17 JUNI 1996. - Ministerieel besluit houdende opdracht aan de directeur-generaal van het bestuur voor het Landbouwproductiebeheer van de bevoegdheid tot toekenning en uitbetaling van de uittredingsvergoeding en van de structuurverbeteringspremie voorzien bij de wet van 3 mei 1971 tot bevordering van de sanering van de landbouw en van de tuinbouw.
Art. 1-4
Artikel 1. Aan de directeur-generaal van het bestuur voor het Landbouwproductiebeheer of in geval van afwezigheid, aan een door hem aangewezen plaatsvervanger wordt de bevoegdheid opgedragen, tot toekenning van de uittredingsvergoeding en van de structuurverbeteringspremie voorzien bij de wet van 3 mei 1971 tot bevordering van de sanering van de landbouw en van de tuinbouw.
Art.2. Een verhaal tegen de onder de artikel 1, 1 bedoelde toekenningsbeslissingen kan ingediend worden bij de Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen.
Dit verhaal moet, op straffe van nietigheid, ingediend worden binnen een termijn van dertig dagen, die loopt vanaf de dag die volgt op deze waarop betekening van de beslissing door de dienst van de Begeleidende Maatregelen is verstuurd.
Het verhaal wordt bij post aangetekend schrijven gericht aan de Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen;
de datum van het postmerk levert het bewijs van de datum van indiening van het verhaal.
Art.3. Artikel 1, punt 1 en artikel 2 van het ministerieel besluit van 8 juni 1972 houdende opdracht aan de directeur-generaal van de Economische Diensten van de bevoegdheid tot toekenning en uitbetaling van de uittredingsvergoeding en van de structuurverbeteringspremie voorzien bij de wet van 3 mei 1971 tot bevordering van de sanering van de landbouw en tuinbouw worden opgeheven.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1996.
Brussel, 17 juni 1996.
K. PINXTEN