1 OKTOBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 1993 betreffende de terugbetaling van de uitgaven in verband met de gezinsbijslag die de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers voor rekening van bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen uitkeert.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 november 1993 betreffende de terugbetaling van de uitgaven in verband met de gezinsbijslag die de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers voor rekening van bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen uitkeert, worden de woorden " bedoeld in artikel 101, derde lid, 2°, 3°, 4° en 7° " vervangen door de woorden " bedoeld in artikel 101, derde lid, 2°, 3°, 4° en 7° en vijfde lid ".
Art.2. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, worden de woorden " onverminderd de §§ 3, 4, 5 en 6 " vervangen door de woorden " onverminderd de §§ 3, 4, 5, 6 en 7 " en worden de woorden " de bij artikel 101, derde lid, 8° " vervangen door de woorden " de bij artikel 101, derde lid, 8° en vierde lid ";
2° § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Na advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst, wordt het in § 1 bedoelde percentage door Ons verminderd, gelet op de door de derde medegedeelde gegevens voor de vestiging en het behoud van het recht op gezinsbijslag die geraamd worden uitgaande van de waarden vermeld in § 2.
Voor de betaling op grond van artikel 101, derde lid, 8°, van dezelfde wetten, wordt die vermindering voorgesteld door het betrokken comité bedoeld in artikel 7. ";
3° het artikel wordt aangevuld met de volgende bepaling :
" § 7. Wat betreft de werkgevers bedoeld in artikel 3, 1° en 2°, van dezelfde wetten die gebruik gemaakt hebben van de mogelijkheid bepaald in artikel 101, vierde lid, van dezelfde wetten, worden de aanvangsadministratiekosten, evenals de modaliteiten van een eventuele herziening voor elk van hen vastgesteld in het koninklijk besluit dat de Rijksdienst machtigt om de gezinsbijslag uit te betalen aan hun personeel. ".
Art.3. Dit artikel heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1995, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 30 april 1996.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 oktober 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN