Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 DECEMBER 1995. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten.



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1986025263 



Uitvoeringsbesluit(en):

2006022427 



Artikels:

Artikel 1. In artikel 12ter, d, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheiden bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 april 1987, 11 augustus 1987, 7 november 1988, 12 oktober 1989, 20 december 1989, 23 juni 1990, 10 juli 1990, 28 november 1990, 28 februari 1991, 20 maart 1991, 10 april 1991, 20 november 1991, 21 november 1991, 19 oktober 1992, 30 oktober 1992, 30 december 1993, 23 juni 1994, 19 juli 1994 en 28 december 1994 worden de woorden " de registratie van de minimale verpleegkundige gegevens en van de minimale klinische gegevens " vervangen door de woorden " de registratie van de minimale verpleegkundige gegevens, de minimale klinische gegevens en de minimale psychiatrische gegevens ".

Art.2. In artikel 46ter van het voormeld ministerieel besluit van 2 augustus 1986 wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 2bis. De wijzigingen bedoeld in § 1 en § 2 worden beperkt tot een percentage van de Onderdelen B1 en B2 van het budget van financiële middelen zoals vastgesteld bij toepassing van de artikelen 40, § 3, en 42, § 9. Dat percentage wordt jaarlijks vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid de verpleegdagprijs behoort. "

Art.3. Artikel 46ter, § 3, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. Voorlopig worden voor de toepassing van de §§ 1 en 2 de verwerkte gegevens betreffende het dienstjaar dat is vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid de verpleegdagprijs behoort, in aanmerking genomen.
  Na afloop van het beschouwde dienstjaar wordt 50 % van de aanpassingen berekend op basis van de gegevens betreffende het dienstjaar waarvan sprake in het vorige lid vervangen door 50 % van de aanpassingen berekend op basis van de gegevens eigen aan het beschouwde dienstjaar. "

Art.4. Artikel 46ter, § 4, van het voormeld ministerieel besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 4. De ziekenhuizen waarvoor, bij het bepalen van de PAL.- en de NAL.-aantallen bedoeld in de §§ 1 en 2, wordt vastgesteld dat die aantallen meer dan 15 % van hun genormaliseerd gemiddelde afwijken, moeten deelnemen aan een evaluatie van hun activiteit, georganiseerd door de Commissie voor toezicht op en evaluatie van de statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen.
  Teneinde die evaluatie mogelijk te maken, moeten de betrokken ziekenhuizen die Commissie een rapport toesturen waarin de hoofdgeneesheer de vastgestelde afwijkingen verklaart.
  Die evaluatie moet onder meer leiden tot het opstellen van een rapport waarin, aan de Minister tot wiens bevoegdheid de verpleegdagprijs behoort, maatregelen worden voorgesteld om de bepalingen vermeld in bijlage 4 bij dit besluit te verfijnen. "

Art.5. In artikel 46ter, § 5, van het voormeld ministerieel besluit, worden de woorden " waarop § 4 niet van toepassing is " vervangen door de woorden " overeenkomstig artikel 98 van de wet op de ziekenhuizen ".

Art.6. In artikel 48, § 7, eerste lid, van het voormeld ministerieel besluit worden na de woorden " 4 000 frank " de volgende woorden ingevoegd : " (waarde op 1 oktober 1990) ".

Art.7. Het eerste lid van artikel 48, § 7, van het voormeld ministerieel besluit, wordt aangevuld als volgt :
  " Die bepaling is niet van toepassing op de bestaande en erkende bedden met kenletter A, T en K ".

Art.8. In artikel 48, § 7, van het voormeld ministerieel besluit wordt na het eerste lid het volgende lid ingevoegd :
  " Voor de registratie van de minimale psychiatrische gegevens in de diensten A, T en K van de algemene ziekenhuizen worden de volgende bedragen toegekend :
  - een eenmalige vergoeding van 100 000 frank;
  - een bedrag van 4 000 frank (waarde op 1 oktober 1990) per bed dat erkend is onder kenletter A, T en K en dat bestaat op 1 januari van het jaar dat aan het dienstjaar voorafgaat, herzien op basis van het aantal erkende en bestaande bedden en met kenletter A, T en K op 1 januari van het dienstjaar. "

Art.9. In artikel 48 van het voormeld ministerieel besluit wordt een paragraaf 13 ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 13. Voor de registratie van de minimale psychiatrische gegevens wordt op jaarbasis een basisbedrag toegekend van 250 000 frank per psychiatrisch ziekenhuis met minder dan 150 erkende bedden en een basisbedrag van 500 000 frank per psychiatrisch ziekenhuis met minstens 150 erkende bedden, vermeerderd met 5 000 frank (waarde op 1 april 1996) per bestaand en erkend bed op 1 januari van het jaar dat aan het dienstjaar voorafgaat, herzien op basis van het aantal bestaande en erkende bedden op 1 januari van het dienstjaar.
  Indien die gegevens niet overeenkomstig de geldende regels worden medegedeeld aan de Minister die de vaststelling van de verpleegdagprijs onder zijn bevoegdheid heeft, wordt het budget vanaf de desbetreffende datum voor de resterende periode van het dienstjaar verminderd tot wanneer de gegevens correct zijn medegedeeld.
  De toekenning van de voormelde bedragen is eveneens afhankelijk van het bewijs dat ten minste twee personeelsleden die aan de registratie van het ziekenhuis meewerken, de desbetreffende cursussen van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu hebben gevolgd. "

Art.10. Punt 1 van bijlage 4 bij het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 wordt aangevuld door het volgende lid :
  " Verblijf in een G-dienst : de patiënten ouder dan 75 jaar, met minstens 2 aangetaste systemen, en die minimaal 10 dagen in een bed met erkenningsletter G verbleven hebben. Patiënten die in een G-dienst verbleven hebben, worden ondergebracht in een afzonderlijke DRG. als zij minimaal 30 % langer in het ziekenhuis verbleven hebben dan patiënten met een gelijke pathologie die niet in een G-dienst verbleven hebben. "
  Het eerste lid van punt 2.2. van bijlage 4 bij het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 wordt vervangen door het volgende lid :
  " Om de sub 2.1. bedoelde doelstelling te realiseren wordt rekening gehouden met alle patiënten opgenomen in acute ziekenhuizen, (met uitzondering van de patiënten die op de A- en K-dienst verbleven, de patiënten die minstens de helft van hun verblijf op de V-, S-, Sp- en T-dienst doorbrachten, alsook de patiënten die op geïsoleerde G-diensten verbleven.) Patiënten die opgenomen worden voor zwangerschap en bevalling (MDC. 14 zoals bedoeld in punt 3.1.) worden buiten beschouwing gelaten. "(ERR., B.St. 03-04-1996, p. 7776)
  Het laatste lid van punt 2.4.2. van bijlage 4 bij het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 wordt vervangen door het volgende lid :
  " Elke diagnosegroep wordt onderverdeeld in drie subgroepen, verder DRG.'s genoemd, één met de patiënten onder 75 jaar, één met de patiënten boven 75 jaar die niet voldoen aan de voorwaarden voor een verblijf in een G-dienst, zoals beschreven in punt 1, en één met de patiënten boven de 75 jaar die wel voldoen aan de voorwaarden voor een verblijf in een G-dienst, zoals beschreven in punt 1. "

Art. 11. Dit besluit treedt in werking :
  - op 1 januari 1996 : de artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 10;
  - op 1 april 1996 : de artikelen 1, 7, 8 en 9.
  Brussel, 27 december 1995.
  Mevr. M. DE GALAN