8 FEBRUARI 1996. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 maart 1994 betreffende de oprichting van de "Société wallonne de financement complémentaire des infrastructures" (Waalse Maatschappij voor de aanvullende financiering van de infrastructuren) (VERTALING).
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 2 van het decreet van 10 maart 1994 betreffende de oprichting van de "Société wallonne de financement complémentaire des insfrastructures" wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Art. 2. De maatschappij heeft tot doel infrastructuren van gewestelijk belang onder bezwarende titel ter beschikking te stellen van de gebruikers en staat in voor de financiering, de verwezenlijking, het onderhoud en de exploitatie ervan.
Onder terbeschikkingstelling wordt verstaan de toekenning van het recht om de infrastructuren te betreden en in gebruik te nemen, met inachtneming van de aard en de bestemming ervan.
Onder infrastructuren van gewestelijk belang wordt verstaan :
- de A8;
- de E25-E40;
- het kanaal van het Centrum;
- de vierde sluis van Lanaye;
- de RN5;
- de A28.
De Regering bepaalt de door de maatschappij uit te voeren infrastructuren en stelt de financiële programmering van de werken vast."
Art.2. Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : "Art. 8. § 1. De Regering stelt de territoriale grenzen vast waarin de maatschappij haar opdracht mag vervullen.
Het aldus afgebakende gebied wordt interventieomtrek van de maatschappij genoemd.
Als het absoluut noodzakelijk is voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel, kan de maatschappij echter rechten op buiten die omtrek gelegen goederen verkrijgen en afstaan.
§ 2. Op de binnen de interventieomtrek gelegen goederen kan de Regering de maatschappij om niet elk tijdelijk zakelijk onroerend recht verlenen dat haar maatschappelijk doel kan helpen verwezenlijken, met inbegrip van de eigendom van de op te richten gebouwen en installaties, alsook de verplichtingen en lasten die eraan verbonden zijn.
Deze machtiging is van toepassing op de goederen die tot het openbaar domein behoren, voor zover de aard van de aan de maatschappij verleende rechten verenigbaar is met de domaniale bestemming.
Met inachtneming van de geldende wetsbepalingen, kan de Regering eveneens persoonlijke rechten en verplichtingen aan de maatschappij afstaan, die voortvloeien uit lopende contractuele verbintenissen betreffende de in de interventieomtrek gelegen goederen.
§ 3. Het Gewest is alleen bevoegd voor het politietoezicht en het domaniale beheer. Zij kan het eigendomsrecht op de ondergrond van de interventieomtrekken niet aan de maatschappij afstaan, behalve in het kader van een tijdelijk zakelijk recht, zoals bepaald in § 2."
Art.3. Artikel 11 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : "Art. 11. De ontvangsten van de maatschappij bestaan uit :
1° alle ontvangsten voortvloeiend uit de activiteiten van de maatschappij, met name de toekenning van het recht om de verbindingswegen en de erbij horende kunstwerken te betreden en de toekenning van het recht om ze in gebruik te nemen;
2° de opbrengst van de rechten geïnd voor het gebruik van het waterwegennet en de aanhorigheden ervan en van toegewezen ontvangsten;
3° de opbrengst van de in artikel 3 bedoelde financiële verrichtingen;
4° uitzonderlijke financiële tegemoetkomingen ten laste van de begroting van het Gewest.
Het bedrag van de in alinea 1, 1°, bedoelde rechten wordt, op voorstel van de maatschappij, door de Regering vastgesteld op grond van criteria van economische aard, zoals de verkeersdichtheid, de categorie van het gebruikte vervoermiddel en de afgelegde afstand, die bepaald worden naar gelang van het type van de aan de maatschappij toevertrouwde infrastructuren.
De Regering kan beslissen dat bovenvermelde rechten als een door de gebruikers betaalde tol ten laste van het Gewest geheven worden. In dit geval worden de heffingsmodaliteiten van de tollen bij een tussen de Regering en de maatschappij gesloten overeenkomst bepaald."
Art. 4. Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Namen, 8 februari 1996.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer,
M. LEBRUN
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
B. ANSELME
De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming,
J.-C. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen,
J.-P. GRAFE
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
W. TAMINIAUX
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN