17 JUNI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat betreft de Diensten van de Eerste Minister, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn.
Art. 1-6
Artikel 1. In de Diensten van de Eerste Minister worden de volgende graden geschrapt :
in rang 15 : jurisconsult;
in rang 25 : secretarie-adjunct 1e klasse;
in rang 25 : eerstaanwezend secretaris;
in rang 24 : secretarie-adjunct 2e klasse;
in rang 22 : hoofd van de verzendingsdienst;
in rang 21 : secretarie-opsteller;
in rang 35 : hoofd van de huishoudelijke dienst;
in rang 34 : receptionist;
in rang 33 : secretarie-klerk;
in rang 30 : onthaalbeambte;
in rang 44 : receptionist;
in rang 44 : operateur;
in rang 44 : eerste vakman-ploegbaas;
in rang 43 : eerste vakman;
in rang 42 : geschoold werkman B;
in rang 41 : geschoold werkman A;
in rang 40 : hulparbeider B.
Art.2. In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, gewijzigd inzonderheid bij het koninklijk besluit van 10 juni 1991, worden onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel", en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel", de volgende vermeldingen geschrapt :
in rang 15 : jurisconsult;
in rang 25 : secretarie-adjunct 1e klasse;
in rang 25 : eerstaanwezend secretaris;
in rang 24 : secretarie-adjunct 2e klasse;
in rang 22 : hoofd van de verzendingsdienst;
in rang 21 : secretarie-opsteller;
in rang 35 : hoofd van de huishoudelijke dienst;
in rang 34 : receptionist;
in rang 33 : secretarie-klerk;
in rang 30 : onthaalbeambte;
in rang 44 : receptionist.
Art.3. In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, gewijzigd inzonderheid bij het koninklijk besluit van 10 juni 1991, worden onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling C, Meesters-, vak- en dienstpersoneel", en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling C, Meesters-, vak- en dienstpersoneel", de volgende vermeldingen geschrapt :
in rang 44 : operateur;
in rang 44 : eerste vakman-ploegbaas;
in rang 43 : eerste vakman;
in rang 42 : geschoold werkman B;
in rang 41 : geschoold werkman A;
in rang 40 : hulparbeider B.
Art.4. § 1. De ambtenaren die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van één van de graden geschrapt in artikel 1, en die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die ernaast in de rechterkolom voorkomt : Secretarie-adjunct 1ste klasse Bestuurschef E.a. secretaris Bestuurschef Secretarie-opsteller Bestuursassistent Hoofd van de huishoudelijke dienst Klerk Secretarie-klerk Klerk Operateur Beambte Eerste vakman-ploegb. Geschoold arbeider Eerste vakman Geschoold arbeider Geschoold werkman A Arbeider
§ 2. De ambtenaren, die krachtens § 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren.
§ 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar, benoemd in de graad van bestuurschef worden de in aanmerking komende diensten, gepresteerd in een graad van de rangen 24 en 25 geacht verricht te zijn in de graad van rang 22;
§ 4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar, benoemd in de graad van bestuursassistent worden de in aanmerking komende diensten, gepresteerd in een graad van de rang 21 geacht verricht te zijn in de graad van rang 20;
§ 5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar, benoemd in de graad van klerk worden de in aanmerking komende diensten, gepresteerd in een graad van de rangen 35, 34, 33 en 32 geacht verricht te zijn in de graad van rang 30;
§ 6. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar, benoemd in de graad van beambte worden de in aanmerking komende diensten, gepresteerd in een graad van de rangen 44, 43, 42, 41 en 40 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42;
§ 7. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar, benoemd in de graad van geschoold arbeider worden de in aanmerking komende diensten, gepresteerd in een graad van de rangen 44 en 43 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42;
§ 8. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar, benoemd in de graad van arbeider worden de in aanmerking komende diensten, gepresteerd in een graad van rang 41 geacht verricht te zijn in een graad van rang 40;
§ 9. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994.
Art. 6. Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 juni 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
J.-L. DEHAENE