Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 FEBRUARI 1996. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde minimale psychiatrische statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-06-1996 en tekstbijwerking tot 10-10-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-6, 6bis, 7-9
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1987025280 



Uitvoeringsbesluit(en):

1999022056  2018014159 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de psychiatrische ziekenhuizen alsmede op de algemene ziekenhuizen met één of meerdere diensten neuropsychiatrie voor observatie en behandeling (kenletter A), diensten neuro-psychiatrie voor behandeling (kenletter T) of diensten neuro-psychiatrie voor kinderen (kenletter K).

Art.2. § 1. De registratie van minimale psychiatrische gegevens heeft tot doel het te voeren gezondheidsbeleid te ondersteunen, voor wat betreft :
  1° de vaststelling van de behoeften aan psychiatrische voorzieningen;
  2° de omschrijving van de kwalitatieve en kwantitatieve erkenningsnormen van de psychiatrische ziekenhuizen en - diensten;
  3° de organisatie van de financiering van de psychiatrische ziekenhuizen en - diensten;
  4° het uitstippelen van een beleid op basis van epidemiologische gegevens.
  § 2. De in § 1 bedoelde opsomming van doeleinden is limitatief.

Art.3. De minimale psychiatrische gegevens worden geregistreerd voor de patiënten van de psychiatrische ziekenhuizen en van de diensten van de algemene ziekenhuizen bedoeld in artikel 1, waarvoor een verpleegdagprijs wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van Titel III, Hoofdstuk V, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987.
  De mede te delen gegevens zijn in de bijlage bij dit besluit vastgesteld.
  Deze gegevens moeten per magnetische drager worden verstuurd.

Art.4. De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft is de houder van het bestand van de in artikel 3 bedoelde gegevens.
  De Directeur-generaal van het Bestuur der Verzorgingsinstellingen van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu is de bewerker van de in artikel 3 bedoelde gegevens.

Art.5. § 1. De algemene gegevens betreffende de instelling en betreffende de leefeenheden, bedoeld in bijlage, punten 1 en 3, worden per semester geregistreerd. Deze gegevens worden verstuurd naar de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, ten laatste drie maanden na de registratieperiode.
  § 2. Het in punt 2 van de bijlage bedoelde aantal verpleegdagen, wordt per kwartaal geregistreerd. Deze gegevens worden verstuurd naar de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. De uiterste verzendingsdagen zijn : 30 april voor het 1e kwartaal, 31 juli voor het 2e kwartaal en 31 oktober voor het 3e kwartaal, 31 januari voor het 4e kwartaal.
  § 3. De in punt 4.1. van de bijlage bedoelde continue gegevens, worden per semester geregistreerd.
  Deze continue gegevens worden geregistreerd per leefeenheid en per dienst voor alle opgenomen patiënten, en moeten, ten laatste drie maanden (31 maart of 30 september) na het einde van de statistische periode, verstuurd worden naar de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
  Een leefeenheid is een groep van patiënten die samenleven, eten, ontspannen en die verblijven in een architecturaal afgescheiden gebouw of deel van een gebouw terwijl zij begeleid worden door eenzelfde team van hulpverleners.
  § 4. De omschrijving van de in de punten 4.1.1. en 4.1.2. van de bijlage bedoelde hoofdcategorieën, evenals alle wijzigingen aan die omschrijving, worden voor advies voorgelegd aan de commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen.
  § 5. De steekproefgegevens, bedoeld in punt 4.2. van de bijlage, en de gegevens betreffende het aantal aanwezige personeelsleden, bedoeld in punt 4.3. van de bijlage, worden tijdens de betrokken registratieweek geregistreerd.
  Deze steekproefgegevens betreffende de patiënt worden per leefeenheid en enkel tijdens de registratieweken geregistreerd en dit voor al de opgenomen patiënten.
  De steekproefgegevens betreffende het personeel worden enkel per leefeenheid geregistreerd.
  Per kalenderjaar zijn er één of twee registratieweken. De registratieweken worden door het hoofd van de Studiedienst van het Bestuur der Verzorgingsinstellingen van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu bepaald. Elke registratieweek bestaat uit zeven dagen, te beginnen met een donderdag. De registratieweken moeten gekozen worden uit de tweede helft van de maanden april, mei, oktober en november. Een registratieweek wordt bekendgemaakt in de loop van de eerste week van de betrokken maand. De in het eerste lid bedoelde gegevens worden ten laatste drie maanden na het einde van het semester waarin de betrokken steekproef heeft plaats gehad, verstuurd naar de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
  § 6. Ingeval van betwisting omtrent de naleving van de in de §§ 1, 2, 3 en 5 omschreven termijnen zal de stempel van postdatum als bewijs gelden.

Art.6. In iedere instelling wordt een persoon door de beheerder belast met de coördinatie van de bedoelde gegevens. Deze persoon treedt ook op als contactpersoon ten aanzien van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu; zijn identiteit wordt medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 6bis.<Ingevoegd bij KB 1998-12-16/58, art. 1; Inwerkingtreding : 16-03-1999> De magnetische drager met de gegevens dienen, vanaf de tweede registratieperiode van 1998 overgemaakt te worden via een begeleidende brief, waarop de hoofdgeneesheer, na controle en validering, ten bewijze van de waarachtigheid van de gegevens, getekend heeft.
  Vanaf de door Ons bepaalde datum dienen de magnetische dragers, na controle en validering en ten bewijze van de waarachtigheid van de gegevens de [1 elektronische handtekening in de zin van artikel 3.10. van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG of een gekwalificeerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.12. van dezelfde verordening]1 van de hoofdgeneesheer te dragen volgens de modaliteiten bepaald door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
  In het ziekenhuis moeten de stukken waaruit de controle en validering van de gegevens blijkt, ten alle tijde ter inzage ter beschikking zijn.
  ----------
  (1)<KB 2018-09-25/05, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 20-10-2018>

Art.7. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 augustus 1987 houdende bepaling van de regels volgens dewelke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die bevoegd is voor de Volksgezondheid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de algemene niet psychiatrische ziekenhuizen, met uitzondering van de diensten neuropsychiatrie voor observatie en behandeling (kenletter A), de diensten neuro-psychiatrie voor behandeling (kenletter T) en de diensten neuropsychiatrie voor kinderen (kenletter K) van die ziekenhuizen."

Art.8. Dit besluit treedt in werking op I april 1996.

Art.9. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage 1. Lijst van de mede te delen gegevens.
  1. de gegevens betreffende de instelling :
  1.1. algemene gegevens betreffende de instelling :
  a) het registratienummer van de instelling toegekend door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;
  b) het erkenningsnummer toegekend door de overheid die bevoegd is voor de erkenning van ziekenhuisdiensten;
  c) de code van het gegevensbestand toegekend door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;
  d) de naam van de coördinator van de minimale psychiatrische gegevensregistratie.
  1.2. de algemene gegevens betreffende samenwerkingsverbanden :
  a) de partners van het samenwerkingsverband als inrichtende macht van een initiatief voor beschut wonen;
  b) de deelname aan een samenwerkingsverband als overlegplatform.
  1.3. het aantal erkende plaatsen/bedden per kenletter volgens het meest recente erkenningsbesluit.
  2. verpleegdagen :
  - totaal aantal gefactureerde verpleegdagen per dienst per maand.
  3. de algemene gegevens betreffende de leefeenheden :
  - de indeling van de kamer/plaats volgens type : 1 /2/meerpersoonskamer.
  4. de minimale psychiatrische gegevens :
  4.1. de continue gegevens :
  4.1.1. de opname en -ontslaggegevens per leefeenheid en per dienst :
  a) het registratienummer van de patiënt, dat uniek dient te zijn en geen enkel persoonlijk gegeven, zoals de geboortedatum, mag bevatten;
  b) het geboortejaar;
  c) het geslacht;
  d) voor de Belgen, het bestuurlijk arrondissement van hun hoofdverblijf, en voor de vreemdelingen, hun land van herkomst.
  In afwijking op het vorig lid wordt, voor de Belgen wier hoofdverblijf gesitueerd is in de fusiegemeente Gent, Antwerpen, Luik of Charleroi of in het Brussels Hoofdstedelijk gewest, de naam van de fusiegemeente of het gewest aangeduid;
  e) het juridisch statuut van de patiënt, uitgedrukt in hoofdcategorieën;
  f) de kenletter van de dienst;
  g) aantal vorige opnames in de instelling;
  h) de datum van opname in de instelling, uitgedrukt in jaar, maand en dag in de week;
  i) gefactureerde verpleegdagen in chronologische volgorde, per dienst en per leefeenheid, uitgedrukt in aantal dagen;
  j) de aard van de opname;
  k) identificatienummer van de leefeenheid;
  l) de leefomgeving vóór opname, uitgedrukt in hoofdcategorieën;
  m) de verwijzer uitgedrukt in hoofdcategorieën;
  n) vorige medische behandelingen;
  o) dominante gedragsdistorties bij opname volgens het team;
  p) multidimensionele psychiatrische diagnose bij opname;
  q) therapeutische doelstellingen bij opname;
  r) behandeling uitgedrukt in codevorm;
  s) de ontslagdatum uit de instelling uitgedrukt in jaar, maand en dag in de week;
  t) bestemming van de patiënt uitgedrukt in hoofdcategorieën;
  u) aard van het ontslag;
  v) multidimensionele psychiatrische problemen die nog resten bij ontslag;
  w) doelstellingen bij ontslag;
  x) aantal dagen tussen opname in de instelling en ontslag uit de instelling;
  y) nazorg en nabehandeling.
  4.1.2. sociale indicatoren :
  a) het onderwijsniveau uitgedrukt in hoofdcategorieën;
  b) betrokkenheid in het arbeidsproces uitgedrukt in hoofdcategoriën;
  c) aard van het inkomen uitgedrukt in hoofdcategorieën;
  d) het huidig of laatste hoofdberoep uitgedrukt in hoofdcategorieën.
  4.2. de steekproefgegevens :
  4.2.1 . algemene gegevens :
  a) het anoniem en uniek nummer voor de patiënten;
  b) kenletter van de dienst;
  c) identificatienummer van de leefeenheid;
  d) groepsindelingen;
  e) de effectieve aanwezigheid van de patiënt.
  4.2.2. de basisfuncties.
  4.2.3. het maatschappelijk functioneren.
  4.2.4. het gedragsbeheer.
  4.2.5. het relationeel functioneren.
  4.2.6. de zorgactiviteiten :
  a) de psychiatrische urgentie;
  b) de anamnese;
  c) de gestructureerde observatie;
  d) diagnostische activiteiten;
  e) het dieet;
  f) training socio-economische vaardigheden;
  g) de begeleiding bij socio-economische problemen;
  h) de gespreksbegeleiding van de relatie patiënt-milieu;
  i) de toediening psychofarmacologische medicatie;
  j) de toediening somatische medicatie;
  k) de toediening van medicatie IM/SC/ID;
  l) de registratie van biologische parameters;
  m) het afnemen van bloedstalen;
  n) de wondverzorging;
  o) beschermingsmiddelen;
  p) de afzondering in isoleerkamer/separatie;
  q) de psychotherapie;
  r) arbeidsgerichte activiteiten;
  s) de individuele vaste uurroosteractiviteiten;
  t) de vaste uurroosteractiviteiten in groep;
  u) de bewegingsvrijheid;
  v) niet-geplande, niet gestructureerde activiteiten;
  w) het begeleiden van socio-culturele en andere activiteiten;
  x) het begeleiden van huishoudelijke, familiale activiteiten;
  y) het begeleiden van de patiënt naar een andere dienst of instelling.
  4.3. per leefeenheid, het aantal aanwezige personeelsleden van het behandelingsteam, uitgedrukt in voltijdsequivalenten en het aantal gerealiseerde uren, per beroepsgroep tijdens de desbetreffende registratieweek.