minister tot wiens bevoegdheden Administratie behoort en de Minister van Sociale Actie en Gezondheid;
3° Secretaris-generaal : de Secretaris-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest;
4° Agentschap : het Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen.
§ 2. Voor de toepassing van § 1 worden de stagiairs geacht de graad te bekleden waarvoor ze zich kandidaat gesteld hebben.
De bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden worden geacht de graad te bekleden die overeenstemt met de betrekking waarvoor ze aangeworven zijn of, indien er in de overeenkomst geen sprake is van deze betrekking, de graad waaraan de weddeschaal verbonden is in welke hun bezoldiging vastgesteld is.
Art.3. De personeelsleden worden bij besluit van de Regering naar het Agentschap overgeheveld.
Afdeling II. - Vrijwillige overheveling.
Art.4. De personeelsleden worden bij dienstorder verzocht binnen tien werkdagen na ontvangst van de aangetekende brief schriftelijk mee te delen of zij naar het Agentschap wensen te worden overgeheveld om er, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, één van de in de dienstorder opgesomde ambten uit te oefenen.
Zij richten hun aanvraag rechtstreeks aan de Secretaris-generaal die ontvangst ervan bericht, en bezorgen hun hiërarchische chef een afschrift van de aanvraag.
De Secretaris-generaal zendt de aanvraag door naar de Ministers.
Art.5. § 1. De personeelsleden die naar het Agentschap wensen te worden overgeheveld, worden in twee groepen ingedeeld : een eerste groep met de personeelsleden die aangesteld zijn voor een betrekking bij de voorlopige onthaaldienst van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten of die onder deze dienst ressorteren en een tweede groep met de andere personeelsleden.
De leden van de eerste groep komen als eersten in aanmerking voor de overheveling.
In iedere groep worden de personeelsleden als volgt gerangschikt :
1° de ambtenaren;
2° de stagiairs;
3° de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden.
In elk van de in alinea 3 bedoelde groepen worden de personeelsleden als volgt gerangschikt :
1° het personeelslid met de grootste graadanciënniteit;
2° bij gelijke graadanciënniteit, het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit;
3° bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste in leeftijd.
Het criterium van de graadanciënniteit geldt niet voor een personeelslid dat niet vastbenoemd is.
De dienstanciënniteit van een personeelslid dat niet vastbenoemd is, stemt overeen met de periode waarin hij in welke hoedanigheid dan ook en zonder vrijwillige onderbreking als titularis van een voltijdse betrekking deel heeft uitgemaakt van het personeel.
§ 2. Na rangschikking zoals bepaald in § 1 worden de personeelsleden die het wensen naar het Agentschap overgeheveld om er één van de in de dienstorder vermelde ambten uit te oefenen.
Afdeling III. - Ambtshalve overheveling.
Art.6. Indien er, na toepassing van artikel 5, nog vacatures zijn, worden de personeelsleden die aangesteld zijn voor een betrekking bij de voorlopige onthaaldienst van het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten of onder deze dienst ressorteren, ambtshalve naar het Agentschap overgeheveld en aangesteld voor één van de in de dienstorder opgesomde ambten, in de omgekeerde volgorde van die welke in artikel 5, § 1, is bepaald.
HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen.
Art.7. De overhevelingen worden niet beschouwd als nieuwe benoemingen noch als overhevelingen in de zin van de artikelen 23 tot 26 en 36 tot 39 van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest.
Art.8. § 1. De overgehevelde personeelsleden behouden hun hoedanigheid, hun graad, hun administratieve en hun geldelijke anciënniteit. Onverminderd § 2 behouden zij de toelagen, de vergoedingen of premies en andere voordelen die ze vroeger genoten. Ze behouden de aan een functie verbonden voordelen slechts in zoverre de toekenningsvoorwaarden ervan binnen het Agentschap blijven gelden.
§ 2. Voor de overgehevelde personeelsleden die een hogere functie moeten uitoefenen, wordt bij de overheveling alleen rekening gehouden met hun statutaire graad. Indien zij vanaf de datum van hun overheveling dezelfde hogere functie als voorheen zonder onderbreking binnen het Agentschap blijven uitoefenen, worden zij geacht de hogere functie verder uit te oefenen.
§ 3. De overgehevelde ambtenaren behouden de beoordeling die zij hadden op het moment van de overheveling.
Die beoordeling blijft geldig totdat een nieuwe beoordeling wordt gegeven.
Indien een personeelslid op de datum van zijn overheveling een beroep tegen zijn beoordeling heeft ingesteld, dan wordt de procedure binnen het Agentschap voortgezet.
§ 4. De personeelsleden die vóór hun overheveling geslaagd zijn voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of voor een examen voor verhoging in graad, behouden bij het Agentschap het recht op bevordering verworven door het slagen voor één van die examens.
Voor hun rangschikking worden de geslaagden geacht het vergelijkend examen of het examen binnen het Agentschap te hebben afgelegd. Indien de notulen van de vergelijkende examens op dezelfde data zijn opgemaakt, worden de geslaagden onderling gerangschikt alsof ze aan hetzelfde examen hadden deelgenomen.
Indien de notulen van de vergelijkende examens op verschillende data zijn opgemaakt, wordt voorrang verleend aan de geslaagden voor de vergelijkende examens waarvan de notulen op de vroegste datum zijn opgemaakt.
§ 5. Voor zover het personeelslid, vóór zijn overheveling naar het Agentschap, voldoet aan de deelnemingsvoorwaarden m.b.t. een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of een examen voor verhoging in graad dat op de datum van de overheveling is aangekondigd, behoudt hij het recht om eraan deel te nemen, zelfs als hij, krachtens dit besluit, tijdens het verloop van de examens het voorwerp is van een overheveling of een aanstelling.
De § 4 is van toepassing op een geslaagde voor een vergelijkend examen of een examen waarvan sprake in alinea 1.
HOOFDSTUK III. - Omwisselingsprocedure.
Art.9. § 1. De krachtens dit besluit ambtshalve overgehevelde ambtenaren kunnen vragen om opnieuw aangesteld te worden bij het Ministerie van het Waalse Gewest volgens de door de Regering vastgestelde modaliteiten die binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit besluit d.m.v. een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt worden.
§ 2. Op verzoek van het Agentschap kunnen de Ministers in het belang van de dienst echter beslissen geen gevolg te geven aan de aanvraag van een personeelslid met een graad van niveau 1 of een graad van een ander niveau waarvoor een bijzondere kwalificatie of een bijzonder diploma wordt vereist.
Deze beslissing blijft hoogstens drie jaar geldig vanaf de datum van de ambtshalve overheveling.
Binnen dertig dagen na kennisgeving van de beslissing kan de ambtenaar er beroep tegen instellen bij een door de Minister van Ambtenarenzaken opgerichte commissie.
Tegen de beslissing van de commissie kan geen beroep ingesteld worden.
De commissie bestaat uit vier door de Waalse Regering benoemde leden onder wie een magistraat die de commissie voorzit.
Het secretariaat en de administratieve follow-up worden waargenomen door de Afdeling Ambtenarenzaken van het Ministerie van het Waalse Gewest.
§ 3. De Minister tot wiens bevoegdheden Administratie behoort, stelt per graad de lijst op van de aanvragen m.b.t. nieuwe aanwijzingen binnen de diensten van het Ministerie van het Waalse Gewest, met inachtneming van deze volgorde :
1° de ambtenaren;
2° de stagiairs.
In elk van beide bovenvermelde groepen worden de personeelsleden als volgt gerangschikt :
1° het personeelslid met de grootste graadanciënniteit;
2° bij gelijke graadanciënniteit, het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit;
3° bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste in leeftijd.
Het criterium van de graadanciënniteit geldt niet voor stagiairs.
De Minister tot wiens bevoegdheden Administratie behoort, zorgt ervoor dat de lijst van de aanvragen m.b.t. de nieuwe aanstellingen binnen drie maanden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
§ 4. Om aan de in § 3 bedoelde aanvragen te voldoen, doet de Waalse Regering, binnen dertig dagen na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad een oproep binnen het Ministerie van het Waalse Gewest. De oproep is een mededeling aan de personeelsleden waarbij ze verzocht worden binnen dertig dagen hun aanvraag om omwisseling bij aangetekende brief aan de Secretaris-generaal te zenden.
§ 5. De Minister van Ambtenarenzaken kan echter beslissen in het belang van de dienst geen gevolg te geven aan de aanvraag van een personeelslid met een graad van niveau 1 of een graad van een ander niveau waarvoor een bijzondere kwalificatie of een bijzonder diploma wordt vereist.
Binnen dertig dagen na kennisgeving van de beslissing kan de ambtenaar er beroep tegen instellen bij de in § 2 bedoelde commissie.
Tegen de beslissing van de commissie kan geen beroep worden ingesteld.
§ 6. De Minister van Ambtenarenzaken stelt, binnen dertig dagen na indiening van de aanvragen om omwisseling, per graad de lijst op van de overeenkomstig § 4 ingediende aanvragen, met inachtneming van de verdelingscriteria waarvan sprake in § 3.
§ 7. Aan de in § 3 bedoelde aanvragen wordt gevolg gegeven door omwisseling met de personeelsleden die hun aanvraag overeenkomstig § 6 hebben ingediend.
§ 8. De omwisseling geschiedt onder personeelsleden met dezelfde of een gelijkwaardige graad.
De bepaling van de gelijkwaardigheid berust op de criteria die vermeld staan in artikel 82, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen van het statuut van de ambtenaren van het Gewest.
De Minister van Ambtenarenzaken bepaalt de gelijkwaardigheid van graad.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 11. De Minister tot wiens bevoegdheden Administratie behoort en de Minister van Sociale Actie en Gezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 2 mei 1996.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON.
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
B. ANSELME.
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
W. TAMINIAUX.