Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 DECEMBER 1995. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het beheer van de comptabiliteit, de financies en het vermogen van de "Office wallon de Développement rural" (Waalse Dienst voor Plattelandsontwikkeling) (O.W.D.R.), dienst met afzonderlijk beheer (VERTALING). - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-02-1996 en tekstbijwerking tot 12-02-2002.)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Begroting.
Art. 1-7
HOOFDSTUK II. - Comptabiliteit en aflegging van de rekeningen.
Art. 8-10
HOOFDSTUK III. - Beheer van de comptabiliteit en de financiën.
Art. 11-18
HOOFDSTUK IV. - Controle.
Art. 19-20
HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 21-23



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2002027140 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Begroting.
Artikel 1. De begroting van de "Office wallon de Développement rural", hiernavolgend "de Dienst" genoemd, wordt opgemaakt voor alle ontvangsten en alle uitgaven.
  Zij wordt jaarlijks opgesteld.
  Het begrotingsjaar, hiernavolgend "boekjaar" genoemd, begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Art.2. De uitgaven betreffende de werking van de Dienst alsook het beheer en de organisatie van de goederen die de Dienst aangewezen zijn zijn ten laste van de begroting van genoemde Dienst.

Art.3. De begroting wordt onderverdeeld in drie secties :
  a) de gewone verrichtingen;
  b) de vermogensverrichtingen;
  c) de verrichtingen voor orde.
  De verrichtingen worden opgesplitst volgens de economische classificatie.

Art.4. De ontvangsten betreffen de geldsommen die ten bate van de Dienst zullen worden afgedragen tijdens het begrotingsjaar en bestaan uit :
  a) de overgedragen saldi van het vorige boekjaar;
  b) de dotatie ingeschreven op de begroting van het Waalse Gewest;
  c) de opbrengst van de diensten van derden;
  d) de ontvangsten voor orde;
  e) de rechten die tijdens het betrokken begrotingsjaar zijn vastgesteld.

Art.5. De kredieten voor uitgaven dekken de bedragen die tijdens het betrokken begrotingsjaar opeisbaar zullen worden.

Art.6. De kredieten voor uitgaven dekken zowel de vastleggingsakten als de ordonnanceringsverrichtingen. Wanneer de kredieten evenwel betrekking hebben op werken of op leveringen van goederen of diensten waarvoor een uitvoeringstermijn van meer dan twaalf maanden nodig is, kunnen zij gesplitst worden in een vastleggingskrediet en in een ordonnanceringskrediet. In dat geval :
  - bepaalt het vastleggingskrediet het bedrag van de verbintenissen die tijdens het begrotingsjaar aangegaan mogen worden;
  - bepaalt het ordonnanceringskrediet het bedrag dat geordonnanceerd mag worden tijdens het begrotingsjaar, tot nakoming van de zowel tijdens dit jaar als in de loop van de vorige jaren aangegane verbintenissen.

Art.7. Het voorontwerp van de begroting wordt overhandigd aan de Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen uiterlijk op 30 juni van het jaar dat aan het begrotingsjaar voorafgaat.
  De begroting van de Dienst wordt bij het decreet houdende de algemene begroting van de uitgaven van het Waalse Gewest gevoegd en ingeschreven onder titel VI van de tabel bij dit decreet.
  De goedkeuring van de begroting van de Dienst wordt verkregen door de aanneming van de desbetreffende bepalingen in het decreet houdende de algemene begroting van de uitgaven van het Waalse Gewest. Dit decreet verleent machtiging aan de Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen tot overschrijvingen van kredieten.
  Indien de goedkeuring niet verkregen is voor het begin van het boekjaar dient men zich te schikken naar de bepalingen van het door de Regering voorgedragen decreet waarbij voorlopige kredieten worden geopend.

HOOFDSTUK II. - Comptabiliteit en aflegging van de rekeningen.
Art.8. Een staat van de ontvangsten en een staat van de uitgaven wordt opgemaakt op het einde van elke semester.
  De Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen legt deze staten voor aan het Rekenhof door toedoen van de Minister van Financiën en Begroting.
  De bewijsstukken worden ter plaatse bewaard.

Art.9. Op het einde van elk boekjaar worden opgesteld :
  1° een balans;
  2° een rekening van de uitvoering van de begroting;
  3° een rekening van de schommeling van de waarde van de eigendomsgoederen.
  De in het eerste lid bedoelde gegevens worden opgesteld overeenkomstig de hoofdstukken 5 en 6 van de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.
  Uiterlijk op 31 maart dat volgt op het desbetreffend boekjaar doet de Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen deze balans en deze rekeningen aan de Minister van Financiën en Begroting toekomen, die ze uiterlijk op 30 april aan het Rekenhof voorlegt.

Art.10. De in artikel 9, 1ste lid, bedoelde rekeningen worden gevoegd bij de uitvoeringsrekeningen van het Waalse Gewest -deel Ministerie van het Waalse Gewest (Algemene Directie Landbouw)- en bij de algemene rekening van het Waalse Gewest.

HOOFDSTUK III. - Beheer van de comptabiliteit en de financiën.
Art.11. Het bedrag van de uitgaven mag niet hoger zijn dan het bedrag van de ontvangsten of het bedrag van de beperkte kredieten goedgekeurd ten bate van de Dienst.

Art.12. De begroting wordt beheerd door de inspecteur-generaal, leidend ambtenaar van de Dienst of door een gemachtigde ordonnateur. In deze hoedanigheid nemen zij de regelingen van de vastlegging van de uitgaven van de administratieve diensten van de Staat in acht en houden zij daartoe een boekhouding van de vastleggingen.

Art.13. Van het voorafgaand visum van de controleur der vastleggingen zijn vrijgesteld :
  - de overeenkomsten en opdrachten waarvan het bedrag niet meer dan (1.250 euro), B.T.W. excl., bedraagt; <ARW 2002-01-17/35, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - de overeenkomsten van diensten afgesloten met de Administratie van Registratie en Domeinen, de Administratie van de Hypotheekbewaring of de Administratie van het Kadaster;
  - de uitgaven betreffende de belastingen verschuldigd op de grondeigendom.

Art.14. De "Office wallon de Développement rural" kan slechts voorschotten toekennen voor de technische uitgaven inzake de toepassing van de wetgeving op de ruilverkavelingen en ten laste van publiekrechtelijke rechtspersonen voor zover zij zich voorafgaand verbonden hebben ten opzichte van het bevoegd Comité en de Dienst tot de terugbetaling binnen een termijn van minder dan zes maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de schuldvordering overeenkomstig de vorderingstaat van de werken.
  Hij mag geen voorschotten toekennen voor gelijkaardige uitgaven die eigenaars, vruchtgebruikers en afnemers in de zin van de wetgeving op de ruilverkavelingen op zich nemen voor zover dat de betalingsvoorwaarden en -termijnen die hij hun eventueel toestaat een maximum termijn van achttien jaar voorzien met ingang op de datum van de ondertekening van de akte van ruilverkaveling of van de aanvullende akte en met een rentevoet gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de rente Brussels Interbank Offered Rate (BIBOR - 1 maand) van de drie laatste maanden vóór de eerste dag van de maand die de ondertekening van de akte voorafgaat.

Art.15. Aan het einde van het boekjaar worden de saldi van de gewone verrichtingen, de vermogensverrichtingen en de verrichtingen voor orde gevoegd respectievelijk bij de gewone ontvangsten, de vermogensontvangsten en de ontvangsten voor orde van het volgend boekjaar.

Art.16. Vanaf het begin van het boekjaar kunnen de bij de afloop van het vorig boekjaar beschikbare financiële middelen gebruikt worden.

Art.17. De controleur der vastleggingen van de Dienst en zijn eventuele plaatsvervanger worden aangesteld door de Waalse Regering tussen de ambtenaren van het Gewest, op gezamenlijke voordracht van de Minister van Financiën en Begroting en de Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen.
  De rekenplichtige van de Dienst en de rekenplichtige van de comités onderworpen aan de rechtsmacht van het Rekenhof, alsmede hun eventuele plaatsvervangers, worden volgens dezelfde wijze dan de controleur der vastleggingen van de Dienst door de Waalse Regering aangesteld.

Art.18. De rekenplichtige van de Dienst is belast met :
  1° de inning van de vastgestelde ontvangsten;
  2° de uitvoering van de betalingen;
  3° het beheer en het in bewaring nemen van de fondsen en waarden;
  De rekenplichtige van de Ruilverkavelingscomités is belast met :
  1° de inning van de ontvangsten van de Ruilverkavelingscomités;
  2° de uitvoering van de betalingen bepaald door de Ruilverkavelingscomités.
  De "Office wallon de Développement rural" houdt een boekhouding van de vastleggingen. Bovendien legt hij een rekening van de uitvoeringen voor.
  Hij is belast met het opstellen en het houden van de in artikelen 8 en 9 bedoelde bescheiden, het houden van de vermogenscomptabiliteit en de periodieke opmaking van de inventaris van het vermogen.

HOOFDSTUK IV. - Controle.
Art.19. De uitgaven worden rechtstreeks door de rekenplichtige van de Dienst verevend en betaald zonder voorafgaand tussenkomst van het Rekenhof.

Art.20. De Dienst is onderworpen aan de controlemacht van de Minister van Financiën en Begroting. Deze controle vindt plaats volgens de regels en voorschriften toepasselijk op het Gewest door toedoen van de inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij de Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen. Hij beschikt over de meest uitgebreide machten voor de uitvoering van zijn opdracht.
  Het Rekenhof kan de comptabiliteitscontrole ter plaatse organiseren. Het mag zich te allen tijde alle bewijsstukken, staten, inlichtingen of toelichtingen doen verstrekken betreffende de ontvangsten en de uitgaven evenals de activa en passiva.

HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.21. De Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen en de Minister van Financiën en Begroting maken een openingsbalans op aan de hand van een inventaris van de bestanddelen van de "Office wallon de Développement rural".
  De te inventariseren activa- en passivawaarden worden door de Waalse Regering vastgelegd.

Art.22. Dit besluit wordt van kracht op 15 april 1995, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 12, 15, 16, 17 en 18 en 20 die van kracht worden met ingang van 1 januari 1996.

Art. 23. De Minister bevoegd voor Plattelandsontwikkeling en Ruilverkaveling van landeigendommen en de Minister van Financiën en Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 14 december 1995.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming,
  J.-C. VAN CAUWENBERGHE
  De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
  G. LUTGEN