28 FEBRUARI 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap.
Art. 1-13
Artikel 1.
§ 1. Aan artikel 4, derde lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modaliteiten en bedragen van de tussenkomsten voor individuele materiële bijstand tot sociale integratie ten gunste van personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, worden de volgende woorden toegevoegd," lessen in de techniek om zich met een lange lichtweerkaatsende witte stok te verplaatsen en aanvullende rijlessen."
§ 2. Aan artikel 4, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, wordt de volgende bepaling toegevoegd :
"5° fietsen met een hulpmotor, snor- en bromfietsen."
Art.2. In artikel 13, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "twee" vervangen door het woord "vier".
Art.3. § 1. In punt 2.1.1.1.c)1. van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, wordt de zin "De minimale afmeting van de poort moet zijn : 3 m breed en 2,40 m hoog" vervangen door de zin "De poort moet minimaal 3 m breed zijn".
§ 2. In punt 2.4.3. van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, worden de woorden "(voor bel, telefoon, babyfoon)" geschrapt na de vermelding "Lichtflitssysteem".
§ 3. In punt 2.5. van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, wordt zowel in het eerste als in het tweede lid de bepaling "sub 2.1.1.2.b), 2.1.2.2.b) en 2.4.2." vervangen door de bepaling "sub 2.1.1.2.c), 2.1.2.2.c) en 2.4.3."
Art.4. § 1. Punt 3.1.1.c)5° van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, wordt vervangen door wat volgt :
"5° de aanvrager toelaat met behulp van de electronische rolstoel persoonlijk en zelfstandig het dagelijkse huishouden voor zichzelf of ten voordele van het gezin verder te doen;
"
§ 2. In punt 3.4.1.a) van de bijlage van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1994, wordt het woord "beroepsopleiding" vervangen door het woord "rijopleiding".
Art.5. Punt 3 van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 en 21 december 1994, worden de volgende bepalingen toevoegd :
"3.5. Rolstoelfietsen.
3.5.1. Voorwaarden voor tenlasteneming :
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor zijn sociale integratie aantonen;
b) de aanvrager moet volledig afhankelijk zijn van een rolstoel om zich te verplaatsen.
3.5.2. Modaliteiten van tenlasteneming :
a) factuurprijs met een maximale tenlasteneming van 25 000 fr.;
b) de tenlasteneming dekt enkel de fietsconstructie en niet de mogelijke supplementen;
c) hernieuwingstermijn : 5 jaar. Voor de bepaling van deze termijn worden tandems en duo-fietsen op dezelfde voet geplaatst als rolstoelfietsen.
3.6. Tandems en duo-fietsen.
3.6.1. Voorwaarden voor tenlasteneming :
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor zijn sociale integratie aantonen;
b) de aanvrager moet ouder zijn dan 10 jaar;
c) enkel personen met een handicap die door de aard van hun handicap niet zelfstandig een gewoon vervoermiddel zoals fiets, snor- of bromfiets of auto kunnen besturen en die aanzienlijke beperkingen ondervinden bij het zich zelfstandig verplaatsen, komen in aanmerking voor een tussenkomst; deze gegevens moeten uit het aanvraagdossier blijken.
3.6.2. Modaliteiten van tenlasteneming :
a) factuurprijs verminderd met 10 000 fr., met een maximale tenlasteneming van 30 000 fr.;
b) de tenlasteneming dekt enkel de fietsconstructie en geen supplementen;
c) hernieuwingstermijn : 5 jaar. Voor de bepalingen van deze termijn worden rolstoelfietsen op dezelfde voet geplaatst als tandems en duo-fietsen."
Art.6. In de bijlage bij hetzelfde besluit wordt het opschrift van punt 4.3. vervangen door wat volgt : "Draagbare tactiele hoorhulpmiddelen, type minifonator".
Art.7. Punt 4 van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1994, wordt aangevuld met volgende bepalingen :
"4.6. Brailleschrijfmachines.
4.6.1. Voorwaarden voor tenlasteneming :
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor zijn sociale integratie aantonen;
b) de aanvrager moet beschikken
- ofwel over een gezichtsscherpte van minder dan 1/20 (0,05) aan het beste oog en met de best mogelijke correctie met bril of contactlens,
- ofwel over een gezichtsveld dat gemiddeld niet groter is dan 10° aan beide ogen;
c) de tenlasteneming kan slechts geschieden als de aanvrager de brailletechnieken beheerst of als hij daartoe een cursus volgt.
4.6.2. Modaliteiten van tenlasteneming :
a) factuurprijs met een maximale tenlasteneming van 25 000 fr.;
b) hernieuwingstermijn : 5 jaar.
4.7. Notitietoestellen voor niet-ziende gebruikers.
4.7.1. Voorwaarden voor tenlasteneming :
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor zijn sociale integratie aantonen;
b) de aanvrager moet beschikken
- ofwel over een gezichtsscherpte van minder dan 1/20 (0,05) aan het beste oog en met de best mogelijke correctie met bril of contactlens,
- ofwel over een gezichtsveld dat gemiddeld niet groter is dan 10° aan beide ogen;
c) de tenlasteneming kan slechts geschieden als de aanvrager de brailletechnieken beheerst of als hij daartoe een cursus volgt.
4.7.2. Modaliteiten van tenlasteneming :
a) factuurprijs met een maximale tenlasteneming van 100 000 fr.;
b) hernieuwingstermijn : 5 jaar.
4.8 Standaard draadloze telefoon voor gebruik binnenshuis.
4.8.1. Voorwaarden voor tenlasteneming.
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor zijn sociale integratie aantonen;
b) de aanvrager moet tegelijk
- met betrekking tot zijn verplaatsingen binnenshuis, ondanks het mogelijk gebruik van hulp, hulpmiddelen of aanpassingen nog extra-moeilijkheden ondervinden om binnen een normaal tijdsbestek het telefoontoestel te bereiken;
- niet continu bedlegerig zijn;
- eigenhandig het toestel kunnen bedienen.
c) de verantwoording van het communicatiemiddel moet blijken uit het multidisciplinair verslag.
4.8.2. Modaliteiten van tenlasteneming.
a) factuurprijs verminderd met 2 990 fr., met een maximale tenlasteneming van 8 960 fr. (BTW. inbegrepen);
b) de tenlasteneming dekt enkel de aankoop van een erkend toestel, dat op hoge frequentie werkt, en niet de mogelijke supplementen of verbruikersdiensten zoals inzonderheid aansluitingskosten, abonnementsgeld of -kaart, gesprekskosten;
c) hernieuwingstermijn : 3 jaar.
4.8.3. Deze regelgeving betreft noch semafoon, noch mobilofoon of autotelefoon."
Art.8. In de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, wordt punt 8.2.4. vervangen door wat volgt :
"8.2.4. Elektrisch aangedreven lifters op wieltjes : 106.106 fr. (BTW inbegrepen)"
Art.9. In punt 12.4.2.c) van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, wordt het woord "TV-leeslamp" vervangen door het woord "TV-leesloep".
Art.10. Punt 12.7 van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994, en waarvan de huidige tekst punt 12.8. zal uitmaken, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"12.7. Brailleprinters.
12.7.1. Voorwaarden voor tenlasteneming :
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor zijn sociale integratie aantonen;
b) de aanvrager moet beschikken
- ofwel over een gezichtsscherpte van minder dan 1/20 (0,05) aan het beste oog en met de best mogelijke correctie met bril of contactlens,
- ofwel over een gezichtsveld dat gemiddeld niet groter is dan 10° aan beide ogen;
c) de tenlasteneming kan slechts geschieden als de aanvrager de brailletechnieken beheerst of als hij daartoe een cursus volgt.
12.7.2. Modaliteiten van tenlasteneming :
a) factuurprijs met een maximale tenlasteneming van 120 000 fr.;
b) hernieuwingstermijn : 5 jaar."
Art.11. In de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 en 21 december 1994, wordt een punt 14 toegevoegd, luidend als volgt :
"14. Aangepaste stoelen en tafels.
14.1 Aangepaste stoelen voor kinderen en bijbehorende voorzettafeltjes.
14.1.1. Voorwaarden voor tenlasteneming :
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor de sociale integratie aantonen;
b) de tenlasteneming is slechts mogelijk voor kinderen ouder dan 2 en jonger dan 18 jaar, die beperkingen vertonen in de ziffunctie door ofwel
- aandoeningen type cerebral palsy, ter hoogte van de onderste ledematen en de romp,
- misvormingen ter hoogte van de onderste ledematen en/of de romp,
- ernstige psycho-motorische retardatie waardoor er gebrek aan rompcontrole is,
- onwillekeurige bewegingen, vooral door athetose,
- grote groeiachterstand;
c) de verantwoording van het noodzakelijke toebehoren moet blijken uit het multi-disciplinair verslag of dient te gebeuren door een geneesheer.
14.1.2. Modaliteiten van tenlasteneming :
a) de tenlasteneming kan de aangepaste stoel, het aangepaste voorzettafeltje en het aan de beperkingen van het kind aangepaste noodzakelijke toebehoren dekken, met uitzondering van de po, waarvoor geen tussenkomst mogelijk is. De aangepaste stoel vormt het basiselement voor een tussenkomst;
b) factuurprijs met een maximum tenlasteneming van
- 10 000 fr. voor de aangepaste stoel,
- supplementair 3 000 fr. voor een aangepast voorzettafeltje,
- supplementair 8.000 fr. voor de noodzakelijke toebehoren;
c) hernieuwingstermijn : 3 jaar;
d) geen tussenkomst in onderhouds- of herstellingskosten.
14.2. Aangepaste stoelen voor volwassenen (werk- en bureaustoelen).
14.2.1. Voorwaarden voor tenlasteneming :
a) de aanvrager moet de noodzaak van het hulpmiddel voor zijn sociale integratie aantonen;
b) de tenlasteneming is slechts mogelijk voor aanvragers die binnenshuis niet afhankelijk zijn van een rolstoel, maar die beperkingen in de zitfunctie vertonen door ofwel
- misvormingen ter hoogte van de onderste ledematen, en/of de romp,
- het ontbreken van één der onderste ledematen of van beide onderste ledematen,
- gewrichtsverstijving ter hoogte van de knieën, de heupen of uitgebreide delen van de wervelkolom,
- functieverlies ter hoogte van de onderste ledematen en de romp op neurologische basis of door een spierziekte,
- een zeer kleine gestalte (minder dan percentiel 2 volgens leeftijd en geslacht);
c) de functies die eigen zijn aan de werkstoel en aan zijn eventuele aanpassingen, zijn dermate specifiek aan dit hulpmiddel dat ze niet vervuld kunnen worden door andere hulpmiddelen en aanpassingen waarover de aanvrager al beschikt; deze gegevens moeten blijken uit het multidisciplinair verslag;
d) de verantwoording van het noodzakelijke toebehoren moet blijken uit het multidisciplinair verslag of dient te gebeuren door een geneesheer.
14.2.2. Modaliteiten van tenlasteneming :
a) de tenlasteneming kan de aangepaste werk- of bureaustoel en het aan de beperkingen van de aanvrager aangepaste noodzakelijke toebehoren dekken. De werk- of bureaustoel vormt het basiselement voor een tussenkomst;
b) factuurprijs met een maximale tenlasteneming van - 10 000 fr. voor de aangepaste stoel,
- supplementair 15 000 fr. voor het noodzakelijke toebehoren;
c) hernieuwingstermijn : 5 jaar;
d) geen tussenkomst in onderhouds- of herstellingskosten;
e) geen cumulatie van tenlasteneming voor een bureaustoel en voor een werkstoel."
Art.12. (Dit besluit treedt in werking op 1 april 1996 met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 1992 en van de artikelen 1, §1, 3, §§ 1 en 3, 4 en 9 die uitwerking hebben met ingang van 22 november 1994.) (Err. B. St. 04-06-1996, p. 15272).
Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 28 februari 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
L. MARTENS