1 FEBRUARI 1996. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 december 1994 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 juli 1994 betreffende het bijhouden van sociale identiteitskaarten.
Art. 1-7
Artikel 1. Een artikel 10bis, luidend als volgt, wordt in het ministerieel besluit van 22 december 1994 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 juli 1994 betreffende het bijhouden van sociale identiteitskaarten ingevoegd :
" Artikel 10bis. Wanneer een werkgever, rechtspersoon, een werkgever, natuurlijke persoon, opvolgt, wordt de geldigheidsduur van de sociale identiteitskaarten in hoofde van de werknemers, die tewerkgesteld waren door de werkgever, natuurlijke persoon, niet onderbroken. "
Art.2. In artikel 14, § 2, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden tussen de woorden " het kwartaal van aanwerving " en " een bedrag storten " de woorden " of van het begin van de detachering " ingevoegd;
2° in het tweede lid wordt in de Franse tekst het woord " satisfaisse " vervangen door het woord " satisfasse ".
Art.3. Artikel 15, § 2, 3°, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 3° de bepalingen van hoofdstuk II van titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen; "
Art.4. In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Wanneer de werkgever, ingevolge bepalingen van internationale overeenkomsten of verordeningen inzake sociale zekerheid in België geen sociale zekerheidsbijdrage of bijdrage voor bestaanszekerheid verschuldigd is, wordt het gestorte bedrag door de Rijksdienst voor sociale zekerheid aan de werkgever terugbetaald binnen de kortst mogelijke tijd en uiterlijk op het einde van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarop de betaling betrekking heeft. ";
2° in § 3 worden de woorden " §§ 2 en 3 " vervangen door de woorden " §§ 1 en 2 ".
Art.5. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" De werkgever die, bij de aanvraag van de kaart voor een werknemer, genoten heeft van de bepalingen van artikel 15, § 1, is vrijgesteld de bovenvermelde storting te verrichten voor zover die werknemer voor het betrokken kwartaal nog aan al de voorwaarden voldoet om aanspraak te kunnen maken op een vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen in het kader van één van de in artikel 15, § 2, opgesomde maatregelen en de werkgever voldoet aan de voorschriften inzake de betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid en voor bestaanszekerheid, zoals omschreven is in artikel 20. "
Art.6. In artikel 20, § 1, tweede lid, 2°, van hetzelfde besluit, wordt in de Nederlandse tekst het woord " moeten " vervangen door het woord " moet ".
Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995, met uitzondering van artikel 1, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996.
Brussel, 1 februari 1996.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN