26 SEPTEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de aanvragen om schadeloosstelling en om herziening van reeds toegekende vergoedingen bij [Fedris] worden ingediend en onderzocht. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-10-1996 en tekstbijwerking tot 03-05-2024)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Het indienen van de aanvragen en de herziening van ambtswege.
Afdeling 1. - Indienen van de aanvragen.
Art. 2-7
Afdeling 2. - Ambtshalve herziening.
Art. 8
HOOFDSTUK III. - Het onderzoek van de aanvragen om schadeloosstelling, van de aanvragen om herziening en van de herzieningen van ambtswege.
Art. 8bis, 9-12
HOOFDSTUK IV. - De administratieve beslissing.
Art. 13-14
HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 15-18
1997022733 1997022857 1998022402 2002022249 2003022291 2006022395 2006035876 2007035747 2010200319 2017206292 2021204852
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient men te verstaan onder :
1° " de gecoördineerde wetten " : de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970;
2° [1 Fedris: het Federaal agentschap voor beroepsrisico's]1;
3° " aanvraag om schadeloosstelling " : iedere aanvraag die ingediend wordt teneinde een voordeel voorzien in de gecoördineerde wetten, te verkrijgen;
4° " aanvraag om herziening " : iedere aanvraag die ingediend wordt teneinde een herziening van een krachtens de gecoördineerde wetten verleend voordeel te bekomen.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 40, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
HOOFDSTUK II. - Het indienen van de aanvragen en de herziening van ambtswege.
Afdeling 1. - Indienen van de aanvragen.
Art.2.<KB 2003-03-12/42, art. 29, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2003> Opdat een aanvraag om schadeloosstelling of om herziening ontvankelijk zou zijn, wordt zij ingediend ofwel :
1° door middel van het gepaste formulier dat [1 Fedris]1 gratis ter beschikking stelt van de betrokkenen, dat samengesteld is uit een administratief en uit een medisch deel en waarvan het model vastgesteld wordt door het [2 beheerscomité]2;
2° door middel van een door het [2 beheerscomité]2 op de grond van de wet van 24 februari 2003 [3 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid]3.
Indien de aanvraag wordt ingediend door het formulier bedoeld onder 1°, moet deze ingevuld worden overeenkomstig de aanwijzingen die erin voorkomen, vergezeld worden van de gevraagde bewijsstukken en gewaarmerkt, gedateerd en ondertekend worden door de getroffene of, ingeval deze laatste overleden is, door zijn rechthebbenden.
Indien de aanvraag wordt ingediend bij middel van het elektronisch model bedoeld onder 2°, moet deze ingevuld worden overeenkomstig de aanwijzingen die erin voorkomen.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 46, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(3)<KB 2024-04-24/04, art. 12, 009; Inwerkingtreding : 13-05-2024>
Art.3.Een aanvraag om schadeloosstelling of om herziening, ingediend bij een buitenlandse instelling die krachtens internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid bevoegd is, en doorgestuurd [1 aan Fedris]1, moet niet gebeuren door middel van het formulier bedoeld in artikel 2.
Behalve wanneer een bepaling van een internationale overeenkomst inzake sociale zekerheid het anders bepaalt, moet zij echter, om ontvankelijk te zijn, gewaarmerkt, gedateerd en ondertekend worden door de getroffene of, ingeval deze laatste overleden is, door zijn rechthebbenden, en moet zij alle inlichtingen en de bewijsstukken bevatten die [1 aan Fedris]1 zouden moeten meegedeeld worden indien de aanvraag had moeten gebeuren door middel van het formulier bedoeld in artikel 2.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 42, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.4.(De aanvraag om schadeloosstelling of om herziening die [3 bij Fedris]3 overeenkomstig artikel 2 wordt ingediend, heeft als datum :
1° deze van het postmerk wanneer zij werd ingediend onder aangetekende omslag;
2° deze van ontvangst van de aanvraag bij [1 Fedris]1 indien zij wordt ingediend per gewone brief;
3° deze van ontvangst van de elektronische aanvraag bij [1 Fedris]1, indien ze wordt ingediend door het elektronische model bedoeld onder artikel 2, 2°, van dit besluit.) <KB 2003-03-12/42, art. 30, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
(Wanneer de [2 aan Fedris]2 doorgestuurde aanvraag om schadeloosstelling of om herziening overeenkomstig artikel 2 werd ingediend bij een onbevoegde Belgische instelling van sociale zekerheid, heeft de aanvraag als datum deze van indiening bij de onbevoegde instelling, te weten deze van het postmerk wanneer zij werd ingediend onder aangetekende omslag en, indien dit niet het geval was, deze van de ontvangst van de aanvraag bij de onbevoegde instelling.) <KB 2002-03-11/37, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 08-04-2002>
Iedere aanvraag om schadeloosstelling of herziening bedoeld in artikel 3 heeft als datum deze van indiening bij de buitenlandse instelling die krachtens internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid bevoegd is.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 42, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(3)<KB 2017-11-23/22, art. 43, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.5.(Wanneer een [2 preventieadviseur-arbeidsarts]2 in toepassing van artikel 61 van de gecoördineerde wetten, aangifte doet van een van de in het voormelde artikel opgesomde gevallen, nodigt [1 Fedris]1 de in de aangifte bedoelde werknemer uit om een aanvraag om schadeloosstelling in te dienen en stuurt het hem, met deze bedoeling, een exemplaar van het formulier zoals bedoeld in artikel 2.) <KB 1998-06-12/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 14-07-1998> <KB 2006-05-04/41, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 03-06-2006>
Indien de werknemer binnen de termijn van honderd twintig dagen te rekenen vanaf de datum van het hem verstuurde verzoek, een aanvraag om schadeloosstelling wegens de ziekte voorkomend op de aangifte indient, heeft deze aanvraag als datum deze van de aangifte door de [2 preventieadviseur-arbeidsarts]2. <KB 2006-05-04/41, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 03-06-2006>
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2021-11-07/05, art. 24, 008; Inwerkingtreding : 12-12-2021>
Art.6. Iedere aanvraag om schadeloosstelling of om herziening die wordt ingediend in het kader van en overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 januari 1993 betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten ten gunste van sommige personeelsleden uit de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, geldt, voor de toepassing van artikel 48quater van de gecoördineerde wetten, als een aanvraag in de zin van dit besluit.
Art.7.Van zodra [1 Fedris]1 op de hoogte gesteld wordt van het overlijden van een door een beroepsziekte getroffene, nodigt het de hem bekende rechthebbenden uit om hun rechten te laten gelden.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Afdeling 2. - Ambtshalve herziening.
Art.8.<KB 2006-05-04/41, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 03-06-2006> [1 Fedris]1 kan overgaan tot de ambtshalve herziening van een voordeel dat krachtens de gecoördineerde wetten werd toegekend.
Ingeval de getroffene zich zonder geldige reden en na twee opeenvolgende oproepingen, waarvan de laatste gebeurt door middel van een ter post aangetekend schrijven, niet aanbiedt op het medisch onderzoek waartoe hij desgevallend door [1 Fedris]1 werd uitgenodigd, doet [1 Fedris]1 uitspraak op grond van de gegevens waarvan het kennis heeft.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
HOOFDSTUK III. - Het onderzoek van de aanvragen om schadeloosstelling, van de aanvragen om herziening en van de herzieningen van ambtswege.
Art. 8bis.<Ingevoegd bij KB 2006-05-04/41, art. 3; Inwerkingtreding : 03-06-2006> [1 Fedris]1 beperkt het onderzoek van de aanvraag tot de aandoening waarvoor de aanvraag werd ingediend.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.9.(De beslissingen waarbij een ziekte in de zin van artikel 30bis van de gecoördineerde wetten wordt erkend, worden genomen na onderzoek van de aanvraag door de "Commissie open systeem", opgericht in de schoot [1 van Fedris]1 en samengesteld uit :
- drie geneesheren, een industrieel ingenieur, een licentiaat of doctor in de scheikunde, twee licentiaten of doctors in de rechten of hun plaatsvervangers, die [2 Fedris]2 vertegenwoordigen;
- drie geneesheren, een doctor of licentiaat in scheikunde, bijzonder bevoegd inzake industriële toxicologie, een ingenieur of hun plaatsvervangers, allen leden van de Technische Raad [1 van Fedris]1.) <KB 2006-05-04/41, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 03-06-2006>
Het [3 beheerscomité]3 stelt de leden van deze Commissie aan, stelt het huishoudelijk reglement vast en regelt de vergoeding van de leden die niet tot het personeel [1 van Fedris]1 behoren.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 44, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 45, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(3)<KB 2017-11-23/22, art. 46, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.10.[1 Fedris]1 is gehouden zich tot het Rijksregister van de natuurlijke personen te richten om de informatiegegevens bedoeld bij artikel 3, eerste en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, te bekomen of wanneer het de juistheid van deze informatiegegevens nagaat.
Het beroep doen op een andere bron is slechts toegestaan in de mate dat de nodige informatiegegevens niet bij het Rijksregister kunnen bekomen worden.
De informatiegegevens bedoeld bij eerste lid worden opgetekend op een identificatiefiche toegevoegd aan het dossier van de getroffene en hebben alsdan bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Deze identificatiefiche mag gedateerd en ondertekend worden om de herkomst van deze informatiegegevens en de datum van hun bewijskracht te waarmerken.
Wanneer het bevoegd orgaan [2 van Fedris]2 beslist om van deze mogelijkheid gebruik te maken, wijst het de personeelsleden aan die gemachtigd zijn tot het aanbrengen van deze waarmerking.
Wanneer [1 Fedris]1 het bewijs van het tegendeel, bedoeld in het derde lid, aanvaardt, deelt het de inhoud van het aldus aanvaarde informatiegegeven, ten titel van inlichting, mee aan het Rijksregister en voegt er de bewijsstukken bij.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 44, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.11.[1 Fedris]1 kan in het kader van het onderzoek van een aanvraag om schadeloosstelling, van een aanvraag om herziening of van een herziening van ambtswege, alle nodige maatregelen treffen. (Het kan onder meer de aanvrager of de werkgevers van de getroffene verzoeken om bijkomende inlichtingen die noodzakelijk zijn voor het onderzoek, voor zover deze gegevens niet kunnen bekomen worden via de informatiestroom die door de Kruispuntbank van de sociale zekerheid wordt georganiseerd.) <KB 2006-05-04/41, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 03-06-2006>
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.12.Heeft na verloop van een maand vanaf de datum waarop ze hem werden gevraagd, de aanvrager de inlichtingen of stukken bedoeld in artikel 11 nog niet verstrekt, dan stuurt [1 Fedris]1 hem een herinnering bij aangetekend schrijven. Wordt hieraan binnen de maand geen gevolgd gegeven, dan doet [1 Fedris]1 uitspraak op grond van de gegevens waarvan het kennis heeft.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
HOOFDSTUK IV. - De administratieve beslissing.
Art.13.Zodra [1 Fedris]1 het onderzoek van een aanvraag om schadeloosstelling, van een aanvraag om herziening of van een herziening van ambtswege heeft beëindigd, neemt het een beslissing waarbij het enkel rekening houdt met de gegevens die hem ten laatste op de dag van het laatste medisch onderzoek dat het zelf heeft verricht of heeft doen verrichten, ter kennis zijn gebracht.
(De beslissing is gemotiveerd en wordt ter kennis gebracht van de getroffene of, als deze overleden is, van zijn rechthebbenden.
Deze kennisgeving geschiedt per aangetekend schrijven behalve voor de beslissingen :
a) tot toekenning of weigering van de terugbetaling van :
1° het aandeel in de kosten voor geneeskundige verzorging bedoeld in artikel 31, eerste lid, 5°, van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970;
2° de kosten voor verstrekkingen van geneeskundige verzorging opgenomen in het [3 koninklijk besluit van 4 mei 2018 tot vaststelling van een specifieke nomenclatuur voor verstrekkingen van geneeskundige verzorging inzake beroepsziekteverzekering]3;
3° de begrafeniskosten;
4° de kosten voor het overbrengen van de overleden getroffene naar de plaats waar de familie hem wenst te laten begraven.
b) tot regularisatie van het recht van de getroffene tengevolge van het feit dat :
1° hij de leeftijd van 65 jaar bereikt of
2° hem een rust- of overlevingspensioen toegekend wordt krachtens een Belgische of buitenlandse regeling voor rust- of overlevingspensioenen.) <KB 1997-11-24/46, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
Het toezenden van stukken en het betekenen van beslissingen aan de betrokkene gebeuren op zijn hoofdverblijfplaats in de zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Van deze verplichting kan evenwel afgeweken worden op schriftelijk verzoek van de betrokkene gericht [2 aan Fedris]2.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2017-11-23/22, art. 42, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(3)<KB 2024-04-24/04, art. 13, 009; Inwerkingtreding : 13-05-2024>
Art.14.Wanneer [1 Fedris]1 ingevolge een aanvraag om herziening of een herziening van ambtswege, een beslissing neemt dit aanleiding heeft tot een vermindering van de vergoedingen van een getroffene, dan heeft deze beslissing ten vroegste uitwerking :
a) wanneer het een blijvende arbeidsongeschiktheid betreft, op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin de beslissing werd betekend, mits er minstens 8 dagen verlopen zijn tussen de datum van de beslissing en de eerste dag van de maand die volgt;
b) wanneer het een tijdelijke arbeidsongeschiktheid betreft, op de achtste dag die volgt op de datum van de betekening van de beslissing.
----------
(1)<KB 2017-11-23/22, art. 41, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.15. Het koninklijk besluit van 15 juni 1971 tot vaststelling van de wijze waarop de aanvragen om schadeloosstelling of om herziening van reeds toegekende vergoedingen bij het Fonds voor de beroepsziekten worden ingediend en onderzocht, wordt opgeheven.
Art.16. Dit koninklijk besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1996.
Art.17. De aanvragen om schadeloosstelling of om herziening, bedoeld in artikel 2, die worden ingediend binnen de eerste drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, zonder dat het verplichte formulier gebruikt wordt, worden beschouwd als aanvragen in de zin van dit besluit.
Art. 18. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.